Vijfde preek over de Grote Verzoendag: Leviticus 16:7-10, 20-22 De levende bok moet de zonden wegdragen

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm 50:7,11

Lezing van Gods wet (Deut 5)

Psalm 40:3,4

Gebed

Schriftlezing: 1 Petrus 2:11-25

Psalm 130

Tekst: Leviticus 16: 7-10;20-22

Verkondiging van het evangelie

Gezang 15

Dankgebed

Collecte

Psalm 32:1,2,5

Zegen

 

 

Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

Het is goed wanneer er over preken nagepraat wordt. Vragen gesteld worden om juist verder te komen. Zo kwam er na de laatste preek over Leviticus  16 de vraag of de levende bok voor Azazel echt door Christus ook vervuld is. Wijs die bok eigenlijk wel op Christus. Het is duidelijk dat de Here Jezus het Lam van God is maar is Hij het ook wel die vervult, waar maakt wat die levende bok is die de woestijn ingestuurd wordt beladen met de zonden en schuld van Gods volk.

Wanneer we over deze dingen nadenken is het belangrijk om te bedenken dat het hele Oude Testament van Christus spreekt. Dat is meer dan de dingen die in het Nieuwe Testament bij namen genoemd worden. De Here Jezus zelf gaf aan Zijn leerlingen na Zijn opstanding nog apart onderwijs om te laten zien hoe het hele Oude Testament van Hem en Zijn werk sprak. De heilige Geest laat de schrijver aan de Hebreeën juist als het om de tempeldienst gaat het volgende schrijven: “Door God is Hij ​Hogepriester​ genoemd naar de ordening van Melchizedek. Over hem hebben wij veel dingen te zeggen, die moeilijk zijn om uit te leggen, omdat u traag geworden bent in het horen.

Want hoewel u, gelet op de tijd, leraars zou moeten zijn, hebt u weer iemand nodig die u onderwijst in de grondbeginselen van de woorden van God. U bent geworden als mensen die melk nodig hebben en niet vast voedsel. Ieder immers die van melk leeft, is onervaren in het woord van de ​gerechtigheid, want hij is een ​kind. Maar voor de volwassenen is er het vaste voedsel, voor hen die hun zintuigen door het gebruik ervan geoefend hebben om te kunnen onderscheiden tussen goed en kwaad.” vs 10-14

Het is goed om de rijkdom van Gods Woord ook op  dit punt al meer te ontdekken zonder zomaar iets uit een hoge hoed te toveren.  Het gaat daarbij niet om onze fantasieën. Het is belangrijk om te zien dat het volledige werk dat Christus voor onze verzoening met God moest doen in de tempel zichtbaar werd.  In schaduwen die naar Hem vooruit wezen en die Hij werkelijkheid ging maken. Bij dat werk dat van Christus spreekt, hoort ook die ene bok die blijft leven en die voor Azazel bestemt is.  We zien hier een element van het werk van Christus dat ook voor ons vandaag zo ontzettend belangrijk is. Laten we samen luisteren met een hart op de HERE gericht. Ik verkondig jullie hhet evangelie van Jezus Christus onder het volgende thema:

 

DE LEVENDE BOK MOET DE ZONDEN WEGDRAGEN

 

  1. De zonden worden op hem geladen
  2. Wegdragen naar Azazel in de woestijn

 

  1. De zonden worden op hem geladen

 

Twee bokken staan klaar.  De ene is geofferd. De hogepriester is met bloed van die bok het Heilige der heilige in gegaan. Hij heeft ook van dat bloed op het verzoendeksel gesprenkeld en zeven keer voor de ark op de grond. Voor Gods troon namens en voor Gods volk.

