Zonen en dochters profeteren. Enkele opmerkingen bij de discussie over vrouw in het ambt

03-11-2016 14:10

ZONEN EN DOCHTERS PROFETEREN

Enkele opmerkingen bij de actuele discussie over de vrouw in het ambt

 

Waarom?

 

In de GKV wordt de discussie over de vrouw in alle ambten op weg naar de synode van Meppel al intenser.  Op weg naar deze synode zijn twee heel opvallende documenten verschenen.  Het eerste is het boek:  Zonen & Dochters profeteren. Dit boek is geschreven door een groep mensen die pleit voor de openstelling van alle ambten voor de vrouw in de GKV en andere kerken waar dit nog niet zo is. De schrijvers komen vooral uit de GKV. Dit boek pleit hartstochtelijk voor de vrouw in het ambt. Het zou vanaf het begin zo geweest zijn dat dit de wil van God was. Dit boek gaat uit van de stelling dat man en vrouw samen het beeld van God vormen en alleen lichamelijk verschillen maar verder precies dezelfde taak in het leven hebben.

Op het moment dat ik dit artikel wilde gaan schrijven, verscheen het rapport van de deputaten van de GKV die de opdracht hadden om over de vrouw in het ambt met voorstellen te komen. Het rapport heeft als titel: Samen dienen. Ook hier is het uiteindelijke voorstel om alle ambten voor de vrouw open te stellen. Toch zijn er ook verschillen. In dit rapport wordt nog wel gesproken over de ‘koppositie’ die de man in het huwelijk  en ook in de kerk zou moeten innemen. Maar hoe dit in onze tijd zou moeten weten de schrijvers van dit rapport niet. Ze leggen veel nadruk op de cultuur die volgens hen altijd de manier van invulling van de ambten heeft bepaald. Dat zou daarom nu ook mogen en eigenlijk ook nodig zijn.  

Je kunt je afvragen of het goed en nodig is om hierover te schrijven. Moeten we ons ook nu nog met de ontwikkelingen in de GKV bezighouden? Ik hoor die vraag onder ons meerdere keren stellen. Er zijn meerdere redenen om dit juist op dit punt wel te doen. Ik noem er een paar:

a.       Het zou wel een heel verkeerde houding zijn als we zeggen: ze zoeken het maar uit, wij hebben de goede stap gedaan. Velen van ons hebben nog duidelijk banden met velen in de GKV. Velen van ons hebben hier kinderen en kleinkinderen, andere familie en veel vrienden van vroeger uit. Ik hoop en bid dat we nog altijd met ontferming en liefde over hen bewogen zijn. Juist daarom wil je meeleven en ook in liefde de weg van de HERE aan jezelf en ook hen voorhouden.

b.       Als het om de discussie over de vrouw in het ambt en de taak en positie van man en vrouw in het leven van de 21e eeuw gaat, moeten we niet denken dat dit ons voorbij gaat. Het is niet zo dat wij niet aangeraakt worden door de meningen en gevoelens die sterk in onze maatschappij leven.  Wanneer deze dingen om ons heen spelen, is het van het grootste belang om er ook samen over te spreken. Om juist vanuit de Schrift te gaan kijken wat er aan de hand is en de Schrift voor ons te laten spreken. Als we alleen zeggen: 'ja, maar daar zijn wij tegen' is dat de dood in de pot. Dan komt het later met dubbele kracht op ons af. 

 

Drijfveer

 

Als het om de vrouw in het ambt gaat, zie je hoe het verlangen daarnaar vanuit de samenleving al meer groeit. Je ziet dat in de kerkgeschiedenis als je let hoe dit in verschillende kerkverbanden vanaf het begin van de 20e eeuw gegaan is. Hoe meer vrouwen in de maatschappij en ook in de kerk actief werden ingeschakeld hoe meer er de vraag naar de vrouw in het ambt kwam.  Dit zegt op zich niets over het inschakelen van vrouwen in de maatschappij en bij meer dingen in de kerk.  In de wereld en in veel kerken was alle verschil tussen man en vrouw weggevallen. Het werd al meer als vreemd en zelfs als achterstelling en discriminatie gezien als mensen horen dat je in een kerk zit waar vrouwen geen ambtsdrager kunnen worden. Dat is toch achterlijk?

