Zondag 13, 20 en 24, 32 aanvulling

02-01-2016 15:40

 

Hieronder vind je een preek die ik gehouden heb toen ik predikant was van de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) van Dronten-Noord.  Aan de linkerkant vind je de oorspronkelijke liturgie. De gezangen komen uit het Gereformeerd kerkboek en uit het Liedboek (oud). De gebruikte Bijbelvertaling is de NBV. Aan de rechterkant vind je de liturgie genomen uit het Gereformeerd kerkboek met de 41 gezangen zoals die nu in de GKN gebruikt wordt. 

Wanneer deze preek gelezen wordt graag even een mailtje naar mij zodat ik weet waar deze preek gelezen is.  dsjrvisser@gmail.com


 

De zondagen 13,20 en 24 en 32 staan niet tussen deze reeks preken. Ik wilde preken die eventueel geschikt waren om te lezen over deze zondagen nog bewerken. Dit is met Zondag 13 en 24 en 32 nu gebeurd. Die vind je hieronder. Zondag 20 volgt zo snel mogelijk. De preek over zondag 24 is een nieuwe preek die ik allen in de GKN van Zwolle gehouden heb. 

 

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm 122

Geloofsbelijdenis

Psalm 101:1,2,3

Schriftlezing:  Lukas 2:40-51

Gebed

Collecte

Gezang 178                                           Gezang  25

Tekst: Zondag 13/ Lucas 2:40-51

Preek

Psalm 84:5,6

Dankgebed

Collecte

Gezang 52                                              Gezang 9

Zegen

 

 

Broeders en zusters, jongens en meisjes, gemeente van onze Here Jezus Christus

 

Het is nog niet lang na het Kerstfeest. Zondag 13 gaat er o.a. over dat de Here Jezus op een heel bijzondere de Zoon van god is en dat wij om Hem kinderen van God mogen zijn. Wie in de Here jezus als de Zoon van God gelooft is kind van God en erkent de Jezus Christus als de Heer over zijn of haar leven. Dat is wat we in Zondag 13 belijden. Dat komt in Lukas 2:40-51 heel bijzonder naar voren. Daarom kijken we vandaag vanuit deze tekst naar wat we in Zondag 13 belijden. Dan zie je dat het echt op Gods eigen Woord gegrond is!  

De Here Jezus is geboren. Hij is met Jozef en Maria naar Nazareth gegaan. Hij groeit daar op. Jongens en meisjes de Here Jezus was een echt kind en een echte tiener zoals jullie dat zijn. Hij moest leren lopen, leren praten. Hij moes ook leren om te kunnen schrijven en lezen. Het was niet zo dat de Here Jezus dat allemaal vanzelf al kon.

Jezus was een kind onder de kinderen in Nazareth. Toch was er een ding waarin Hij van al die andere kinderen verschilde. Waarin hij anders was. Waarin Hij anders was dan al de de mensen op deze wereld. Hij heeft nooit iets gedaan of gezegd dat verkeerd was. Hij heeft altijd geleefd zoals Vader in de hemel het wil.

Hoe zou jij reageren op iemand in jouw klas die nooit meedoet met iets dat niet goed is? Die nooit iets doet dat niet in de haak is? Hoe denken wij broeders en zusters over kinderen of jongeren die heel serieus en ernstig met de HERE leven? Die over de dingen van Vader in de hemel met grote eerbied spreken en die echt volgens de wil van de HERE willen leven? Hoe praten jullie jongelui over iemand die zo wil leven? Zijn we dan niet gauw geneigd om te zeggen: wat een vroom jochie? Wat doet die bekrompen, het lijkt wel een oud mannetje. Je bent toch maar een keer jong en dan is het toch niet nodig om zo serieus te zijn?

Hoe denken en spreken we er als ouders over? Hoe praten we onder elkaar? Moedigen we elkaar aan om echt te groeien in het leven met Christus? Om al hoe meer een met Christus en Zijn wil te worden? Of zeggen we eerder: Het is niet nodig om zo serieus met Christus te leven, dat kan later nog wel? Zijn we er niet vaak heel makkelijk in om een leven waarin we het niet zo nauw met de HERE en Zijn wil nemen niet zo erg te vinden? Ach,  zo ernstig als je jong bent, is toch niet nodig?

Het is altijd weer nodig om onszelf ook op deze punten te toetsen aan het blijde evangelie van Christus. Ik verkondig jullie dat evangelie onder het thema:

 

JEZUS IS BIJ VADER THUIS

 

1.            Daarom groeit de afstand met Zijn ouders

2.            Daarom is Hij bezig met de dingen van Zijn Vader

3.            Daarom is Hij gehoorzaam aan Zijn ouders

 

1.            Daarom groeit de afstand met Zijn ouders

 

De Here Jezus groeit op in een gezin waarin de HERE met eerbied en liefde gediend wordt. Jozef en Maria willen als kinderen van Vader in de hemel leven. Ze willen luisteren naar Zijn stem. Dat is ook de reden waarom ze volgens Gods bevel elk jaar (Ex 32:14-17; 34:22,23; Deut 16:16) voor het paasfeest naar Jeruzalem gaan. Om er samen met Gods volk de machtige bevrijding uit Egypte te vieren. Om de HERE daarvoor in de tempel te danken. Om de HERE dan ook te danken voor de oogst die Hij gegeven heeft. Het is een blij feest dat een week duurt. Een feest dat in alles van dankbaarheid aan de HERE spreekt.

Het was toen voor Jozef en Maria geen vraag of ze naar Jeruzalem zouden gaan. Het was voor hen een goede gewoonte geworden. Een gewoonte die meer dan een menselijke traditie is. De wil van God had zo diep in hun leven ingegrepen dat het  patroon van hun leven op dit punt was gaan beheersen.

De Here Jezus is nu 12 jaar. Hij gaat met Zijn vader en moeder mee. Je hoort of leest nog wel eens dat dit de eerste keer voor de Here Jezus zou zijn geweest dat Hij naar Jeruzalem ging. Let erop dat we dat in onze tekst nergens lezen. Gelovige ouders namen hun kinderen in die tijd van jongs af al mee naar de feesten in Jeruzalem. Het gaat er in deze geschiedenis om wat toen die keer met Jezus en Jozef en Maria gebeurd is.

Jozef en Maria blijven het hele paasfeest in Jeruzalem. De dag om weer terug te gaan is aangebroken. De Here Jezus is niet bij zijn vader en moeder. Jozef en Maria maken zich daarover geen zorgen. Ze verwachten dat ze Hem ergens op weg weer zullen tegen komen. Als ze op die plaats gekomen zijn gaan ze zoeken. Waar is Jezus? Hebben jullie onze Jezus gezien? Nergens is de Here Jezus te vinden. Nu komt er wel zorg en onrust in het hart van Jozef en Maria. Ze gaan ongerust terug naar Jeruzalem. Ze gaan daar vragen en zoeken. Drie dagen zoeken ze zonder Jezus te vinden. Je kunt begrijpen hoe ongerust Jozef en Maria als ouders dan zijn.

De derde dag zoeken ze weer. Ze komen dan in de tempel. Ergens in de tempel zien ze mannen bij elkaar zitten. Wie zien ze daarbij zitten? De Here Jezus. Hij is met al Zijn aandacht bij het gesprek daar betrokken. Hij luistert en vraagt allerlei dingen. Gesprek en dan vragen beantwoorden was toen de manier om onderwijs te geven. Zo gaven de Schriftgeleerden toen les aan hun leerlingen.

