Ezra 4:24-5:5 Gods oog is over Zijn volk in verband met de herbouw van de tempel

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm 121:1,2

Lezing van Gods wet Deut 5

Psalm 34:5,6

Gebed

Schriftlezing: Haggai 1

                        Hebreeën 12:1-14

Psalm 33: 5,6,7,8

Tekst:  Ezra 4:24-5:1-5

Verkondiging van het evangelie

Psalm 127:1,2

Dankgebed

Collecte

Gezang 31:1,3

Zegen

 

 

Geliefde gemeente van onze here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

Bij het teruggekeerde volk van God is er moedeloosheid. Er is verdriet. Ze waren in 536 voor Christus met moed en blijdschap aan de opbouw van de tempel begonnen. Wat kan het goed zijn om een nieuw begin te maken. Wat komt er dan vaak een energie vrij. Je voelt je samen een omdat je samen bouwt.  Dat samen bouwen was bij alle positiviteit  wel met gemengde gevoelens. Toen het fundament van de tempel weer hersteld was, was er gejuich en was verdriet hoorbaar. Dat verdriet was er vooral bij de ouderen. Ze waren dankbaar weer in Jeruzalem terug te zijn en te mogen bouwen. Maar in die dankbaarheid aan de HERE voelden ze zo duidelijk wie ze misten. Wie ze hadden moeten achterlaten. Ze zagen ook dat de tempel die herbouwd zou worden uiterlijk niet zo mooi en groots zou worden als de eerdere tempel. Vooral de ouderen voelden hoeveel ze hadden moeten achterlaten. Het deed hen pijn dat ze hier met zo weinigen stonden als je bedenkt hoeveel meer er uit de ballingschap hadden kunnen meekomen. Op een manier kennen velen van ons vandaag ook dat verdriet. We zijn de HERE dankbaar en we zijn blij dat we in de gemeente mogen bouwen. Dat we elke zondag in alle eenvoud het evangelie volgens Gods Woord mogen horen. Dat is onze rijkdom. Juist als we daar aan denken, maken we ons meerdere keren zorgen en doet het zo zeer als we denken aan geliefden die zijn achtergebleven. Met wie we nu niet meer na velen jaren samen zichtbaar optrekken. Onder ons is er ook veel stil verdriet over geliefden die op het gebeid van het leven met de HERE zo’n andere weg gaan. Waarbij het Woord  aangepast  wordt aan de smaak van de tijd. Wat kan het een pijn doen als je het Woord hoort en bijna zeker weet dat je geliefden zo’n andere weg gewezen worden.

Voor de jongeren onder ons geldt dat net als in de tijd van onze tekst vaak veel minder. Zij leven in de gemeente en zijn blij dat we vrijuit in deze wereld het evangelie mogen horen en zo als gemeente in de wereld staan. Dan ben je blij hoe klein we als gemeente en kerkverband ook zijn. Blij met het Woord dat verkondigd wordt en waaruit we mogen leven. Juist dan kan ook de tegenstand komen. Daar waar het Woord klinkt en we samen in liefde luisteren, komt altijd weer de duivel. Dat wil hij stukmaken. Hij wil ontmoedigen. Door onderlinge irritaties, door mensen die het je moeilijk maken. Doordat er vanbuiten problemen komen waardoor het zoveel meer inspanning kost om echt als gemeente te kunnen functioneren. We zien dat ook in onze tekst. De teruggekeerde ballingen worden gepest, tegengewerkt. Zelfs ambtenaren worden omgekocht om de verdere kerkbouw te frustreren.  Het wordt moeilijk en zwaar om verder te gaan met de tempel. De moeiten zijn er juist omdat je echt kerk van Christus wilt zijn. Dan kan het gebeuren dat alles verflauwt. Als het allemaal zo moeilijk is dan maar eerst andere dingen doen. Het is of het allemaal niet meer wil. Het echte enthousiaste verdwijnt. De echte eenheid waardoor je elkaar meeneemt verdwijnt. Je bent gelovige maar de tempel., de kerk heeft niet meer zoveel te zeggen. Daarom ga je je meer op je eigen leven concentreren. Het werk aan de tempel ligt stil. Aan de eigen huizen wordt nu met meer aandacht en inzet gebouwd. De kerk raakt op de achtergrond. Ten minste als het gebouw van God. Onderling mopperen is er des te meer maar des te minder een leven dat er voor de HERE, voor Christus is.  Zo staat het er voor met Gods volk dat naar Jeruzalem is teruggekeerd. Van deze mensen is niet veel meer te verwachten. Laten we dat nu ook maar meteen op onszelf betrekken. Ook van ons als mensen is echt niet veel te verwachten. Toch is echte kerkbouw met blijdschap en geestkracht altijd weer mogelijk door Gods werk, door Zijn oproep en ondersteuning. We zien dat in onze tekst. Ik verkondig jullie het evangelie van Jezus Christus onder het volgende thema:

 

   GODS OOG IS OVER GODS VOLK IN VERBAND MET DE HERBOUW VAN DE TEMPEL

 

1.            Hij stuurt profeten

2.            Hij zorgt dat er doorgebouwd kan worden

 

1.   Hij stuurt profeten

 

Het is het jaar 520 voor Christus. Er wordt al 16 jaar niet meer aan de herbouw van de tempel gewerkt. Koning Kores die ze de mogelijkheid gaf om terug te gaan naar het beloofde land is dood. Hij was het die ze ook de opdracht had gegeven om de tempel in Jeruzalem te herbouwen. Hij is gestorven in 529 voor Christus. Zijn zoon Cambyses is hem opgevolgd. Zelfs die is al weer dood. Die is gestorven in 521. Nu zit na een onrustige periode Daruis I op de troon. Hij heeft het druk met het neerslaan van opstanden tegen zijn regering. Hoe is het met de mensen die 18 jaar geleden uit de ballingschap naar Israël zijn teruggegaan.   Gehoorzaam aan Gods stem.

 Het ziet er droevig uit onder het teruggekeerde volk van God.  Als je bij de tempel komt, zie je het altaar en zie je een fundament. Je ziet ook dat er jaren lang al niets meer aan het fundament gedaan is.  De bouw ligt stil.  Wat een ellende. De teruggekeerde balling zijn er na 16 jaar aan gewend dat de bouw stil ligt. De stemming onder het volk is in de jaren ook veranderd. Waar ze eerst vol enthousiasme aan de tempel wilde bouwen. Waar ze toen in geloof wilde verdergaan omdat de HERE beloofd had dat ze aan het werk konden, is dat geloof nu zo goed als weg.  Ze hebben de samenwerking met de Samaritanen geweigerd. Menselijk gezien is dat hun duur komen te staan.  Wat zijn ze tegengewerkt. Hun handen zijn slap geworden. De tegenstand heeft ze gebroken. De troffels zijn uit hun handen gevallen. Het is stil geworden op het bouwterrein van de tempel.

Toch hoor en zie je dat er wel gebouwd wordt. Toch zijn er mensen met troffels in hun handen. Je ziet ze aan het werk bij hun eigen huizen. Dan kan zonder de tegenstand. Is het ook niet zo dat je eigen huis eerst komt? Is dat ook niet logisch. De kerk kan toch wel even wachten? Het meest noodzakelijke het altaar is er. Eerst het minimale voor de dienst aan de HERE is toch wel goed. De rest komt toch wel als je er zelf goed bij zit. Dat is toch eigenlijk ook logisch. Dit soort gedachten zijn naast de tegenstand ook oorzaak van het niet bouwen aan de tempel. Het is niet alleen de tegenwerking die daar voor zorgt.  De HERE ziet dat. Ziet dat ook in de harten van de mensen daar. Hij ziet ook hoe wij denken over de opbouw van de gemeente en het bezig zijn met eigen huizen en welvaart. Dat uit zich ook in wat onze bijdrage voor de kerk is in VVB en collecte. De HERE is het die dit ziet. Die in Zijn liefde dan naar Zijn volk Zijn profeten stuurt om dat goed in te zien. Om juist vanuit het er aan ontdekt worden te kunnen veranderen, je te kunnen bekeren. Luister maar eens naar wat Haggai in de naam van de HERE in deze omstandigheden zegt: “En het woord van de Here kwam door de dienst van de ​profeet​ ​Haggai​ aldus:  Is het voor ú de tijd om in uw weldoortimmerde ​huizen​ te wonen, terwijl dit ​huis​ verwoest ligt? Nu dan, zo zegt de Here van de heerscharen, bedenkt wat u wedervaren is. U hebt veel ​gezaaid, maar weinig binnengehaald; u hebt gegeten, maar zonder dat u verzadigd werd; u hebt gedronken, maar zonder dat u voldaan werd; u hebt u gekleed, maar zonder dat u warm werd; en wie zich voor loon verhuurde, ontving zijn loon in een doorboorde buidel. Zo zegt de Here van de heerscharen: Bedenkt wat u wedervaren is. Beklimt het gebergte, haalt hout en herbouwt dit huis; dan zal Ik er welgevallen aan hebben en verheerlijkt worden, zegt de Here. U hebt op veel gerekend, maar zie, het liep op weinig uit, en toen u het binnengehaald hadt, blies Ik erin. Waarom dat? luidt het woord des Heren van de heerscharen. Om mijn huis, dat verwoest ligt, terwijl u draaft, ieder voor zijn eigen huis.” 1:4-9

