Preek over Johannes 21:15-17 Bevestiging ambtsdragers 21 mei 2017

22-05-2017 12:26

ORDE VAN DIENST

 

 Votum

Vrede-Zegengroet

Psalm 135:1,2,3

Lezing van de wet

Psalm 63:1,2

Schriftlezing: Johannes 21:1-23

Psalm 134

Bevestiging ambtsdragers

Gez 38:4,5,6

Tekst: Johannes 21:15-17

Verkondiging van het evangelie

Psalm 63:3,4

Dankgebed

Collecte

Psalm 84:5,6

Zegen

 

Broeders en zusters, jongens en meisjes, gemeente van onze Here Jezus Christus

 

Het leven is de laatste 20 jaar anders geworden. Vaak ook drukker in de gezinnen. Er is veel te doen. Vaak werken zowel man als vrouw. Het aantal activiteiten in de week is groot. Zeker ook in een streek gemeente zoals wij zijn. Dan moet er door meerderen van ons heel wat afgereden worden om bij catechisatie, bij de kerkdiensten en bij de Bijbelstudieverenigingen uit te komen. Dat legt vaak wel een bepaalde druk op ons leven. Als dan ook nog de roep op ons afkomt om ambtsdrager te zijn of te worden. Dan kun je je wel eens afvragen hoe moet dat allemaal. Dat betekent vaak ook dat je samen met je vrouw en je verdere gezin op andere punten offers moet brengen.   Daarbij komt ook dat mensen mondiger zijn geworden, ook in onze gemeente. Juist als ambtsdrager kun je dan snel met allerlei kritische geluiden te maken krijgen die het werk niet makkelijker maken. Vooral als het heel makkelijke kritiek is. Als het kritiek is die alleen kritiek lijkt en waarbij het samen de HERE liefhebben niet echt naar voren komt.  Het is zo belangrijk dat we bij dit alles zien op de HERE die roept. Dat we dat ook als gemeente doen en echt met blijdschap en eerbied de ambtsdragers door de HERE aangewezen ontvangen en ook zo met ze omgaan.

Bij deze dingen komt ook nog iets anders. Dat is de vraag of je wel goed genoeg bent om ambtsdrager te worden of te zijn. Is jouw leven als gelovige wel zo dat je ouderling of diaken kunt zijn? Liggen er in jouw verleden geen dingen die makkelijk tegen je gebruikt kunnen worden? Als jij mensen aanspreekt kunnen ze dan niet gauw zeggen: maar ik weet dat jij vroeger ook dit of dat gedaan of gezegd hebt. Je ziet in de wereld om je heen hoe dingen die uit iemands verleden boven water komen er vaak voor zorgen dat iemand zijn positie kwijtraakt. Is je verleden een belemmering om nu ouderling of diaken te zijn?

De dingen de we nu genoemd hebben zijn belangrijk. Nu bij de bevestiging maar ook voor onze ontwikkeling als gemeente van Zwolle en omgeving. Kijken we echt met geestelijke ogen naar deze dingen of kijken we met de ogen van allerlei theorieën van management  en over menselijke verhoudingen er naar? Willen we echt kerk zijn of een of andere club mensen die zich met geloof bezig houdt?

Laten samen kijken naar wat de Heilige Geest ons te zeggen heeft in onze tekst. Ik verkondig jullie het evangelie van Jezus Christus onder het volgende thema:

 

CHRISTUS STELT PETRUS WEER PUBLIEK IN ZIJN AMBT

 

1.            Hij zet een streep door het verleden

2.            Hij laat het geheim van het ambt zien in het heden

 

1.            Hij zet een streep door het verleden

 

 De Here Jezus is uit de dood opgestaan. Voor altijd. Maar Hij blijft niet altijd als mens op deze aarde. Hij blijft niet altijd als mens bij Zijn kerk op aarde. Dat gaan we donderdag op Hemelvaartsdag ook heel duidelijk zien.