De leraren in Israel zijn verbaasd als ze de Here Jezus horen praten. Hoe is het mogelijk dat een jongen van 12 jaar zo’n kennis en inzicht in de Schrift heeft! Hij weet niet alleen veel. Hij heeft ook inzicht en kan verbanden leggen. Kijk maar in vers 47. Jezus’ kennis van het Oude Testament is maar niet iets dat hij uit zijn hoofd geleerd heeft zonder het te begrijpen. Het is de levende kennis van het Woord van Zijn Vader. Het is duidelijk dat de leraren van israel graag met de Here Jezus praten. Hij is voor hen een talent, een grote belofte voor de toekomst. Ze kennen het geheim van Zijn leven niet dat Hij de Messias, de Zoon van God is. Jozef en Maria kennen dat geheim wel. Toch is er bij Jozef en Maria geen blijdschap als ze Jezus daar in de tempel met de leraren van Israel zien praten. Ze zijn waren ze ontzet, ontsteld. Hoe kan Jezus dit nu doen? Hoe kon Hij nu in de tempel blijven toen zij op weg terug naar Nazareth gingen?

De familieband, dat zij de ouders van Jezus zijn is voor hen het belangrijkste. Jozef en Maria kijken en denken nu niet verder. Ze vatten wat hier gebeurt heel emotioneel op. Zij voelen het zo aan dat de leraren in de tempel belangrijker voor Jezus zijn dan zij als vader en moeder. Daarom komt uit de mond van Maria dit duidelijke verwijt: “Kind, wat heb je ons aangedaan? Je vader en ik hebben met angst in het hart naar je gezocht.”

Het is duidelijk dat de Here Jezus hier door Maria als een kind gezien wordt die nog niet genoeg wijsheid heeft. Zij ziet Hem hier alleen als het kind waarvan zij en Jozef de ouders zijn. Het antwoord dat de Here Jezus geeft maakt duidelijk dat er een afstand tussen Hem en Zijn ouders op aarde groeit: “Waarom hebt u naar Mij gezocht? Wist u niet dat Ik het huis van Mijn Vader moest zijn?”

Jezus laat hier zien dat het niet juist van Zijn moeder is om Hem alleen als kind te zien die nog niet weet wat Hij moet doen. De fout ligt niet bij Hem maar bij Zijn ouders. De Here Jezus maakt hier duidelijk dat Hij geen gewoon kind is. Hij is niet alleen het kind van Maria maar ook de Heer en Leraar van haar. Hij is de Zoon van God. Maria mag dat nooit vergeten. Jezus is meer dan Zijn moeder. Jezus is ook heiliger dan Zijn moeder want Hij is zonder enige zonde.

Maria moet leren om Jezus die ze negen maanden in haar buik gedragen heeft als meer dan haar kind te zien en te behandelen. Om Hem echt als de Zoon van God, als de beloofde Verlosser te behandelen. Wat Jozef  en Maria hier in Jeruzalem moeten leren is iets dat we allemaal ook vandaag moeten leren. Jij en ik zijn niet de ouders van Jezus. Toch moeten ook wij leren om vanuit Christus als onze Redder en Here te denken en te leven. In alles. We moeten leren om niet de bloedband op de eerste plaats te zetten. We moeten ook leren dat niet het belangrijkste is dat je vader, moeder of kind bent.

Het belangrijkste is dat we leven en denken vanuit de liefde en gehoorzaamheid aan Christus, de Zoon van God. Dan luister je vanuit die verbondenheid aan Christus als ouders en kinderen, als jongeren en ouderen in de gemeente naar elkaar. Dan willen steeds weer samen zien wat de wil van God is. Als dan een kind tegen zijn vader zegt: Vader het klopt toch niet wat u nu zegt of doet want de Here wil en zegt het toch anders. Als een kind dat beleefd naar voren brengt met respect mag je daarover niet kwaad zijn. Nee, dan komt in dat kind de HERE zelf naar je toe en spreekt je aan. Het is dan je kind die je weg van het leven voorhoudt. Je ziet dan het werk van de Heilige Geest in je kind. Dat is dan iets om heel dankbaar voor te zijn.

De Here Jezus zegt tegen zijn ouders met alle respect dat Hij meer dan hun kind is. Dat Zijn taak is om zich met de dingen van Zijn Vader bezig te houden. We letten daarop in het tweede punt.

 

2.            Daarom is Hij bezig met de dingen van Zijn Vader

 

Jezus vraag waarom Zijn ouders Hem gezocht hebben. Het was niet nodig geweest om Hem te zoeken. Ze konden toch geweten hebben waar Hij was?

Waarom zegt Jezus dit tegen Zijn ouders?

Hij kan dit zeggen omdat zij het grote geheim van Zijn leven kennen. Nog voor de geboorte van de Here Jezus is er een engel persoonlijk op bezoek geweest bij Maria en Jozef afzonderlijk. De engel heeft verteld wie de Heilige Geest in Maria verwekt heeft. Jozef en Maria hebben gezien hoe de herders in de nacht van Jezus’ geboorte gekomen zijn en verteld hebben wat er in het veld van Efrata gebeurd is. De wijzen uit het oosten zijn gekomen en hebben de Zoon van God bijzondere eer bewezen. Een engel is aan Jozef verschenen om te zeggen dat ze naar Egypte moeten gaan. Een engel is gekomen om te vertellen dat de tijd gekomen was om weer naar Nazareth terug te keren. Jozef en Maria weten wie Jezus is.

De woorden van de twaalfjarige Jezus maken dit heel duidelijk. Hij is de Zoon van God. Wat hoort er meer bij Hem dan dat Hij in het huis van Zijn Vader is. Dat Hij in de tempel is waar Zijn Vader op een bijzondere manier op aarde woont. Daar in de tempel spreekt alles van de Vader.  Daarom spreekt alles daar ook van de Here Jezus en van de taak die Hij op aarde moest komen doen. De hele tempel, de hele inrichting daarvan, al de offers die de priesters brengen. Spreken van de Verlosser die komt. Alles wat op de goede manier vanuit de Schrift naar voren gebracht wordt, wijst op Jezus en wat Hij komt doen. De Here Jezus zal later tegen de Joden zeggen: “U bestudeert de Schriften en u denkt daardoor eeuwig leven te hebben. Welnu, de Schriften getuigen van Mij”.  Joh 5:39

Het is voor de Here Jezus heerlijk om in de tempel te zijn. Bij Vader thuis te zijn. Het is heerlijk voor Hem om met anderen over het Woord van Vader in Zijn huis te spreken. Hij is dan zo thuis bij Zijn Vader. Het gaat hier maar niet om een of ander gevoel. De Here Jezus zegt namelijk tegen Zijn vader en moeder: “Wist u niet dat Ik in het huis van Mijn Vader moest zijn?”

Dat woordje moest  gaat in het leven van de Here Jezus steeds met Hem mee. Het is het moeten  waarmee de Heilige Geest ons wijst op de opdracht van de Vader die de Zoon tot verlossing van Gods uitverkoren kinderen moet uitvoeren. Zie o.a: Ps 40:7; Joh 10:17,18; Luc 4:43; 9:22; 13:33; 19:5; 22:37; 24:7,26,44. Het is wat de Vader Hem oplegt. Alleen zo kan Hij de echte Verlosser voor de kinderen van God zijn.