Dan komt hij terug. Zijn werk voor het volk is nog niet klaar. Er staat nog de bok waarop het lot voor Azazel gevallen is. We gaan eerst eens kijken wat er met deze levende bok gebeurt. De hogepriester moet zijn beide handen op de kop van deze bok le

ggen.  We lezen daarbij in vers 21 meteen wat de bedoeling daarvan is. Wat dit ons moet laten zien. We lezen dan: “​Aäron​ zal zijn beide handen op de kop van de levende bok leggen en over hem al de ongerechtigheden der Israëlieten en al hun ​overtredingen​ in al hun ​zonden, belijden;”

De handen op de kop van de bok moeten laten zien dat de hogepriester namens het volk de zonden van dat jaar overdraagt op deze bok. Ze worden door de hogepriester op deze bok gelegd, geladen. Deze bok moet symbolisch de schuld die Gods kinderen gaan dragen. Dat is heel bijzonder. We zien daarbij ook voor wie de hogepriester het doet.  Het is maar niet een of andere occulte gebeurtenis. Het is niet iets wat we als een soort toverkunst kunnen gebruiken.  Het is niet zo dat hier een of andere tovenaar of medicijnman iets bij God voor elkaar krijgt. Het gaat er om dat duidelijk wordt dat zij die hun eigen schuld en zonden belijden mogen weten dat hun zonden op deze bok geladen worden. Dat ze op deze bok overgedragen worden en dat ze hun zonden kwijt zijn. De vergeving die juist in het bloed dat naar het Heilige der heilige gebracht werd duidelijk wordt betekent ook dat de straf op die zonden echt uit je leven weg zijn. Dat de HERE er niet meer op  terugkomt. Daarbij wil ik nog voor iets aandacht vragen voor iets dat de laatste tijd vanuit de  gemeente meerdere keren ook in gesprekken naar mij  toe is gekomen. Meerdere broeders en zusters worstelen juist met de vergeving en met het punt of hun schuld wel echt weg is voor de HERE. Wanneer het sterven komt of de Here Jezus terugkomt, was hun leven als gelovigen dan wel goed genoeg? Ook de vraag of als ze niet al hun zonden volmaakt bij de HERE opgenoemd hebben er wel vergeving is. Er zijn ook zonden in je leven die je door je onvolmaakte geloof niet opmerkt. Zorgt dat er voor dat je toch veroordeeld wordt terwijl je in liefde voor de HERE wil leven? Is het zo dat die vergeten of verborgen zonden er dan voor zullen zorgen dat ze toch aan de hemelpoort en bij Christus’ terugkeer veroordeeld zullen worden? Ik heb het nu niet over zonden die we zelf voor anderen verborgen houden en toch in ons leven koesteren. Wat kunnen mensen met de eerder genoemde vragen worstelen, wat kan dat voor een geweldige onzekerheid zorgen. Vaak alleen bekend bij zichzelf of een kleine kring. Wanneer jij dit in je leven herkent of je kent iemand die daarmee worstelt wat is dan wat we in onze tekst lezen belangrijk. Wanneer we onze schuld belijden dan vergeeft de HERE echt! Dan worden onze zonden heel echt op een ander overgedragen! Ja, dominee dat is wel wat heel makkelijk gezegd. Want wat er van als ik zonden vergeet te noemen, wat er van als er verkeerde dingen in mijn leven zijn die geregeld terugkomen of verkeerde dingen die ik bij mezelf niet eens hebt ontdekt maar er wel zijn?

Let er op dat in  Leviticus 16 duidelijk wordt dat er voor alle zonden in ons leven verzoening  is als je tot Christus gaat. Dat is ook wat de HERE in het Avondmaal zo duidelijk naar ons toe laat komen in het brood en de wijn. Dan wordt er op grond van Gods eigen Woord altijd gezegd dat Christus Zijn lichaam en bloed gegeven heeft als een verzoening voor  al onze zonden. Ja, maar die zonden dan die ik bij mezelf niet opmerk maar er toch zijn? Kijk dan eens met mij in Psalm 19.   Het gaat daar ook heel duidelijk om de belijdenis van eigen schuld. Hier wordt ook genoemd dat je niet al je verkeerde dingen zelf ziet. Zelfs op het gebed waarin je oprecht vraagt om vergeving van dingen die jezelf nog niet goed gezien hebt,  krijg je om Christus’ werk vergeving!  We lezen dit zo in deze Psalm:  “Afdwalingen – wie bemerkt ze? Spreek van de verborgene mij vrij. Behoed ook uw knecht voor overmoed, laat die over mij niet heersen; dan ben ik onberispelijk en vrij van grove ​overtreding.