De kans is dan groot dat er in je hart, in je gevoel iets gaat groeien wat er naar verlangt dat dit lastige toch uit je leven verdwijnt. Je wilt niet bij een minderheid horen die toch wel heel ouderwets gevonden wordt. Waarom zou jij als vrouw, terwijl je volgens jezelf echt wel gaven op dat gebied hebt, geen ouderling of predikant kunnen worden? Dat is toch niet meer van deze tijd? Het begint vaak met een gevoel van onbehagen dat al groter wordt. Ik kwam daar ook achter toen ik ongeveer 10 jaar geleden in Kampen de eerste cursus over Hermeneutiek bijwoonde. Toen kwam er op een bepaald moment van een van de docenten de vraag of iemand van ons een uitleg van 1 Timotheus 2:11-15 kon geven die vrouw in ambt niet zou tegenhouden. Deze tekst was voor hem  nog de laatste hindernis  om voor de vrouw in het ambt te zijn. Hij wilde er voor zijn maar die ene tekst zat nog in de weg. Hoe kon dit opgeruimd worden? Je ziet dan dat het verlangen er is, maar dingen in de Bijbel worden als een obstakel ervaren. Dan gaat er gezocht worden om die hobbel weg te kunnen nemen. Ik kom juist op deze ene hobbel straks nog terug.

De cultuur en het verlangen naar eigen hart wordt vaak de drijfveer en ook al meer beslissend bij het lezen van de Bijbel. Bij het al meer openstaan voor de tijdgeest en het losraken van wat de Schrift ons zegt.  Dit laatste is op een heel goede manier naar voren gebracht door dr H.J. Paul  in het artikel Schemerzones.  [i]    

 

1 Timotheus 2

 

 Hoe wordt de hobbel van wat de Geest in 1 Timotheus 2 zegt nu genomen?  Het opvallende is dat als je nu naar verschillende publicaties gaat kijken dat eigenlijk steeds weer op een andere manier gedaan wordt. Je ziet als het ware voor je ogen dat je met gelegenheidsoplossingen te maken hebt. Ik noem meerdere van deze oplossingen die de laaste jaren in de discussie in de GKV zijn voorgedragen:

a. Vorige rapport

In het rapport dat op de vorige GKV synode gediend heeft, was het sterk de cultuur en daarmee ook de tijdgebondenheid die de oplossing moest geven. De redenering dat Paulus vanuit missionaire argumenten toen  kwam tot de regel om geen vrouwelijke ambtsdragers te hebben. In onze tijd zou het juist andersom zijn. Als we nu aan deze regel vasthouden zouden we een onnodige drempel voor mensen opwerpen om tot Christus te komen. Deze redenering kom je bijvoorbeeld ook al tegen in twee populaire Afrikaanse studiebijbels uit de negentiger jaren van de vorige eeuw. (Bybellennium; Bybel in praktyk)

Het opvallende is dat wat de Heilige Geest zegt aan de kant geschoven wordt ter wille van hoe er in onze tijd gedacht en gevoeld wordt.  Als je dat op dit punt doet, gaat bij velen hun geloof veranderen. Waarom zou je dan op andere punten in de Schrift ook niet kunnen zeggen dat hier vooral vanuit de tijdgeest van toen geredeneerd wordt. Je ziet dan dat de geest van de tijd het wint van de Schrift.

b.       Bij Alamatine Leene komt in haar proefschrift: ‘Triniteit, anthropologie en ecclesiologie’ ook  1 Timotheus 2 ter sprake. Zij kiest daarbij voor een heel zeldzame uitleg dat Paulus bij zijn opmerkingen dat hij niet toestaat dat een vrouw gezag over de man heeft het hier zou gaan over een vrouw die een bepaalde dwaalleer in de gemeente verkondigt. Zoals een vrouw die dwaalleer verkondigt moet ook een man die dwaalleer verkondigt stil blijven. Er zou op dit punt geen verschil tussen man en vrouw zijn. Dat laatste is natuurlijk waar dat een man die een verkeerde leer uitdraagt ook stil moet blijven. Maar de hele uitleg die hier naar voren wordt gehaald, klopt echt niet met de tekst zelf. Het loopt ook stuk op de grond die Paulus voor zijn woorden hier geeft dat Adam eerder geschapen is dan Eva. 