Jozef en Maria zouden nu moeten terugdenken aan wat de Engel Gabriel voor Jezus geboorte gezegd heeft: “Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal Hem de troon van Zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal hij koning zijn over het volk van Jakob en aan Zijn Koningschap zal geen einde komen.” Luc 1:32,33

De Here Jezus wil steeds weer met de dingen van Zijn Vader bezig zijn. Hij moet de wil van Zijn Vader voor Zijn leven op aarde vanuit het Oude Testament helemaal begrijpen en tot Zich nemen. Zijn werk is helemaal gericht op de opdracht als Verlosser die Hij gekregen heeft.

Jozef en Maria moeten leren om Jezus te zien in het ambt, in de taak die Hij van de Vader gekregen heeft. Als ze dat goed gezien hadden, hadden ze niet lang gezocht hebben. Dan zouden ze als eerste naar de tempel, naar het huis van Zijn Vader gegaan zijn. Voor niemand dan voor de 12 jarige Jezus was het zo heerlijk om en zo vertrouwd om in de tempel te zijn. Zo dicht bij Vader! Voor niemand meer als voor de Here Jezus spraken deze woorden: “Van verlangen smacht mijn ziel naar de voorhoven van de HEER. Mijn hart en mijn lijf roepen om de levende God.”Ps 84:3.

Niemand heeft meer dan de Here Jezus gejuicht toen Hij hoorde dat ze naar de tempel gingen: “Verheugd was ik toen ik hoorde: Wij gaan naar het huis van de HEER.” Ps 122:1

De Here Jezus wil vanuit die bijzonder liefde en verbondenheid met Zijn Vader niets anders dan volledig in liefdevolle gehoorzaamheid aan de wil van Zijn Vader leven. We letten daarop in het laatste punt.

 

3.            Daarom is Hij gehoorzaam aan Zijn ouders

 

Zelfs Jozef en Maria begrijpen niet wat de Here Jezus zegt.  Ze nemen het onderwijs van de Zoon van God nu niet ter harte. We zien hier iets van het lijden van de Here Jezus op aarde. Zelfs mensen heel dicht bij Hem, zelfs zij die meer van Hem weten dat al de andere mensen begrijpen en volgen Zijn onderwijs niet. Jezus wordt hier door Zijn ouders miskend. De Zoon krijgt niet de eer die Hij verdient. Wij zijn door onze zonden zo vaak ongevoelig voor God en Zijn wijsheid. Ook zo hardnekkig in het verwerpen ervan. We zien dat hier bij Jozef en Maria.

Als wij zo behandeld waren en wisten dat we het bij het rechte end hadden. Dan is de kans heel groot dat we opstandig en ongehoorzaam aan onze ouders zouden zijn. De Here Jezus niet. Jozef en Maria komen Hem halen en willen dat Hij weer meegaat naar Nazareth. De Here Jezus is zonder brutaliteit gehoorzaam. Hij offert zich op. Al verlangt Hij nog zo naar het huis van Zijn Vader. Toch is Hij gehoorzaam aan Zijn vader en moeder op aarde.

Zolang zij Hem geen opdrachten geven waardoor Hij zonde moet doen onderwerp Hij zich aan hun gezag. Dat is namelijk de wil van Vader in de hemel zoals dat in het vijfde gebod tot ons komt.

Jezus wil echt in alles volgens de wil van Vader leven. Dat betekent voor Hem dat de dag komt dat Hij aan het kruis geslagen zal worden. Om dan tot in de verschrikkelijke ellende van de hel de schuld en zonden van de gelovigen te dragen. Zo diep en ver gaat Zijn zelfverloochening en gehoorzaamheid voor zondaren die tot hem vluchten. Jezus is  de Verlosser. Wij hebben Hem als onze Verlosser zo nodig. Zelf kunnen we het niet. Voor de kinderen van God is Hij ook het voorbeeld van gehoorzaamheid en toewijding aan God en Zijn wil.  We mogen dat nooit vergeten.

Jezus was het kind en de mens die in volledige liefde en gehoorzaamheid aan Vader leefde. Hoe reageer jij op een kind, op een jongere die in diepe ernst voor de HERE leeft? Hoe reageer jij op iemand die voor het samen Bijbelstudie doen ook als jongere werk van voorstudie maakt? Die ook met een hart dat op de Here gericht is aan de bespreking meedoet? Hoe praten we over iemand die nog jong is maar al heel duidelijk voor Christus leeft? Praten we over zo iemand negatief? Is hij of zij te serieus. Als je jong bent hoeft alles toch niet zoals het in de Bijbel staat. Je bent toch jong en je wilt wat. Jong en wild horen toch bij elkaar? Dat hoort er toch bij om op oudejaarsdag eens flink te drinken. Om je roes de volgende dag uit te slapen en dan maar een keer op Nieuwjaarsdag niet in de kerk te zijn.  Praat je zo dat je uitdraagt dat je er trots op bent dat je een paar flink dronken was? Ik wil wel een keer dronken zijn in mijn leven want dat moet iedereen toch een keer meegemaakt hebben. Dat hoort erbij om volwassen te worden.

Broeders en zusters, jongens en meisjes ook onder ons kun je zulke dingen horen. Maar laten we het heel eerlijk tegen elkaar zeggen: het is dwaze, ongelovige taal die niet bij ons als volk van God hoort. Om alleen bij dit ene voorbeeld te blijven, luister maar eens naar de Here Jezus zelf: “Pas op dat jullie hart niet afgestompt raakt door de roes en de dronkenschap en de zorgen van het dagelijkse leven, zodat die dag jullie overvalt.” Luc 21:34

Vind jij het allemaal te serieus als mensen na de kerkdienst over de preek napraten? Veroordelen we in onze gesprekken misschien liever andere mensen die dingen een beetje anders als ons doen en praten we liever over de sterren van de wereld dan samen te groeien in een leven met de Here? Zijn wij op dit punt goede voorbeelden voor onze kinderen? Beginnen we elke dag met onze kinderen door samen te lezen en te bidden? Of vinden we dat allemaal wat te?

Wij mogen het leven met Christus als onze Redder nooit losmaken van het leven met Hem als ons grote voorbeeld! Als je dat ziet gooi je onverschilligheid en slordigheid weg uit je leven. Dan lachen we niet om anderen die in liefdevolle ernst steeds weer vragen: Wat wil de Here dat ik doe in mijn leven. Dan willen we juist in die gehoorzaamheid aan Christus in ons leven groeien. Dan willen we groeien in het vol overtuiging leven volgens de wil van Vader in de hemel. Zo voeden we onze kinderen dan ook op. In diepe liefde en eerbied voor hem.

Weet je wat de duivel nu hoopt? Dat je nu in de gang van de kerk of voor de kerk of als je zo thuis bent zegt: De preek van ds Visser was vanochtend wel een beetje te hè!

Dan weet hij zeker dat je niet in de voetstappen van Christus gaat en dat er alle openheid is om je te stimuleren in een leven volgens ons eigen zondige hart. Geef aan de duivel geen voet in je leven!

Volg Christus als de enige Verlosser! Vertrouw en leef voor Hem dan ben je door Zijn lijden thuis bij Vader.   Een beter thuis is er niet!