Wat laat de HERE hier zien? Dat de omstandigheden heel moeilijk kunnen zijn als je samen bouwt in de gemeente van Christus. Dat het je soms bij de handen lijkt af te breken. Dat tegenwerking, verdriet en zorg het voor je gevoel bijna onmogelijk maken. Denk ook eens aan onze vervolgde broeders en zusters in de wereld. Wat is de verleiding dan groot om op te houden met bouwen. Om dan maar voor jezelf te leven. Om maar te denken dat het allemaal niet helpt. Om te denken dat je in je eigen huis Christus ook wel kunt dienen. Je gelooft voor jezelf, je gaat achter je laptop zitten en het zal jouw tijd wel uitduren. Echt samen bouwen, samen Christus volgen volgens Zijn Woord is je te moeilijk geworden. Als jij het maar goed hebt. Wanneer ik deze dingen zeg is het zo belangrijk dat je niet gaat denken aan die ander die volgens jou of mij zo leeft. Laten we nu echt bij onszelf beginnen als we deze boodschap horen. Ons eigen leven in het licht daarvan zetten en ons bekeren op de punten waar het jouw en mijn leven raakt!

Later in de tijd van het Nieuwe Testament  zie je dezelfde instelling als aan de Hebreeën geschreven wordt. Ze hebben het echt moeilijk als gemeente van Christus daar. Ze worden echt heel erg op de proef gesteld. Ze dreigen het op te geven. Dan is het de Geest die het volgende aan hen laat schrijven: “U hebt nog niet tot bloedens toe weerstand geboden in uw strijd tegen de ​zonde.

En u bent de vermaning vergeten waarmee u als ​kinderen​ wordt aangesproken: Mijn zoon, acht de bestraffing van de Heere niet gering en bezwijk niet, als u door Hem terechtgewezen wordt.  ……Hef daarom de slappe handen op en strek de knikkende knieën,  en maak rechte sporen voor uw voeten, opdat wat kreupel is, niet wordt ontwricht, maar veeleer genezen wordt. Jaag de ​vrede​ na met allen, en de ​heiliging, zonder welke niemand de Heere zal zien.” Hebr 12:4,5 …12-14

Maak de slappe handen weer sterk voor de HERE! Kan dat in zulke omstandigheden? Kan dat ook vandaag in het Nederland van 2018. Is het allemaal niet te zwaar? Is er niet teveel afval? Zonder de HERE, zonder de Geest kan het niet. Dat klopt. Maar de HERE stuurde aan Zijn moedeloze volk Zijn profeten om hen op te roepen om toch te bouwen. Positief en met blijdschap. Hij bemoedigde ook door Zijn profeten. Zo liet Hij Zacharia in Zijn naam tegen het volk o.a dit  zeggen: “En het woord des Heren kwam tot mij: De handen van ​Zerubbabel​ hebben dit ​huis​ gegrondvest, zijn handen zullen het ook voltooien, en gij zult weten, dat de Here der heerscharen mij tot u gezonden heeft. Want wie veracht de dag der kleine dingen? Zij zullen zich verblijden, als zij het paslood zien in de hand van ​Zerubbabel. – Deze zeven zijn de ogen des Heren, die de ganse aarde doorlopen.”Zach 4:8-10