c.       Jan Wessels is een van de medeschrijvers aan het boek ‘Zonen en dochters profeteren’.  Hij erkent dat als je 1 Timotheus 2 leest Paulus voorschrijft dat vrouwen geen ouderling of predikant kunnen zijn. Toch is dat volgens hem geen reden om Genesis 1 en 2 zo uit te leggen dat het ook echt niet kan. Volgens hem kun je een tekst die een paar duizend jaar later geschreven is niet gebruiken om daar de uitleg van deze hoofdstukken door te laten bepalen. Dat zou een verkeerde regel zijn. Dat op zichzelf is al heel vreemd. Wanneer we belijden dat de hele Bijbel het Woord van God is, is juist wat er in het ene boek van de Geest staat het meest geschikt om de rest van de Bijbel uit te leggen! Wie weet beter dan de Schrijver zelf wat Hij duizenden jaren daarvoor bedoeld heeft toen Hij Gen 1 en 2 liet opschrijven?!  Ook Wessels komt met een heel vreemde uitleg van deze tekst. Ik laat hem zelf even aan het woord:  “Een paar oplettende lezers misten in mijn vorige blog over het gebruik van (het woord) ‘scheppingsorde’ in de discussie rond vrouwen en hun rol in de kerk een verwijzing naar 1 Timoteüs 2:13. Dat was natuurlijk met opzet. Het was een keuze die ik maakte om daarmee te laten zien dat een tekst die Paulus twee- à drieduizend jaar na het ontstaan van Genesis schreef, gebruikt wordt als hermeneutische sleutel voor het verstaan van Genesis 1-3. De vraag is dan of dat eigenlijk wel legitiem is? Of dat openbarings-historisch gezien wel klopt?............ Maar goed, de vraag is me te na aan het hart gelegen om haar te laten schieten na zo’n dertig jaar studie op de geschiedenis van de exegese van de twee ‘zwijgteksten’ bij Paulus waarvan 1 Timoteüs 2:11-15 er één is (vergelijk ook 1 Korintiërs 14:34-35). De vraag is dus: hoe lezen we 1 Timoteüs 2:13 in het licht van Genesis 1-3? Dus niet andersom!

        Ervaren debater

Nadat we eerst gezien hebben dat er in Genesis geen sprake is van ‘scheppingsorde’ als basis voor de rol van de vrouw als ‘eeuwige ondergeschikte’, integendeel zelfs (zie bijv. Genesis 2:24), en dat die onderschikking op geen enkele manier geboden is - ook niet in Genesis 3 - wordt het inderdaad interessant hoe Paulus in 1 Timoteüs 2 zijn argumenten neerzet. Hij ‘ver-draait’ daar toch als het ware het scheppingsverhaal! En ik kan me niet voorstellen dat hij dat onbewust doet als doorgewinterde schriftgeleerde. Nee, ik heb geen kritiek op Paulus. Ik vind het eigenlijk geniaal wat hij doet. Het is een associatieve manier van lezen van het scheppingsverhaal, die hij als ervaren debater gebruikt om zijn argument kracht bij te zetten dat vrouwen in de kerk niet te hoog van de toren mogen blazen (onderwijs geven en de baas spelen over mannen).”[ii]

Tot zover Wessels. Er volgt nog veel maar wie zo met Gods Woord omgaat, zet zich toch zelf wel buitenspel. Dan ligt het er toch wel heel dik bovenop dat eigen mening bewezen moet worden en maak je Paulus maar tot verdraaier van de Schrift voor het goede doel. Dan kom je toch uit bij wat Petrus schrijft in zijn tweede brief.  Dat mensen de woorden van Paulus naar hun eigen mening verdraaien. Zie 3: 14-16 

d.       In ‘Zonen en dochters profeteren’ vinden weer een andere uitleg.  Al komen er op een voorzichtiger manier wel elementen van Wessels terug.  Het argument dat Paulus gebruikt dat Adam eerst geschapen is en daarna Eva zou alleen opgaan als het gaat om eigenmachtig optreden van vrouwen tegenover mannen. Bij het gezag hebben van de vrouw over de man in deze tekst zou het alleen gaan over vrouwen die dat eigenmachtig zouden willen hebben. Via een lange redenering vanuit het Griekse woord  authentein dat hier gebruikt wordt komen ze tot deze conclusie. Hier hebben we ook met een heel zeldzame uitleg te maken die allerlei vragen oproept.