 

AMEN    

 

Zondag 24

 

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm 66:3,5,7

Lezing van de wet

Psalm 50: 7,11

Schriftlezing: Leviticus 1

                      Romeinen 6:1-14

Gebed

Collecte

Gezang 36:1,2

Tekst: Zondag 24

Preek

Psalm 119:1,2,3

Dankgebed

Psalm 96:4,5

Zegen

 

Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

Je wordt er soms moedeloos van. Waarom is de catechismus zo somber. De vorige keer bij de behandeling van Zondag 23 hebben we gezien dat je als gelovig kind van God zo rijk bent. Als je rijk bent dan kun je toch ook wat? Dan ben je toch wel op de ladder van het leven gestegen. Als je kind van God bent, als je in de Here Jezus de schat van je leven hebt dan ben je toch ook wel iets?

Dan zou je zeggen dat je toch wel echt dingen kunt doen waarmee je ook zelf iets bij God opbouwt. Je groeit nu toch wel zo in je geloof  dat je al meer voor God aannemelijk wordt. Als je dan vraag en antwoord 62 leest, kan dat je ergeren. Wat is dat nu weer. Ik doe het ook nooit goed genoeg. Het is om gek en moedeloos van te worden. Zo’n waardeloos mens ben ik toch niet. Moet je nu eens horen wat hier staat: terwijl zelfs onze beste werken in dit leven allemaal onvolmaakt en met zonden bevlekt zijn.

Hier staat dat zelfs het beste dat ik doe, zelfs wat ik met de meeste liefde doe nog niet goed genoeg is. Zitten we hier echt nog wel op het goede spoor broeders en zusters, jongens en meisjes? Is het dan toch echt zo dat wat we als gereformeerden belijden de mensen wel depressief moet maken?

Laten we nu antwoord op deze vragen krijgen als ik jullie echt de blijde boodschap van God onder het volgende thema verkondig:

 

WIE GELOOFT DOET GOEDE WERKEN

 

  1. Niet om iets te verdienen
  2. Uit liefde

 

  1. Niet om iets te verdienen

 

We krijgen in Zondag 24 met iemand te maken die heel kritische vragen stelt. Het is allemaal prachtig om te zeggen dat Christus alles voor de gelovigen verdiend heeft. Toch is daar heel wat tegen in te brengen als je eens naar het leven van mensen in de praktijk kijkt. Als de Here Jezus alles verdiend heeft dan betekent dat dat de gelovige niets verdiend heeft. Dan maak je de mens, zelfs de gelovige mens tot een nul. Het is toch wel heel erg deprimerend en geeft geen enkele stimulans om te horen dat je op aarde nooit een ding doet die voor God volledig acceptabel is. We doen toch goede werken en die betekenen toch ook iets! Zo zou je de vraag bij antwoord 62 naar onze tijd toe kunnen vertalen.

Dan komt het antwoord. Let erop dat dat antwoord bij God en niet bij ons begint. Het gaat er nu eerst om wie de HERE is. Pas in Zijn licht kunnen we met deze vragen op een goede manier omgaan en een goed antwoord krijgen. Wie is de HERE? Hij is de Heilige God bij wie alleen het volmaakte past. Hij is de God die zonde tot in het diepst van Zijn hart haat. Zonde staat tegenover Hem.

Dat bij de HERE het gave, het volmaakte hoort, zien we o.a. bij het offeren in de tempel. We hebben een deel van Leviticus 1 gelezen. Het ging daar over het brandoffer. In het brandoffer gaat het er o.a. om dat de man of vrouw die dat offer komt brengen daarmee zegt ik wil bij de HERE horen. Ik wil mijn leven aan mijn God toewijden. Ik wil in brand staan voor Hem. Om bij de HERE als je God en Redder te horen is een gaaf leven, een leven in totale toewijding en volledige gehoorzaamheid aan Zijn wil nodig. Omdat je dat in je eigen leven op aarde niet vindt is een offer nodig. Een offer dat laat zien dat er voor jou op een bepaald moment iemand helemaal moet opbranden om in jouw plaats die heerlijke plaats bij God te verdienen. Een mens die werkelijk een leven gaat leiden zonder enig gebrek, zonder maar het kleinste vleugje ongehoorzaamheid aan God in de hemel. Als teken daarvan moet bij het brandoffer een dier gebruikt worden zonder enig gebrek. Kijk vs 3. Ook bij de andere offers lezen we steeds weer het voorschrift dat de offerdieren zonder enig gebrek moeten zijn. Bij de Heilige God hoort het volmaakte, hoort wat niet door de zonde aangetast en vervormd is.

Hoor dan hoe de Here Jezus dat het beslissende offer gebracht heeft omdat Hij in volle liefde en gehoorzaamheid voor God in de plaats van de gelovigen geleefd heeft en gestorven is:  U weet immers dat u niet met zoiets vergankelijks als zilver en goud bent vrijgekocht uit het zinloze leven dat u van uw voorouders had geêrfd, maar met kostbaar bloed, van een lam zonder smet of gebrek, van Christus. 1 Petrus 1:18,19

Dat de HERE als de Heilige tegenover alles wat zonde is staat, zien we ook heel duidelijk in 1 Joh 1. Het is Johannes die hier over de verkondiging van Gods Zoon Jezus Christus dan o.a. zegt: Dit is wat wij Hem hebben horen verkondigen en wat wij u verkondigen: God is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis. Als wij zeggen dat we met Hem verbonden zijn terwijl we onze weg in het duister gaan, liegen we en leven we niet volgens de waarheid. Vs 5,6

Dat juist Gods heiligheid ook gelovigen op een heel bijzondere manier ontzag inboezemt zien we o.a. in Jesaja 6. De HERE roept Jesaja daar om als profeet in Zijn dienst te gaan werken. Jesaja die een echte gelovige is, ziet het niet zitten dat hij zo dicht bij de HERE is. Hij ziet de HERE als de grote God en Koning. Hij hoort de engelen om Gods troon zingen: Heilig, heilig, hielig  is de HEER van de hemelse machten. Heel de aarde is vervuld van Zijn majesteit. Vs 3 Dan wordt Jesaja bang. We horen hem dan zeggen: Wee, mij!  Ik moet zwijgen want ik ben een mens met onreine lippen, en ik leef te midden van een volk dat onreine lippen heeft. En nu heb ik met eigen ogen de Koning, de HEER van de hemelse machten, gezien. Vs 5