Mogen de woorden van mijn mond en de overleggingen van mijn ​hart U welgevallig zijn, o Here, mijn rots en mijn verlosser.” Vs 13-15

Wie zo zijn of haar schuld belijdt mag weten dat de zonden van jou naar iemand anders overgedragen zijn. Dan kijk ik naar de Here Jezus. Dan kijk ik in het licht van Gods liefde en wet naar mijn eigen leven. Dan zie ik dat ik die overdracht van zonden, van mijn eigen verschrikkelijke schuld zo nodig heb. Als ik zonder de Here Jezus voor God kom te staan, is er alleen maar veroordeling voor altijd mogelijk. De mens zonder Christus is door eigen schuld reddeloos verloren. Bedenk dat ook als je jong bent. Ook jou leven kan zomaar voorbij zijn en je voor Gods troon brengen. Als je daar staat zonder dat Christus bloed van verzoening door jou gebruikt is om jje daarin te wassen, sta je daar met al je schuld. Zo zwart, zo schuldig, zo verdiend om eeuwig verloren te gaan.

Dan zie ik de Here Jezus. Zonder schuld, een en al liefde voor Zijn Vader in de hemel. Met hart en ziel en zonder ook maar een zonde leeft Hij voor Zijn Vader. Het is de Zoon van God die tegen de Vader gezegd heeft dat Hij zal komen om het hele werk van verzoening te doen door de straf te dragen. Psalm 40. Hij heeft gezegd: Ik kom om uw wil te doen. Wat het Hem ook kost. Dan wordt op Hem als de levende bok in de loop van Zijn leven al meer de zonden van zondaars geladen. Hij gaat het al meer voelen. Tot Hij in Getsemane doodbang geworden is. Het is zo verschrikkelijk om Gods boosheid en straf te voelen terwijl je zielsveel van Hem houdt. Het drukt zo vanwege jou en mij op de Here Jezus dat het nodig is dat een engel uit de hemel komt om Hem te bemoedigen.

De Here Jezus gaat het al meer voelen, om dat te kunnen dragen moest onze Verlosser ook God zijn. Goddelijk kracht is nodig om het te kunnen volhouden zo groot is onze schuld, zo intens is de straf die wij verdiend hebben. Hij moet het volhouden zelfs terwijl Hij aan het kruis hangt en Hij in het donker totaal van God verlaten wordt. De zonden zijn door God op Hem gelegd zoals de Hogepriester dat met die levende bok door zijn handen op zijn kop te leggen.

Die handeling laat zien wat de beloofde Verlosser moet dragen. Ik geef twee gedeelten in het Nieuwe Testament  waar dat beschreven wordt:

2 Korinthe 5:  “Wij zijn dus gezanten van ​Christus, alsof God door onze mond u vermaande; in naam van ​Christus​ vragen wij u: laat u met God verzoenen. Hem, die geen ​zonde​ gekend heeft, heeft Hij voor ons tot ​zonde​ gemaakt, opdat wij zouden worden ​gerechtigheid​ Gods in Hem.”

1 Petrus 2: “Want hiertoe zijt gij geroepen, daar ook ​Christus​ voor u geleden heeft en u een voorbeeld heeft nagelaten, opdat u in zijn voetstappen zoudt treden; die geen ​zonde​ gedaan heeft en in wiens mond geen bedrog is gevonden; die, als Hij gescholden werd, niet terugschold en als Hij leed, niet dreigde, maar het overgaf aan Hem, die ​rechtvaardig​ oordeelt; die zelf onze ​zonden​ in zijn lichaam op het hout gebracht heeft, opdat wij, aan de ​zonden​ afgestorven, voor de ​gerechtigheid​ zouden leven; en door zijn striemen bent u genezen.” Vs 21-24

Gods liefde in Christus is zo onvoorstelbaar groot voor zondaren zoals jij en ik. Christus laat zich volladen, laat zich overladen door Gods toorn en straf die wij verdiend hebben. Hij laat het helemaal op zich laden. Hij laat zich in de hel brengen. Helemaal vrijwillig om jou en mij genade te bewijzen, vergeving te geven, de liefdesgemeenschap met de HERE voor eeuwig. Voor wie niet zijn of haar eigen ding wil blijven doen maar schuld belijdt en voor de HERE wil leven. Dat is geweldig en blijf er niet buiten staan. Het is zo geweldig dat jouw schuld en zonden dan ook echt worden weggedragen. We letten daarop in het tweede punt.