e.       In het nieuwste rapport in de GKV (Samen dienen) wordt ook over dit gedeelte in de Bijbel geschreven. We lezen daarover o.a. dit: “Paulus doet in 1 Timotheus 2 een beroep op zowel mannen als vrouwen om zich gepast te gedragen tijdens de samenkomsten maar hij vult dat voor mannen en vrouwen verschillend in, met een beroep op de schepping en met het oog op  de vernieuwde schepping.   Paulus maakt in 1 Timotheus 2 duidelijk dat het niet goed is dat een vrouw zelf onderwijs of gezag over mannen heeft. Dat is geen algemene uitspraak want hij maakt verderop in zijn brief duidelijk dat Timotheus ‘oude vrouwen als moeders’ moet zien die gezag hebben over dochters en zonen.  1 Tim 5:2; (Zie hierbij ook de dankbaarheid van Paulus voor het oprechte geloof van de grootmoeder en moeder van Timotheus, verwoord in 2 Tim 1:5)”[iii]    De conclusie die dan getrokken wordt is heel opvallend. Daarin functioneert het beroep van Paulus en dus van de Geest op de schepping eigenlijk niet meer. De conclusie is: “Hoe dat destijds werd ingevuld is duidelijk, hoe wij dat nu invullen is iets waarop we ons als gemeente dienen te bezinnen.”[iv]   We lezen hierover een aantal bladzijden verder: “wat Paulus precies bedoelt met zijn opmerkingen in 1 Kor 14:34 en 1 Tim 2:9,10, wordt verschillend beoordeeld. Wat zijn woorden betekenen voor onze tijd, is ook niet duidelijk.”[v]    

Het opvallende is hier dat wat de Geest in 1 Tim 2 zegt  met een beroep op onduidelijkheid  aan de kant gezet wordt. Zo laat je de Geest vanuit het hele Woord niet  uitleggen wat Hij ons zelf in Genesis 1 en 2 geleerd heeft.  De geest van onze eigen tijd die man en vrouw niet alleen gelijkwaardig laat zijn, maar vindt dat er geen aparte taken in gelijkwaardigheid kunnen zijn,  overheersen uiteindelijk dit rapport.  Dat laatste zie je ook heel pijnlijk als 1 Petrus 3 aan de orde komt.

 

Vier lagen 

 

In het rapport ‘Samen dienen’ is er gekozen voor een manier van Bijbellezen waarin er dan tussen 4 lagen  in de Bijbel onderscheiden wordt.  Het doel daarvan is o.a. dat je er rekening mee houdt dat niet alles wat je in de Bijbel leest norm voor ons leven nu is. Dat laatste is op zichzelf waar. Dus daar gaat mijn kritiek in dit artikel niet over.  Er wordt onderscheiden tussen:

Laag 1  Schepping

Laag 2 Gebroken realiteit

Laag 3 Bevrijdend herstel

Laag 4  Fundamentele vernieuwing

In dit schema maken de schrijvers ook ruimte voor de cultuur die een grote invloed heeft gehad op wat er in de Bijbel staat. Dat moet je als het ware van de bepaalde delen van de Bijbel afpellen of het is helemaal cultureel bepaald en heeft daarin dan geen normerende boodschap voor ons. Hierover zou nog veel te zeggen zijn. Maar nu naar het punt waar het in dit rapport om gaat. Bij het culturele hoort volgens dit rapport dat er een bepaalde relatie van gezag tussen man en vrouw in de Bijbel bestaat. Dat zou dus voor ons geen norm zijn. Ook niet als het om de ambten in de kerk gaat waarin gezag over anderen door Christus gegeven wordt. Toch komen de schrijvers van dit rapport ook met hun eigen schema in de knoop met bepaalde Bijbelgedeelten. O.a. met wat Petrus in zijn eerste brief schrijft. We vinden daar namelijk hoe Petrus laat zien dat man en vrouw gelijkwaardig voor de HERE zijn. (Dat is trouwens in de hele Bijbel zo! RV)  Waar Petrus dit als bevrijdend  en fundamenteel naar voren brengt, schrijft hij ook: “Want zo tooiden zich voorheen ook de heilige vrouwen, die op God hoopten, en hun eigen mannen onderdanig waren; zoals Sara Abraham gehoorzaamde en hem heer noemde. U bent kinderen van haar geworden, als u goeddoet en niet bevreesd bent voor enig ding dat u angst zou kunnen aanjagen.”