Wanneer iemand weet dat hij afscheid gaat nemen en belangrijke dingen achterlaat, is het belangrijk om de dingen heel goed te regelen. Als dat niet gebeurt, zorgt dat in onze zondige wereld heel vaak voor veel ellende. Voor het uit elkaar vallen van mensen. De Here Jezus laat in onze tekst heel duidelijk zien dat Hij de Herder is die voor Zijn kudde, Zijn kerk zorgt. Hij zorgt ervoor dat na Zijn hemelvaart de apostelen en de leerlingen er om heen niet tegenover elkaar kunnen gaan staan om dingen die in het verleden zijn gebeurd. Daarbij speelt Petrus en wat hij gedaan heeft een belangrijke rol.

Petrus is de man die vaak onder de leerlingen van de Here Jezus opvalt. Hij staat gauw vooraan. Hij werpt zich vaak op als een soort woordvoerder en leider in de groep. Dan zie je in het leven van deze leerling van de Here Jezus heel mooie dingen maar ook de diepe val van Petrus.  Het is heerlijk om te zien dat Petrus in Mattheus 16 over de Here Jezus belijdt: “U bent de Christus, de Zoon van de levende God.’ Vs 16 HSV

Toch zie je dan ook de zwakheid en kwetsbaarheid van het geloof van Petrus. De zwakheid die er vaak in menselijk enthousiasme ligt. Want wanneer de Here Jezus vertelt dat Hij juist als de Christus, als de Verlosser moet lijden en dat Hij daarom juist gedood moet worden komt Petrus in opstand. Hij zegt: Dat zal niet gebeuren! Daarop is het antwoord van de Here Jezus dan: “Ga weg, achter Mij, ​satan; u bent  Mij een aanstoot, want u bent niet bedacht op de dingen Gods, maar op die van de mensen.” Vs 23

Ook wanneer de Here Jezus gevangengenomen wordt zie je zeg maar 2 kanten in het leven van Petrus. Petrus is het die in al zijn vurigheid en liefde voor de Here Jezus Zijn zwaard trekt. Hij zal Jezus tegen de soldaten verdedigen. Ze zullen zijn Here niet krijgen. Hij slaat Malchus het oor af. Maar wat is die dappere Petrus later die avond een bang vogeltje. Als Hij bij het paleis van de hogepriester komt en Jezus daar wordt veroordeeld, komt op hem de vraag af of hij ook niet bij de Jezus hoort. Tot 3 keer toe zegt hij dat hij niet bij Jezus hoort, Hem niet kent. Hij doet dat zelfs met krachttermen en zweren erbij.

Je zou zeggen dat Petrus niet zo’n stabiele persoon is. Is deze man nog wel geschikt om later als een van de apostelen leiding aan de kerk te geven? Is zijn verleden niet te veel besmet. Ontbreken bij hem niet de nodige competenties? Een ding is duidelijk dat de Here Jezus hem na Zijn opstanding vergeven heeft. We lezen in Lukas 24 dat de Here Jezus Petrus zelfs persoonlijk heeft opgezocht. De Here Jezus laat zien dat er tussen hem en Petrus niets meer is. Petrus mag leven van de  vergeving die Christus aan het kruis verdiend heeft en die Hij als de uit de dood Opgestane uitdeelt.

Maar kan Petrus straks wel ambtsdrager in de kerk zijn? Zullen de anderen wanneer de Here Jezus niet meer op aarde is Petrus toch niet naar de achtergrond schuiven als minder geschikt? Als mensen weten wat Petrus gedaan heeft is hij dan wel zo geschikt om aan mensen het evangelie te brengen om in de kerk  leiding te geven. Is dat wel verstandig. Is hij dan geen rem op de groei van de kerk?  Redeneringen die bij ons vandaag zo snel naar boven komen.