Dat God heilig is en dat je weet wat dat betekent, laat steeds weer zien dat er aan jouw en mijn leven nog heel veel mankeert. Dat laat zien dat we echt met ons leven op deze aarde niets bij God kunnen verdienen want wij schieten altijd weer tekort. Ook als we vanuit toewijding en liefde voor de HERE leven. Dan is er met die toewijding en liefde niets mis maar dan mist daarin altijd nog veel. Hoe goed we het ook willen doen er zijn altijd nog dingen in het beste wat we voor de HERE doen wat met zonde, met verkeerde motieven of gedachten te maken heeft. Hoe vaak gebeurt het niet dat jij de dingen zo doet zoals je weet dat de HERE dat wil maar is er in ons hart nog zoveel tegenstand. Of we doen iets voor een ander, we zijn vriendelijk tegen de ander maar zo voelt het toch niet in ons hart. Het gaat er de HERE om dat we werkelijk met alles wat in ons is, met elke vezel van ons uit liefde  voor God en onze naaste in alles leven. Als we dat doen, doen we wat we horen te doen. Dat is waar de Here Jezus ons op wijst in Lukas 17. Hij maakt daar duidelijk dat we echt verkeerd denken als we voelen dat wij toch iets bij God kunnen verdienen. Zelfs als wij alles zouden doen zoals de HERE het ons gezegd heeft, doen we niet meer als wat van ons verwacht mag worden. Dan hebben we nog niets bijzonders verdiend. De Here Jezus gebruikt dan een voorbeeld van een slaaf. Een slaaf was het eigendom van zijn baas. Als de slaaf in dienst van de baas doet wat hij hem opdraagt doet hij niets anders dan wat hij moet doen. Wij zijn het eigendom van onze God en Schepper. Hij heeft ons zo gemaakt dat we volledig volgens Zijn wil kunnen leven. Als we dat doen dan is het goed, dan is er leven met de HERE als onze Vader. Dan kan je niet zeggen dat je nog meer, nog iets bijzonders verdiend hebt. Dat maakt de Here Jezus duidelijk als Hij dan in vers 10 zegt: Hetzelfde geldt voor jullie: wanneer jullie alles gedaan hebben wat jullie is opgedragen, zeg dan: Wij zijn maar knechten, we hebben enkel onze plicht gedaan.

Dat wij ook als gelovigen er niet aan toe komen om alles te doen wat de HERE ons opgedragen heeft. Dat ook het leven van de gelovige die in tere liefde voor de HERE leeft steeds weer zondige kanten zitten lezen we o.a. in Pred 7:20:  Er is geen mens op aarde die nooit zondigt, die alleen maar goed is en altijd rechtvaardig.

Betekent deze dingen nu dat kind van God zijn, dat gelovig zijn een deprimerende zaak is?  Ben je als kind van God maar een nul in Zijn ogen? Nee! Ik kom daarop zo nog terug. Maar het is wel zo dat wij met ons leven, met onze goede werken niets bij God kunnen verdienen. Het is niet zo dat ik door mijn leven, ook niet door mijn gelovige leven op enige manier recht op Gods liefde, op vergeving, op het leven waarin Hij voor mij zorgt heb.                  

Het is dus heel belangrijk dat jij in jouw leven niet op iets verdienen gericht bent. Dat het niet zo is dat de drijfveer om  christen te zijn niet is dat je daarmee jouw plaats in de hemel of Gods zorg voor je leven verdient. Het gaat er niet om dat jij iets aan de HERE geeft en dat Hij jou daar dan iets voor teruggeeft. Nee, het gaat erom dat de liefde van God je leven beweegt. Dat je ziet hoe groot het wonder is dat jij Gods kind mag zijn. Dat jij dat voor de volle 100% aan de HERE te danken heb. Dan wil je door de Heilige Geest bewogen uit liefde voor God leven. Dan gaat het niet om verdienen maar om Christus, om de Here God. je kunt niet meer zonder Zijn liefde. Wij letten daarop in het tweede punt.

 

  1. Uit liefde

 

De HERE wil in jou en mij iets moois werken. Hij heeft Zijn Zoon gegeven, gestuurd, tot in de hel laten lijden om in Zijn uitverkoren kinderen een leven van dankbaarheid te laten ontstaan. Dankbaarheid is iets heel anders dan werken om te verdienen. Dankbaarheid is leven in verwondering, in de verbazing: Onvoorstelbaar dat ik in Gods liefde mag delen, dat er door Christus strafdragen in mijn plaats voor mij zo’n machtige toekomst is.

Leven in dankbaarheid is juist dat je er zo blij en intens dankbaar over bent dat jij Gods kind mag zijn terwijl je dat op geen enkele manier met je leven verdiend hebt en ook niet kunt verdienen. Je ziet de liefde van God, je ziet de liefde van de Here Jezus en daarom wil je in Zijn dienst staan, in Zijn dienst leven.

Dan spreekt die kritische vraag die we bij vraag en antwoord 64 vinden ons ook niet meer aan. De vraag: Maar maakt deze leer de mensen niet zorgeloos en goddeloos? Het is niet de leer dat we in Christus alles hebben die mensen onverschillig maakt. De misbruik van wat de Heilige Geest ons op dit punt leert maakt dat mensen onverschillig, slordig, zorgeloos gaan leven. Dat ze zeggen ik ben een gelovige en ik ben gered en dan maakt de manier waarop je leeft niet zoveel uit. Dat misbruik zien we steeds weer in de kerk. Ook in de tijd van het Oude en Nieuwe Testament. Ook nadat de Here Jezus Zijn heerlijke werk voor ons gedaan had. Dan gebruiken mensen zelfs dat werk van de Here Jezus om geen probleem ermee te hebben dat ze zondig leven. Want er is toch vergeving. Geen zonde te groot en te veel want Jezus offer is altijd groter. Zo redeneren mensen in de gemeente van Rome. Je hoeft je volgens hen  nu helemaal niet meer druk te maken over het punt  hoe je leeft. Dan horen we Paulus zeggen: Betekent dit nu dat we moeten blijven zondigen om de genade te laten toenemen? Dat in geen geval. Hoe zouden wij, die dood zijn voor de zonde, nog in zonde kunnen leven? …..  Zo moet u ook uzelf zien: dood voor de zonde, maar in Christus Jezus levend voor God. Laat de zonde dus niet heersen over uw sterfelijk bestaan, geef niet toe aan uw begeerten. Stel uzelf niet langer in dienst van de zonde als een werktuig voor het onrecht, maar stel uzelf in dienst van God. Denk aan uzelf als levenden die uit de dood zijn opgewekt en stel uzelf in dienst van God als een werktuig voor de gerechtigheid. Rom 6:1,2,12-14

Wie ziet hoe het God is die jou uit de dood gehaald heeft, hoe het de Here Jezus is die voor jouw zonden onder Gods verschrikkelijke boosheid en straf  doorgegaan is, kan niet anders dan voor God te willen leven. Dan zie je ook dat je geen nul voor de HERE bent. Het offer van de Zoon van God laat zien hoe kostbaar jij in Gods ogen bent. De HERE heeft voor jouw heel veel over gehad, zelfs de dood van Zijn Zoon. Je bent voor meer gekocht als wat mensen op deze aarde voor de duurste dingen betalen. Jij bent gekocht door de het bloed, door het leven en de dood van Gods eigen Zoon. Zo duur is er voor jou betaald.

Wie dat ziet, wie dat tot zich door laat dringen ziet de liefde van God. Dan praat je niet meer van iets verdienen bij God. Dan zeg je niet meer dat leven met Christus je tot een nul maakt. Dat dat jij niets kan verdienen je neerslachtig en depressief maakt. Dat gebeurt als je naar jezelf kijkt, als jij denkt dat jij toch nog zelf waarde aan Gods liefde toevoegt. Wie het in zichzelf gaat zoeken raakt altijd weer neerslachtig, teleurgesteld in zichzelf. Echt blijvende blijdschap en echte troost vind je in Christus die alles voor je gedaan heeft. Echt alles! Die dan zelfs voor jou verdiend heeft dat je dingen gaat doen die je uit jezelf nooit kan doen. Dat je een mens wordt waarin de Heilige Geest liefde voor God en je naaste werkt. Dan leert de Geest jou dingen doen waarvan je uit jezelf zegt: dat kan ik nooit. Een voorbeeld daarvan lezen we in Lucas 17.