Sara wordt in haar verhouding tot haar man Abraham de vrouwen hier tot voorbeeld gesteld. Dit is een duidelijke norm die de Geest door Petrus geeft met een beroep op wat  in het Oude Testament gezegd wordt. Het rapport meent dat de omgang waarin sprake is van gezag tussen man en vrouw bij de cultuur hoort en geen norm voor eigen tijd is. Het rapport geeft aan dat dit wel een moeilijkheid is. In werkelijkheid is dit niet alleen een moeilijkheid, maar wijst het het  failliet van dit hele model aan. Het laat zien dat de eigen cultuur en tijdgeest voor de schrijvers in de praktijk meer zeggenschap heeft dan wat de Geest in de Schrift ons leert. De Bijbel wordt zo een onduidelijk en moeilijk boek dat niet meer goed te lezen is en door mensen op verschillende manieren  gemasseerd kan worden naar je eigen mening toe.

Het is ook duidelijk dat het rapport door deze gekunstelde manier van Bijbellezen acrobatische[vi]   toeren moet uithalen om bij de conclusie uit te kunnen komen dat alle ambten voor vrouwen open zouden moeten staan. Ze staan door deze manier van Bijbellezen ook zelf in de weg  om  een conclusie, die ze zelf in het rapport trekken, waar te maken. De conclusie die ik bedoel kun je vinden op pag 24:    “Wanneer de bredere exegetische lijnen in de Bijbel worden bestudeerd, wordt duidelijk dat in de Bijbel vrouwen en mannen wel gelijkwaardig, maar niet gelijk zijn. God geeft de man een koppositie en de vrouw krijgt een positie waarin ze dat vooropgaan moet accepteren. Zo is er sprake van vrijwillige wederzijdse dienstbaarheid. De Bijbel laat steeds weer zien dat we daarin als mensen fouten maken. God geeft, daar waar de zonde heeft geleid tot onderdrukking en overheersing van de vrouw bescherming, recht en een positie. Dat wijst op gezamenlijke verantwoordelijkheid die man en vrouw moeten nemen waarin ieder een eigen rol en taak heeft.”

Daarbij past toch heel goed en natuurlijk dat de Geest ons wijst dat in ieder geval ouderlingen en predikanten mannen moeten zijn?!  Als je dat niet wil moet je acrobatische toeren uithalen om de Bijbel aan je kant te krijgen.

 

Enkele gevolgtrekkingen

 

Vooropmerking. Ik zou veel meer over het boek en rapport dat ik genoemd heb ,willen schrijven, maar dan wordt dit artikel dat al erg lang is echt veel te lang. Ik hoop de tijd te vinden om dit uit te breiden en misschien een avond te vinden om dit eens met anderen die dat zouden willen uitgebreid te bespreken.

1. De manier van omgaan met de Schrift getuigt ondanks alle goede intenties een openstaan voor eigen cultuur en tijdgeest die de Schrift als het Woord van God niet laat uitspreken.  

 

2.  De Bijbel wordt niet als het ene Woord behandeld dat echt Gods ene Woord is. Je ziet dat heel duidelijk in het voorbeeld van Wessels en ook bij de behandeling van gedeelten als 1 Timotheus 2 en 1 Petrus 3.

 

3.  Er moet gebruik gemaakt worden van heel verschillende, uitzonderlijke en gewaagde exegeses om bij het eigen standpunt te kunnen uitkomen.

 

4.   Deze weg van omgaan met de Schrift leidt af van wat de Schrift zelf zegt en zal dat al meer gaan doen. De trouwe kerk van Christus kan met zo’n manier van omgang met Gods Woord niet uit de voeten.

 

Ds Rob Visser



[i] H.J. Paul Schermerzones in  M.J. Kater(red.) Apeldoorn  De Banier 2015 Tegenstrijdige verlangens p.11-26  

[ii] Jan Wessels Scheppingsorde in 1 Timotheus 2:13?  Dit artikel is te vinden op: https://www.missienederland.nl/k/n646/news/view/245039/233410/scheppingsorde-in-1-timoteus-2-13.html

[iii] Rapport Samen dienen p. 19,20

[iv]  Samen dienen p.21

[v] Samen dienen p.25

[vi] Deze term heb ik hier overgenomen van prof J. Douma die in reactie op het verschijnen van dit rapport in het Reformatorisch Dagblad o.a. dit zei:  “Leg alle teksten ernaast die milder lijken te zijn, dan nog vind ik dat er acrobatische exegese nodig is om de vrouw tot oudste in de christelijke kerk en tot predikante van het Evangelie om te toveren.” 2 november 2016 pagina 2.