Dan is het de Here Jezus zelf die als de Koning van de kerk in deze laatste tijd voor Zijn hemelvaart  Zijn wil laat zien. Nadat Jezus samen met Zijn leerlingen gegeten heeft, neemt de Here Jezus het woord. Hij richt zich daarbij vooral tot Petrus. Maar de anderen zitten erbij en horen alles. Dat is ook de bedoeling. Dan klinkt tot drie keer toe met enige variatie  de vraag: “Simon, zoon van Johannes hebt u Mij lief?”

Juist die drie keer maakt het voor Petrus als mens pijnlijk. Waarom moet dit 3 keer gevraagd worden. Vertrouwt de Here Jezus niet wat hij zegt?  Toch is dat het niet. Petrus weet dat ook eigenlijk wel. Want als hij voor de derde keer antwoord geeft, zegt hij: “Here, U weet alles, U weet dat ik u liefheb.” Vs 17

Toch stelt de Here Jezus tot 3 keer die vraag omdat voor altijd duidelijk moet zijn dat die 3 keer verloochening van de Here Jezus ook later niet in de weg mag staan dat Petrus een van de apostelen is. De Here Jezus zet door die drie keer vragen: ‘Heb je Mij lief?’ Een streep door die drie keer verloochening van Hem. Iedereen van Jezus leerlingen moet weten dat Hij Jezus daar  voor altijd een streep door gezet  heeft. Dat is echt weg! Dat mag niet meer uit de oude doos opgehaald worden. Vergeving, echte vergeving die ook echt gevraagd is betekent dat die oude koeien dan ook nooit meer uit de sloot gehaald worden. Dat is de kracht en het heerlijke van die echte vergeving door de Here Jezus verdiend.

Wat betekent dat nu voor ons?

•             Dat betekent als het om ambtsdragers gaat we een vergeven verleden nooit meer tegen iemand gebruiken. Dat vraagt ook van jou en mij als ambtsdrager een bepaalde opstelling. Stel dat je bij iemand in de gemeente komt en die zegt tegen jou: maar jij hebt vroeger ook zo gedacht of jij hebt vroeger ook dat gedaan. Als het gedachten of daden zijn die volgens Gods eigen Woord niet goed zijn,  zeg dan ook dat je dat verkeerd gedaan hebt en dat je blij bent dat de Heilige Geest je dat heeft laten zien. Dat je daar ook vergeving voor gevraagd hebt. Juist dan wijs je als vertegenwoordiger van Christus in de gemeente als diaken, als ouderling en als dominee de goede weg.

•             Als gemeentelid vraagt dit van ons de houding dat wat vergeven is ook als we er persoonlijk bij betrokken waren achter ons ligt. Dat we iemand die we vergeven hebben dan ook met liefde als ambtsdrager ontvangen wanneer Christus hem daartoe geroepen heeft. Dat kan soms best nog eens moeilijk zijn. Maar let dan eens op iemand als Paulus. Hij was een christenhater. Hij heeft  veel christenen heel veel ellende bezorgt. Hij heeft er voor gezorgd dat een geliefde in de gevangenis kwam en gemarteld werd. Hij heeft er voor gezorgd dat gemeenteleden gedood werden. Kan iemand met zo’n verleden ambtsdrager worden? Jezus Christus zelf roept hem om in de kerk leiding te gaan geven. Hoe moeilijk ook vanwege het verleden toch moeten ook juist de broeders en zusters in Jeruzalem die zoveel onder hem geleden hebben hem als broeder en ook als apostel erkennen. Dan zie je de kracht van die echte liefde van God en de vergeving. Dan werkt de Geest op het gebed ook  echte vergeving waarbij we tegenover elkaar geen rugzakken blijven dragen. Om samen te groeien juist in de liefde van God.  

Vergeving, echte vergeving zet ook in het onderlinge leven in de gemeente een streep door het verleden. Om weer samen als echte familie die van elkaar houden en samen echt die liefde van God in deze wereld  willen uitstralen. Juist die liefde van God is het geheim voor het leven van een ambtsdrager. We zien dat in de tweede plaats.