De Here Jezus noemt daar het voorbeeld van iemand die tegen jou gezondigd heeft. Dan gaat het om vergeven. Laten we heel eerlijk zijn dat vergeven voor ons vaak heel moeilijk is. Soms zijn je ook dingen aangedaan die het zo moeilijk maken om te vergeven. Uit jezelf vergeven dat kun je vaak maar vergeven. Wij denken zo gauw: Hij zegt wel dat hij er spijt van heeft maar of hij het meent dat moet ik nog zien. Of het gebeurt ook dat we zeggen: Ik vergeef wel maar in ons achterhoofd blijft er toch steeds de gedachte dat je de man die je vergeven hebt niet kunt vertrouwen. We gebruiken dan de woorden: Wel vergeven maar niet vergeten. Weet je wat nu het heerlijke van de vergeving door de HERE is? Dat als Hij vergeven heeft Hij er echt nooit meer op terugkomt! Dan zijn die zonden heel ver weggegooid. We lezen dat in Micha 7:19 zo: Opnieuw zult u zich over ons ontfermen en al onze zonden tenietdoen. Onze zonden werpt u in de diepten van de zee.

Dat is echt vergeven. Wat kunnen wij het daar moeilijk mee hebben om een ander te vergeven. Moet je nagaan als dezelfde persoon op een dag 7 keer bij je komt en je 7 keer om vergeving vraagt. Elke keer nadat hij jou om vergeving gevraagd heeft, heeft hij je weer iets aangedaan. Denk je dat eens in. En hij komt weer om vergeving vragen, hij zegt dat hij er echt spijt van heeft. Dan zijn wij na een paar keer geneigd om te zeggen: Je meent er geen barst van. Wat zegt de Here Jezus? Dit:  Dan moet je hem vergeven.

Jij zegt nu misschien: Dat kan niet, dat is onmogelijk, wereldvreemd. Dan ben jij niet de eerste die dat zegt. Zo reageerden ook de leerlingen van de Here Jezus. Hoor maar: Geef ons meer geloof! vs 5

Je ziet dan hoeveel groter Gods liefde als jouw liefde is. Wie de liefde en vergeving die God jouw geeft dan ziet, zegt niet: dat is belachelijk maar vraagt om meer geloof. Vraagt: Here leer mij om al meer uw beeld te vertonen, om al  meer vruchten van dankbaarheid in zijn of haar leven. Om in die worsteling die het leven vaak meebrengt te mogen groeien in geloof. Te groeien in vergevingsgezindheid. Om te groeien in een leven dat spreekt van dankbaarheid aan God. Dan zoek je die dankbaarheid, dan zoek je ook je groei in geloof, je groei in vergevingsgezindheid bij de HERE. Bij de Heilige Geest die in jou die liefde voor God en je naaste wil werken en laten toenemen. Door het geloof  kun je namelijk dingen doen waarvan wij als mensen zeggen: Dat kan nooit. Door Gods werk in je kun je boven jezelf als zondig mens uitstijgen en leren om dankbaar voor God te leven. De Here Jezus zegt dat tegen ons met deze woorden: Als jullie geloof hadden als een mosterdzaadje, zouden jullie tegen die moerbeiboom zeggen: Trek je wortels uit de grond en plant jezelf in de zee en hij zou gehoorzamen.

Laten we steeds weer die geweldige liefde van God zien. Die geweldige liefde van Christus. Dan zien we dat elke keer dat de HERE ons vergeeft, elke dag dat Hij ons eten geeft, dat Hij ons in ons leven op de been houdt en troost. Elke keer dat we voor Hem willen leven. Dat die machtige troost er in ons leven is dat wat er ook op deze aarde gebeurt voor wie op Christus bouwt er eeuwig leven is. Dan zien we dat we uit liefde alleen, uit genade alleen dat allemaal van de Here God krijgen. Krijgen gratis, voor niets. We krijgen het uit genade. Wie bij Christus hoort denkt er dan niet over om slordig te leven. Die vraagt aan zijn God en Verlosser meer geloof,  om al meer uit dankbaarheid te leren leven. Heel dicht bij God. Vanuit Christus. Die vraagt de Geest om je te leren al meer het goede te werken. Goed in Gods ogen en daarom goed voor je naaste, voor je broeder en zuster in de gemeente.

 

AMEN

 

 

 

 

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm 57:5,6

Gebed voor de opening van het Woord

Schriftlezing: Fillipenzen 2:12-18

Ps 63:2,3

Schriftlezing: 1 Tessalonicenzen 4:1-12

Ps 51:4,5

Tekst: Zondag 32

Preek

Gez 17:4,5

Geloofsbelijdenis van Nicea

Dankgebed

Kollekte

Ps 66:5,7

Zegen

 

Broeders en zusters, jongens en meisjes, gemeente van onze Here: Jezus Christus

 

Je hebt vrij of jij gaat naar een feestje. Je hebt het zo geregeld dat je met iemand meerijdt die bobt. Jij kan lekker stappen en hoeft er niet op te letten hoeveel jij drinkt. Deze avond is voor jou. Het is nou niet erg als de drank in jou de overhand krijgt.

Je bent al een paar keer met een jongen of een meisje een avond weggeweest, je hebt al een paar maanden verkering. Je hebt condooms gekocht om de avond op een bijzondere en volgens jou gepaste manier te kunnen afsluiten.

Jij bent op zaterdagavond bij vrienden. Het is erg gezellig. Je kijkt op jouw horloge en je ziet dat het al in de kleine uurtjes begint te lopen. Morgen om kwart voor negen begint de kerkdienst weer. Maar het is nou zo gezellig. De Here zal toch wel begrijpen dat ik er morgenochtend in de kerk niet ben?! Juist omdat het nou zo gezellig is en dat heb je toch ook nodig.

De voorbeelden die ik nu genoemd heb zijn geen dingen die alleen in theorie kunnen gebeuren. Hebben deze voorbeelden iets met het leven met de Here te maken? Heeft dat iets met de vernieuwing van jouw leven door de Heilige geest te maken. Heeft leven met Jezus Christus  alleen daarmee te maken dat wij weten dat wij door Hem vergeving van zonden hebben? Of betekent het ook dat jij en ik ons leven veranderen, dat wij anders als de wereld leven? Wij krijgen op deze vragen antwoord als ik jullie het evangelie van de Verlosser van ons leven onder het volgende thema verkondig:

 

HET BLOED VAN CHRISTUS ROEPT OM DE VERNIEUWING VAN ONS LEVEN DOOR ZIJN GEEST

 

Zo leidt Christus de gelovige tot

 

  1. ´n Dankbaar leven
  2. ´n Leven van geloofzekerheid
  3. ´n Leven vol uitstraling

 

 

  1. ´n Dankbaar leven

 

De woorden vernieuwing en verandering zijn in onze tijd heel populair. Als jij niet van vernieuwing en verandering houdt hoor je er al gauw niet meer bij. Dan ben je eigenlijk een beetje achterlijk.

Zo zijn er ook tijden in de geschiedenis waarin blijven bij hetzelfde heel populair is. Mensen die dan zekere dingen willen veranderen zijn verdacht. Zij worden dan gauw uitgestoten.