De HERER zorgt er voor dat dit gaat gebeuren. De 7 ogen van de HERE zijn er bij. Dat is de Heilige Geest. De Geest geeft op het gebed wat we nodig hebben om in liefde en waarheid gemeente van Christus te zijn. Om echt te bouwen. Om elkaar ook te willen bouwen in het geloof. Het is de HERE die er voor zorgt dat er gebouwd kan worden. Wat een genade van de HERE dat Hij Haggai en Zacharia gestuurd heeft om het volk de weg te wijzen. Anders zou er niet meer gebouwd zijn. Dan zouden ook wij het al lang opgegeven hebben en al meer in ongeloof verloren zijn geraakt. De HERE roept ons op om niet ergens in een hoekje te gaan zitten maar om te bouwen aan en in Christus’ kerk. Wie zo in geloof leeft, als we zo gemeente willen zijn zonder ooit onszelf te verheffen dan zorgt de HERE dat er doorgebouwd kan worden. We zien dat in het tweede punt.   

 

2.  Hij zorgt dat er doorgebouwd kan worden

 

Er wordt weer gewerkt op de bouwplaats van de tempel in Jeruzalem.  Je ziet hoe er weer stenen op elkaar worden gemetseld. Er worden materialen aangevoerd. Het leeft weer op de bouwplaats. De leiders van Gods volk hebben geluisterd naar de profeten Haggai en Zacharia. Mensen hebben weer geleerd wat het is om te doen wat de Here Jezus later in de Bergrede zegt: “Maar zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn ​gerechtigheid​ en dit alles zal u bovendien geschonken worde.” Matt 6:33

Het werk aan eigen huizen ligt nu voor een tijd stil. Eerst bouwen aan het huis van God. De HERE en het dienen van Hem komt eerst.  De HERE is niet de God die alleen zegt wat jij moet doen. Hij doet zoveel meer. Hij is de Vader voor wie in Zijn dienst willen staan. We lezen dat hier zo dat de profeten van God er steeds voor het volk met hun hulp zijn. Zij zijn het steeds weer die namens de HERE bemoedigen en laten zien dat de HERE ze niet in de steek laat. Ook niet als de tegenstand weer de kop op steekt. Zo is het ook vandaag want Christus, die juist voor wie tot Hem vlucht met eigen schuld en zonden,  zegt tegen Gods volk in Mattheus 28: “ En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.” Vs 20

Ze zijn aan het bouwen. Heerlijk dat de geloofsmoed er weer is. Dan is er ineens hoog bezoek. Ineens is er de stadhouder Tattenai. Hij is de hoogste baas in dienst van de koning over een groot gebied. De joodse leiders rond Jeruzalem vallen onder zijn bevoegdheid. Er is ook nog een andere hoge ambtenaar in het rijk samen met Tattenai. Dat is Setar- Boznai. Deze twee machtige mensen in dit deel van het rijk van koning Darius de eerste hebben ook nog andere ambtenaren meegenomen. Een heel zware delegatie.  Zo’n delegatie komt niet zomaar. Dan moet er echt wel iets aan de hand zijn.

Je merkt ook aan de manier van vragen dat het hier om een kritisch bezoek gaat. Het is niet een bemoediging of stimulering vanuit de overheid. Het is ook geen vriendelijk gelegenheidsbezoek.

Op kritische toon wordt gevraagd wat ze hier op de bouwplaats aan het doen zijn. De namen van de mannen die hier aan het werk zijn moeten worden opgeschreven.  Als het nodig is, moet er duidelijk zijn wie er achteraf gestraft  of beboet moet worden.    

Hoe zal het nu verder gaan? De duivel doet er echt alles aan om de dienst aan de HERE op aarde weg te krijgen. Zijn doel is om de echte kerk van Christus van de aarde te laten verdwijnen. In die tijd vooral om te voorkomen dat Christus als de Verlosser nog geboren zou worden.  Je ziet hier het werk van de duivel voor je. Zonder dat deze ambtenaren zelf beseffen dat ze in dienst van de duivel staan. Je ziet dan iets heel opvallends bij het begin van vers 5. Daar zie je het woordje; ‘doch’of ‘maar’. Je ziet hoe de Geest nu laat zien wat het beslissende is in deze dreigende situatie.

Zal de tempelbouw nu toch weer moeten stoppen. Zal het nu werkelijk tot afstel van de kerkbouw leiden? Is dit een duidelijk signaal dat de kerk, dat de dienst aan Christus geen toekomst heeft. Dat we als gemeente die in liefde trouw wil zijn aan de HERE geen toekomst hebben?