 

2.            Hij laat het geheim van het ambt zien in het heden.  

 

Ik heb net expres gezegd: “Juist de liefde van God is het geheim voor het leven van een ambtsdrager”.  Ik zeg het met opzet zo in een tijd waarin mensen veel over professionalisering spreken. Het leven wordt verdeeld in vakken. Je bent een deel van je tijd iemand die een bepaalde baan heeft maar de rest van de tijd is of voor jezelf of voor andere dingen. We delen het leven nogal eens in allerlei vakjes op. Dan past nogal eens het werk van ambtsdrager er niet meer in. Onze vakjes zijn opgevuld en daar past niets meer bij.

Toch past zo’n redenering niet in de kerk en niet bij het werk van een ambtsdrager. Van iemand die of als ouderling of als diaken, of als dominee de taak van Christus heeft gekregen om herder te zijn. Dat ben je maar niet op bepaalde ogenblikken van je leven. Nee, dat ben je 24 uur per dag. Niet dat je elk ogenblik als ambtsdrager optreedt of  gesprekken voert. Nee, je bent juist in je leven van elke dag en met alle dingen die er in je gezin en op je werk en waar dan ook bij komen iemand die vanuit Gods liefde gehoorzaam aan Christus stem de weg wijst. De liefde van God stempelt je leven. Die leef je voor.

Juist daarom is  ook in het leven van een ambtsdrager het gebed, die binnenkamer waarin je dagelijks je knieën buigt zo belangrijk. Voordat we terug gaan naar het gesprek tussen de Here Jezus en Petrus hierover nog een opmerking. Want misschien zeg jij nu wel bij jezelf:

Zie je wel daar ben ik niet geschikt voor. Zo ben ik niet. Daar kan ik nooit aan tippen. Zo leef ik niet. Als dat zo in jouw leven is mijn broeder dan zegt de Here Jezus nu tegen jou persoonlijk: Dan is het tijd dat jij al biddend aan je leven werkt. Dan is het tijd dat jij jouw leven zo gaat veranderen dat jij een van die broeders bent die er alles aan doet om je leven geschikt te maken om  ambtsdrager te kunnen zijn. Dan zegt de here Jezus in diepe liefde tegen de zusters om zo te leven dat hun mannen daarin gestimuleerd worden en dat zij niet de belemmering zijn voor hun mannen om als onderherders van Christus in de gemeente te kunnen dienen. Ook als je als vrouw niet getrouwd bent is het zo nodig dat je deze dingen ook in het gebed tot de HERE brengt en zo bouwt aan Christus gemeente.

Even een vraag tussendoor:  Bidt jij elke week voor de dominee, ouderlingen en diakenen. Is hun dienst voor jou een zaak van aanhoudend gebed?  Zonder dat gebed kunnen wij niet! Een gemeente waarin daarom weinig gebeden wordt kan ook niet verwachten dat de ambtsdragers veel kunnen doen want dan is het geestelijke peil zo laag dat er heel veel tijd door grote problemen wordt opgeslokt.

De Here Jezus vraagt heel duidelijk aan Petrus of hij Hem liefheeft. Dat liefhebben van Christus is het geheim van het ambt. Christus maakt voor iedereen duidelijk dat Petrus in het ambt van apostel staat. Juist omdat Petrus laat horen tot 3 keer toe dat hij Christus echt lief heeft, is het duidelijk dat hij in de kerk ambtsdrager kan zijn. Die liefde voor Christus is het geheim voor het werk als ambtsdrager. Zonder die liefde, zonder die persoonlijke band van liefde met de HERE kun je niet als ambtsdrager je werk doen.