Altijd weer is er het gevaar dat we mooie en goede woorden zo gebruiken dat ze eigenlijk door de tijdsgeest en niet door het evangelie, niet door Christus beheerst worden. Een voorbeeld daarvan zijn de woorden: “Er moet altijd weer gereformeerd worden”. In een tijd waarin verandering populair is word deze uitspraak vaak misbruikt om elke verandering reformatie te noemen. In tijden dat blijven bij hetzelfde voor de meeste mensen norm is, word deze uitspraak niet op waarde geschat door te zeggen dat bijna alles goed is en niet beter kan. Mensen kijken dan niet meer kritisch vanuit Gods Woord hoe ze dingen doen.

Wij moeten leren om niet in verandering en vernieuwing en ook niet in altijd hetzelfde onze norm te zoeken. De geest van de tijd mag ook niet onze norm zijn. Steeds weer roept de HERE ons om ons eigen leven, het leven in kerk en samenleving aan Zijn Woord, aan Zijn wil te toetsen.

Waar begint dan de werkelijke vernieuwing van ons leven en ook het leven van de gemeente vanuit de vernieuwing van en door Christus? Waar begint de echte en blijvende vernieuwing van de gemeente en wat is dat? Wij hebben vaak de neiging om dit in een nieuwe manier van organiseren te zoeken. Of daarin dat iedereen bij alle dingen op een bijzondere manier betrokken is door zelf zekere dingen te doen. Wij hebben in onze tijd de neiging om te denken dat nieuwe vormen mensen bij de kerk zullen houden of er weer zullen terugbrengen. Als we zo denken vergeten we het belangrijkste, vergeten we wat eerst en steeds weer in ons leven moet gebeuren. De vernieuwing van jou eigen hart en leven.

Wij belijden dit heel duidelijk in Zondag 32. Deze Zondag wijst ons op een gevaar dat er steeds weer in ons leven is. De meeste van ons zijn in de kerk, in de kring van het verbond opgegroeid. Wij weten wat er in de Bijbel staat. Wij kennen het evangelie. Jij weet heel goed dat de Here Jezus gekomen is om voor zondaars te sterven en voor de gelovigen hun straf te dragen. Hij heeft Zijn leven, Zijn bloed voor Gods kinderen gegeven. Betekent dit dat als jij deze dingen weet, als jij dit gelooft jouw leven niet wezenlijk hoeft te veranderen? Kan jij een gelovige zijn zonder dat Jezus Christus ook heel concreet jou leven verandert? Kan jij als christen voor jouzelf leven? Het duidelijke antwoord daarop in onze zondag is: “Wij moeten nog goede werken doen omdat Christus ons niet alleen met Zijn bloed gekocht en vrijgemaakt heeft maar ons ook door Zijn Heilige Geest  vernieuwt tot Zijn beeld.”

Leven in geloof betekent dat jij en ik werkelijk uit liefde, uit dankbaarheid ons leven willen veranderen. Leven niet meer voor mijzelf en volgens de verlangens van mijn eigen hart. Als jij ziet dat Gods liefde door Christus zich zelfs tot jou uitstrekt wil jij juist veranderen. Een ander mens worden. Jij wil een mens zijn die met hart en en ziel leeft zoals Paulus daarvan in Rom 14:7-9 schrijft: “Want niemand van ons leeft voor zichzelf, en niemand sterft voor zichzelf; want als wij leven, het is voor de Here, en als wij sterven, het is voor de Here, hetzij wij dan leven, hetzij wij sterven, wij zijn des Heren. Want hiertoe is Christus gestorvenen levend geworden, opdat Hij en over doden en over levenden heerschappij voeren zou.”

Het leven van ’n ware christen is een leven vanuit de vergeving van de zonden en juist daarom een leven dat in alles aan Christus en aan de liefde voor God gewijd is. Als jij hebt leren zien hoe slecht en ondankbaar jij van jou zelf bent. Als jij hebt leren inzien dat jij werkelijk niets anders als de altijddurende straf van God verdiend  heb en jij ziet dat de Vader ook voor jou Zijn Zoon gestuurd heeft. Als jij ziet wat de Zoon van God er voor over gehad heeft en wat Hij doorleden heeft om jou uit de dood en de hel te redden dan wil jij alleen nog in diepe liefde en eerbied in dienst van de Here staan. Dan wil jij jouw leven vernieuwen, veranderen naar het beeld van Christus. Jij wil vanuit de vergeving van jouw zonden Christus volgen. Dan wil jij jouw leven terugbrengen naar de oorspronkelijke bedoeling waarmee God jou geschapen heeft dat jij volgens Zijn beeld op deze aarde zou leven. Als jij dat niet wil, als jij niet de heiliging van jou leven zoekt moet jij niet denken dat jij vergeving van jouw zonden krijgt. Het is niet zo dat wij Christus alleen voor de redding uit de eeuwige ellende zoeken en niet al hoe meer met Hem willen samengroeien en al hoe meer de wil van onze hemelse Vader willen doen. Ik noem twee plekken in Gods Woord waar we dat heel duidelijk lezen:

·         De Here Jezus zegt zelf in de Bergrede: “Een goede boom  kan geen slechte vruchten dragen, of een slechte boom goede vruchten dragen. Iedere boom, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. Zo zult u hen dan aan hun vruchten kennen. Niet een ieder, die tot Mij zegt: Here, Here zal het Koninkrijk van de hemelen binnengaan; maar wie doet de wil van mijn Vader die in de hemelen is. Velen zullen te dien dage tot mij zeggen: Here, Here hebben wij niet in uw naam geprofeteerd en in uw naam boze geesten uitgedreven en in uw naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij; gij werkers van wetteloosheid.” Matt 7:18-23

·         Dat de heiliging uit liefde voor de Here bij het leven van een christen behoort hebben we ook in 1 Tes 4 gelezen: “Want dit wil God: uw heiliging, dat u u onthoudt van de hoererij, dat ieder van u in heiliging en eerbaarheid zijn vat wete te verwerven”.

Juist in de heiliging van jouw leven, in een leven waarin jij jou aan Christus en de wil van Zijn hemelse Vader wijdt, word het dankbare leven voor God duidelijk. Zo belijden we het ook in ant 86: “opdat wij met ons hele leven toen dat wij God dankbaar zijn voor Zijn weldaden.”

Nou kan het zijn dat jij zucht. Jij voelt alsof jou nou weer een zware last opgelegd word. Jij voelt alsof in deze preek Christus bij jou weggedrukt word. Als jij naar jouw eigen leven kijkt is er nog zoveel mis. Dan is het met de vernieuwing van jou leven nog niet ver gevorderd. Weet jij wat nou het heerlijke geheim is? Dat het Christus zelf is die Gods kinderen door Zijn Geest tot Zijn beeld vernieuwt.   Ik kan in eigen kracht nooit daartoe komen. Steeds weer mag ik met mijn leven naar Christus gaan en vragen dat Hij ook mij laat groeien in het leven met Hem. Dat Hij met Zijn Geest al meer beslag op mijn leven zal leggen en al hoe meer de liefde voor Hem in mijn leven laat overwinnen. Het is Christus die dit ook in jouw leven wil doen. Dat is Gods heerlijke belofte ook voor jou.