 

  1. Weggedragen naar Azazel in de woestijn

 

De levende bok is de bok voor Azazel. Wie of wat is dit? In de Statenvertaling en de Herziene Statenvertaling wordt deze bok genoemd: de weggaande bok genoemd. Toch is er veel meer voor te zeggen dat het hier om een naam gaat zoals in de 1951 vertaling goed naar voren komt. Het namelijk zo dat als de twee bokken worden genoemd er wordt gezegd dat er een voor de HERE is en dan staat er dat de andere is voor en dan volgt het Hebreeuwse woord Azazel. Ook onder de joden was er al de uitleg dat dit de naam voor een persoon, voor de duivel was! De naam Azazel kan je ook vertalen met: hij die weggegaan is. Dat is een treffende naam voor de duivel. Hij is de eerste en het machtigste schepsel die bij God weggegaan is. Die een bestaan zonder de HERE en Zijn zorg en liefde gezocht heeft. Met verschrikkelijke gevolgen.

Door aan te wijzen dat deze levende bok voor Azazel is, voor de duivel is, wijst de HERE iets heel belangrijks aan op de grote verzoendag. Bij wie horen nu de zonden, bij wie hoort het verkeerde, bij wie hoort de eenzaamheid zonder liefde? Bij de duivel, bij hem die bij de HERE weggaat. De bok is niet Azazel zelf. Deze bok betaalt ook niet de schuld van de zonde aan de duivel. Die betaling heeft plaatsgevonden door de bok die voor de HERE geofferd is en van wie bloed op en voor de troon van God op aarde gesprenkeld is.

De bok voor Azazel brengt vanuit de betaling en de verzoening van de zonden van hen die ze beleden hebben die zonden naar de duivel. Hij houdt van de zonden. Bij hem horen ze thuis. Hij moet de straf ondergaan voor de zonden. Hij en zij die bij hem horen door hun leven zonder Christus. Deze levende bok voor Azazel  mag niet onder Gods volk blijven. Hij moet weggejaagd worden. Weg bij Gods volk.   De woestijn in. De verzoening met God betekent voor wie schuld belijdt en met de HERE wil leven als je Heer, Meester en Verlosser dat de zonden weggedragen zijn. Ze zijn bij hem gebracht en daar gebracht waar ze horen bij de duivel in de hel. Christus die het offer en de levende bok is heeft ze daar gebracht. Hij was het die met de zonden en schuld van Gods kinderen beladen in de drie uren duisternis aan het kruis in de hel was. Van God verlaten ben je in de hel en kan die smerige duivel zijn gang gaan. De zonden moesten daar gebracht worden, daar afgeleverd worden wat het de Here Jezus als de levende bok ook kostte op die momenten. Hij was daar voor ons zodat wij terwijl we het verdiend hebben het nooit zouden meemaken. Het kost de bok en ook de Here Jezus zijn leven. De bok gaat levend de woestijn in. In de woestijn is niet genoeg eten, in de woestijn zijn wilde dieren. Dat overleeft een bok zonder bescherming niet.  Met het jagen de woestijn in is zijn doodvonnis getekend. Dat dit ook deel was van wat de HERE wil zeggen op Grote Verzoendag wordt later duidelijk wanneer de tempel in Jeruzalem gebouwd is. Dan is de woestijn ver weg. Je kunt de bok niet zomaar de woestijn in sturen. Dan werd op de Grote Verzoendag de bok voor Azazel net buiten Jeruzalem een ravijn in gejaagd waar het dier te pletter valt. De zonden horen bij de duivel, bij de hel, bij de eeuwige dood. Ze horen niet bij de HERE en bij Zijn geredde volk.