Juist die liefde voor Christus, die liefde voor God en daarom die liefde voor Zijn Woord en wil, is als het goed is altijd weer de drijvende kracht achter het werk van de ambtsdragers. Je wilt niets anders zeggen en de gemeente en de broeders en zusters die je spreekt en bezoekt geen andere weg wijzen dan de weg die Christus ons in Zijn Woord wijst. Je wilt niets liever dan samen in liefde achter Christus aan volgens Zijn stem. Daarin wil je iedereen meenemen zonder ooit iets van Gods Woord en wil af te doen. Als iemand die je spreekt zich daaraan stoot, roep je in liefde juist tot verandering tot bekering op. Om niet op de brede weg te lopen maar de smalle weg die echt naar je Vader in de hemel leidt. Je wilt als ambtsdrager de koers van Christus wijzen ook als dat stoot op verzet. Ook als dat zo tegen de meningen van eigen tijd ingaat want de liefde voor Christus gaat je boven alles.

Daarom is een ambtsdrager ook een intense bidder. Bidden voor de gemeente, voor de mensen in je wijk. Bidden of de Geest je steeds wil bewaren bij een voorgaan in een leven en spreken volgens Gods eigen Woord. Je verwacht het niet van jezelf maar van de Geest van Christus.  Dan wil je zo in opdracht van Christus in de diepe liefde voor Hem de lammeren weiden, de schapen hoeden, de schapen weiden.

Wanneer de Here Jezus voor de derde keer aan Petrus vraagt of hij Hem liefheeft, voelt dat bij Petrus alsof de Here Jezus hem niet vertrouwt. Dan zie je ook dat er bij Petrus in zijn leven wel degelijk iets veranderd is. Petrus reageert niet fel. Petrus wil niet zo nodig vooraan staan. Hij beseft wie hij is. Dat hij klein van zichzelf moet denken en groot van Christus. Dat hij zo ook ambtsdrager moet zijn. Je ziet dat al bij het antwoord van de Here Jezus op die eerste vraag. Dan vraagt de Here Jezus of Petrus Hem meer liefheeft dan de anderen. Voelt Petrus zich in geloof nog meer als de anderen? Dan zie je dat Petrus geleerd heeft klein te zijn. Hij zegt alleen dat hij van de Here Jezus houdt! Bij die laatste keer dat de Here Jezus het vraagt is er niet de felle Petrus die zegt: Waarom vraagt U het nu weer. Nee, het nederige antwoord: Here, U weet alles, u weet dat ik  U liefheb.”    Zo leert de Here Jezus ons hier om niet voor eigen aanzien, voor eigen ontwikkeling, niet om eigen uitdaging, niet omdat jij hier iets aan hebt ambtsdrager te willen zijn. Alleen maar uit tere liefde voor Christus en om Hem daarin te dienen die jou tot die taak geroepen heeft.

Het is ook van het grootste belang dat jij en ik ons persoonlijk  wat Petrus hier zegt. Want wat is het antwoord van jouw en mijn hart wanneer Christus ons vraagt: Heb je Mij lief? Dan kun je toch wel datzelfde antwoord geven als Petrus? Als dat niet zo is, moet je nu opschrikken en met je leven naar de HERE gaan. Hem vragen: HERE leer mij door Uw Geest om Christus lief te hebben en mijn eigen zondige hart te haten.  Om echt verbonden te zijn in liefde en nederigheid aan Christus.

Je ziet  later hoe Petrus juist in alle nederige liefde ambtsdragers en gemeenten de weg wijst. Hoe hij het onderwijs dat de Here Jezus hem persoonlijk gaf ook aan ons doorgeeft.  Kijk maar mee in 1 Petrus 5:1-4:

“De oudsten onder u vermaan ik dan als medeoudste en getuige van het lijden van ​Christus, die ook een deelgenoot ben van de heerlijkheid, welke zal geopenbaard worden: hoedt de kudde Gods, die bij u is, niet gedwongen, maar uit vrije beweging, naar de wil van God, niet uit schandelijke winzucht, maar uit bereidwilligheid, niet als heerschappij voerend over hetgeen u ten deel gevallen is, maar als voorbeelden der kudde. En wanneer de opperherder verschijnt, zult gij de onverwelkelijke krans der heerlijkheid verwerven.”