Als we dan naar de voorbeelden van de inleiding teruggaan, is het heel duidelijk dat de manier waarop jij leeft alles met Christus te maken heeft. Dan wil jij als kind van God ook zo met drank omgaan zoals jou hemelse Vader dat wil. Wat is dan op dat punt een leven vol liefde, ’n dankbaar leven voor de HERE? Dat jij, ook als jij niet bobt,  de drank niet de overhand over jou laat krijgen. Dat jij van een pilsje of andere drank geniet zonder dat de drank het stuur over jou geest begint over te nemen. Dat dit de wil van de Here is lezen we o.a. in

Efese 5:18,19: “En bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is, maar wordt vervuld met de Geest,  en spreekt onder elkaar in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zingt en jubelt de Here van harte, dankt te allen tijde in de naam van onze Here Jezus Christus God, de Vader, voor alles, en weest elkaar onderdanig in de vreze van Christus.”

Luk 21:34: “Ziet toe op uzelf, dat uw hart nimmermeer bezwaard worde door roes en dronkenschap en zorgen voor levensonderhoud, en die dag niet plotseling over u komen, als een strik.”

Mensen om jou, de samenleving vindt het heel gewoon dat jij een avond waarop jij bent uitgegaan met de beleving van seksuele gemeenschap afsluit. Hoe anders is de wil van onze hemelse Vader. Hij heeft de seksuele gemeenschap als een prachtig geschenk aan ons gegeven om in het huwelijk daarvan te genieten. Om zo de onderlinge liefde te bezegelen. Daar waar een man en vrouw voor God en mensen levenslange trouw aan elkaar belooft hebben, mag dit geschenk van God beleeft worden. Wij lezen dit o.a. in Gen 2:24: “Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en zij zullen tot een vlees zijn.” De liefde en dankbaarheid voor Christus betekent dan een strijd tegen eigen gevoelens die door de geest van de tijd nog sterker naar de verkeerde kant getrokken worden.

Wij zitten op zaterdagavond lekker bij elkaar. Wij blijven zolang zitten dat we de volgende ochtend niet fris in de kerk kunnen zitten. Dan moeten we niet denken dat dat niet zo erg is. De HERE wil in diepe liefde juist in de kerkdiensten ook jou ontmoeten. Hij wil juist ook daar samen met Zijn volk jou oren, jou mond, jouw hart op Hem gericht zien. Een dankbaar leven betekent dan dat ik mijn leven zo inricht dat ik mij juist op Gods wil richt. Zaterdagavond bereidt ik mij als kind van God dan bewust op de kerkdiensten voor en bedenk ik wat we in Hebr 10:24,25 lezen: “En laten wij op elkaar acht geven om elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken. Wij moeten onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkaar aansporen, en dat des te meer, naarmate u de dag ziet naderen.”

Wie in liefde voor de Here leeft, het onverdiende wonder van Zijn liefde voor hem of haar ziet,  wil ook steeds weer vanuit de zekerheid van het geloof leven. Wij letten daarop in de tweede plaats.

 

  1. ’n leven van geloofszekerheid

 

Over het zeker zijn van jouw geloof, jouw band met Christus, over zekerheid en twijfel zou heel veel  te zeggen zijn. Velen van ons worstelen ook daarmee en toch ga ik daarover nou niet veel zeggen. Nou alleen een paar opmerkingen over het verband tussen een dankbaar leven voor de Here en de zekerheid van jou geloof.  Als jij niet werkelijk bewust met de HERE leeft. Als jij jouw eigen leven wil leiden en Jezus alleen zoekt om weer vergeving te krijgen om daarna weer in zonden te kunnen leven, vervreemd jij al meer van de hemelse Vader. Dan staan God en de Here Jezus voor jou op grote afstand. Dat zorgt er dan voor dat jij jou eigenlijk niet werkelijk bij Christus thuis voelt en jij word al hoe meer onzeker over jouw geloof en of jij eigenlijk nog wel wilt geloven. Omdat er geen werkelijke liefdesband met de HERE in jouw leven is. Als dat zo in jouw leven is, zoek de HERE dan weer, gaan weer in gebed tot Hem.  

De zekerheid van jou geloof  bloeit op als jij werkelijk de HERE zoekt. Als jij bewust een leven wilt leiden in dienst aan Christus. Dan zie jij hoe Christus door Zijn Geest in jou werkt. Hoe Hij bezig is om jou te veranderen. Om jou te vernieuwen. Wij lezen dat o.a. in Gal 5: “Dit bedoel ik: Wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees. Want het begeren van het vlees gaat in tegen de Geesten dat van de Geest tegen het vlees – want deze staan tegenover elkaar – zodat u niet doet wat u maar  wenst.” Vs 16,17. Dan zie jij in jou leven hoe Christus in jou werkt. Hoe Hij jou door Zijn Geest leert om niet jou eigen hart te volgen maar al hoe meer in liefde voor God en jouw naaste te leven. Dan zie jij dat Christus in jou woont. De vruchten van het geloof wijzen jou dan op het werk van de Heilige Geest in jou. Maar wat moet jij doen als jij voelt dat jij zo ver van de Here in jouw leven afgedwaald bent? Is er dan voor jou geen hoop meer? Gelukkig is er altijd weer hoop! Wanneer de zonde zwaar op jou drukt, zegt Christus ook tegen jou vandaag: “Komt tot Mij, allen die vermoeit en belast bent, en Ik zal u rust geven”. Matt 11:28. Jij mag jou aan die belofte van Christus vasthouden, jij mag daarop bouwen. Wanneer jij met jouw verzondigde leven naar Christus gaat geeft Hij jou rust, ook de rust dat jij weer in Gods liefde mag delen en Hij jou weer wil leren om een nieuw leven te leiden. Als jij zo leeft straal jij ook de liefde van God in deze wereld uit. Wij letten daarop in de derde plaats.

 

  1. ’n Leven vol uitstraling

 

’n Leven in dankbaarheid aan de HERE blijft niet onzichtbaar. Want Christus werkt dan zo in jou dat jij tot Zijn beeld  vernieuwt word. Let erop dat dit betekent dat jij weer zichtbaar Gods beeld gaat vertonen. Hier zie je hoe Christus ons verlost om weer te kunnen zijn waartoe de HERE de mens in het begin geschapen heeft. Wij zijn geschapen en worden door Christus verlost om Gods beeld op aarde te laten zien. Zodat de schepping, zodat andere mensen in jou zien hoe de HERE is. Zodat jij en ik een aanbeveling voor mensen in onze omgeving zijn om ook deel van de gemeente te worden, om ook bij Christus te willen horen. Als wij ons eigen hart blijven volgen moeten we er niet over klagen dat de gemeente zo weinig aantrekkingskracht heeft of dat mensen, ook al is het negatief, hun zo weinig van de kerk aantrekken. Laten wij toch werkelijk innig met de HERE leven en juist zo aanbevelingen voor het leven met Christus  en in Zijn gemeente zijn. Laat de manier waarop wij leven zo in de ware zin van het woord evangeliserend zijn. De Geest zelf roept jou en mij daartoe op o.a. in Titus 2:9,10: “De slaven moeten hun meesters onderdanig zijn in alles, het hun naar de zin maken zonder tegenspraak, of oneerlijkheid, maar alle goede trouw bewijzen, om de leer van God, onze Heiland, in alles tot sieraad te strekken

Luister ook met jou hele hart naar wat de Here Jezus in Matt 5 zegt: “”Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemel is, verheerlijken.”

Laat jouw leven op dat ene grote doel gericht zijn: dat God door jouw leven geprezen en verheerlijkt word. Dat is pas leven!

 

AMEN