Het leven zonder Christus, het leven waarbij je je eigen zondige hart volgt, het leven waarin je de moderne burgerwaarden boven de wil van God stelt en daardoor je eigen baas wilt zijn over leven en dood, waardoor je eigen verlangens en keuzen wil maken op allerlei gebieden o.a. de seksualiteit. Ook als dat tegen de goede wil van de HERE in gaat die in liefde naar je toekomt. Ik heb het hier niet over jou als je worstelt en vecht tegen zonden en zondige gevoelens in je leven. Ik heb het niet over jou als je baalt van de nederlagen die je weer geleden hebt en die je met verdriet daarover bij de HERE hebt gebracht. Wie in Gods kracht al biddend tegen de zonden ook in het Nederland van de 21e eeuw strijdt mag weten dat Christus voor je in de hel was. Dat Hij gestorven is in jou plaats om je het eeuwige leven bij de HERE te geven. Daar kun je op aan want de HERE heeft het belooft. Dan is het zekerder dan zeker!

De zonden zijn daar gebracht waar het dor en doods is. In de woestijn. Daar waar de gevolgen van de zonden er voor zorgen dat er bijna niets groeit. Waar altijd gevaar, honger en dorst op de loer liggen. Waar het nooit anders wordt. Ja, maar dominee we lezen toch ook in de Bijbel dat juist de kerk een plaats in de woestijn krijgt?

Dat is waar. Dat lezen we in Openbaring 12. Dat is op het moment dat de duivel na Christus’ hemelvaart niet meer in de hemel kan komen. Dan kan hij alleen nog op de aarde rondgaan als een briesende leeuw. Juist de kerk wordt dan heel erg bedreigd op aarde. We lezen dan: “En toen de ​draak​ zag, dat hij op de aarde was geworpen, vervolgde hij de vrouw, die het mannelijke ​kind​ gebaard had. En aan de vrouw werden de twee vleugels van de grote arend gegeven om naar de woestijn te vliegen, naar haar plaats, waar zij onderhouden wordt buiten het gezicht van de slang, een tijd en tijden en een halve tijd.” vs 13,14

Het bijzondere is hier dat de duivel en de mensen die Gods kinderen het heel moeilijk op aarde kunnen maken er niet voor kunnen zorgen dat Gods zorg en liefde hen niet bereikt. Het leven kan door vervolging, door verleiding, door de maatschappij waarin je leeft, door mensen om je heen als een woestijn voelen. Toch beschermt en verzorgt de HERE ons ook daar. Zodat de duivel er niet voor kan zorgen dat we bij de HERE en zijn dienst weggaan. Zo mag je ook als de wereld vanwege je leven met de HERE hier als een woestijn voelt op de Christus bouwen. De HERE is het dan  waar je je aan . Die ook aan jou belooft: Ik zal je niet verlaten. Zo is de HERE. Dat liet Hij al zien op de Grote Verzoendag. Dat laat Hij nog heerlijker in Christus zien.

Omdat Christus voor wie gelooft de zonden naar de duivel, de hel gebracht heeft en ze uit jouw leven heeft weggedragen kun je de toekomst met vertrouwen tegemoet zien. Persoonlijk en als gemeente samen. Wanneer we ons vasthouden aan Christus zegt Hij ook als de duivel jou wil vastgrijpen wat Hij zei toen de duivel Hem wilde verleiden in de woestijn: “ Ga weg, ​satan, want er staat geschreven: De Heere, uw God, zult u aanbidden en Hem alleen dienen. Toen liet de ​duivel​ Hem gaan; en zie, ​engelen​ kwamen en dienden Hem.” Matt 4:11

Wie zich zo in de verleiding en de strijd aan Christus vasthoudt, mag dit geweldige weten wat we belijden in zondag 23: “Hoe bent u rechtvaardig voor God?

Antwoord: Alleen door waar geloof in Jezus Christus.
Al klaagt mijn geweten mij aan, dat ik tegen alle geboden van God zwaar gezondigd en geen daarvan gehouden heb en dat ik nog altijd uit ben op elk kwaad, toch schenkt God mij, zonder enige verdienste van mijn kant, alleen uit genade, de volkomen voldoening, gerechtigheid en heiligheid van Christus. Hij rekent mij die toe, alsof ik nooit zonde had gehad of gedaan, ja, alsof ik zelf al de gehoorzaamheid volbracht had die Christus voor mij volbracht heeft.
Aan deze weldaad heb ik alleen deel, als ik die met een gelovig hart aanneem.”

Ga je nu nog zonder levend geloof in Christus naar huis? Dat is niet nodig!

 

AMEN