 “Maar het oog van hun God rustte op de ​oudsten​ van de Judeeërs, zodat zij hen de arbeid niet deden staken, totdat er bericht naar ​Darius​ was gegaan en men dan een brief hieromtrent zou hebben teruggezonden.”

Gods oog is op een bijzondere manier over de oudsten die nu leiding moeten geven aan het volk. De ambtsdragers die geroepen zijn om gelovige leiding te geven mogen weten dat ze niet uit Gods oog zijn. Deze uitdrukking zegt veel meer dan dat de HERE iedereen ziet. Deze uitdrukking zegt hoe de HERE vol liefdevolle aandacht, vol genade naar Zijn volk omziet. Hoe Hij door Christus offer met vriendelijke ogen kijkt naar Zijn volk dat het in nood van Hem verwacht. Hoe Hij ambtsdragers en Zijn volk de geloofsmoed wil geven die we nodig hebben als het allemaal zo moeilijk lijkt. Ik noem twwe plaatsen waar we dat op andere plaatsen in de Bijbel zo duidelijk lezen:

2 Kron 16:9: “Want  de ogen van de Here  gaan over de gehele aarde, om krachtig bij te staan hen,  van wie het ​hart​ volkomen naar Hem uitgaat. 

Psalm 34:16,17:  “De ogen des Heren zijn op de rechtvaardigen, en zijn oren tot hun hulpgeroep;  het aangezicht des Heren is tegen hen die kwaad doen, om hun gedachtenis van de aarde uit te roeien.”

De HERE laat  aan Zijn volk dat in liefde en gehoorzaamheid aan Hem bouwt, zien dat Hij zorgt. Ook als dat gevaarlijk lijkt, ook als het er op lijkt dat het je wel eens veel in je leven kan kosten. Hij laat ons weten dat Zijn oog dan op ons is. Hij ziet ons, we zijn dan onder Zijn bescherming. We kunnen maar verder bouwen. Zo geven de ambtsdragers ook leiding als Tattenai en zijn ambtenaren op inspectie zijn geweest. Ze bouwen verder in afwachting van het besluit van koning Darius naar aanleiding van het rapport van Tattenai. We zien dan ook wie er regeert. Niet Tattenai, niet de machtige koning Darius. Niet de duivel. De HERE regeert. Christus regeert. De teruggekeerde ballingen kunnen in vertrouwen op de HERE verder bouwen. Want Gods oog is op hen. Het oog van hem die Zijn Zoon naar de wereld stuurde om de straf voor Gods gelovige volk te dragen en weg te dragen. Christus offer en opstanding. Zijn regering vanuit de hemel is de garantie dat Gods volk samen kan  en moet bouwen.

Samen gemeente zijn. In liefde en gehoorzaamheid aan Christus die wist dat de tempel die er in Zijn tijd stond verwoest zou worden. De Christus die duidelijk maakte dat wie zichzelf verloochent, mag bouwen op Hem als de levende en opgestane Heer.  Hij die gezegd en waargemaakt heeft: “Breek deze tempel af en binnen drie dagen zal ik hem doen herrijzen.” Joh 2:19

Christus opstanding is het bewijs dat de HERE met Zijn vriendelijke ogen over ons is als we in liefde tot Hem bouwen aan Christus kerk. Een heerlijke opdracht die we ook kunnen uitvoeren omdat de HERE om Christus en door Zijn Geest jou en ons daarvoor de kracht wil geven! Dan leren we om maar niet te wachten met zelf daaraan meebouwen tot dingen gaan zoals wij willen of als de gemeente meer groeit. Nee, dan wil we samen in liefde aan Christus verenigd altijd bouwen. Dan weten we dat we het niet voor niets doen.  Ik denk dan ook aan dat machtige hoofdstuk 1 Kor 15 waar het juist over de kracht van Christus opstanding gaat: “Daarom, mijn geliefde broeders, weest standvastig, onwankelbaar, te allen tijde overvloedig in het werk van de Heren, wetende, dat uw arbeid niet vergeefs is in de Here.

Wie aan kant blijft staan, moet bedenken dat je dan ongehoorzaam bent en Gods oog anders naar je kijkt.  Niet vriendelijk. Dat is het ergste wat er is. 

 

AMEN