Preek over Jesaja 49:6,7 De Knecht van de HERE wordt door verachting heen het licht van de wereld

03-04-2017 11:00

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm  43:3,4

Lezing van Gods wet  Exodus 20

Tekst vijfde gebod  Kolossenzen 3:20,21

Psalm 111:5,6  (Psalm van de week)

Gebed

Schriftlezing: Jesaja 49:1-7

                        Johannes 8:12-20

                        1 Johannes 2:1-10 

Psalm 27:1,2,3

Tekst: Jesaja 49:6,7

Verkondiging van het evangelie

Psalm  22:3,4,10

Dankgebed

Collecte

Psalm 89:7,8

Zegen

 

Geliefde gemeente van onze here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

We leven naar Goede Vrijdag en het Paasfeest toe.  We doen dat in de wereld van 2017. In het Nederland van 2017. Juist in het leven van vandaag en morgen hebben we het licht van God nodig. We leven niet in het verleden. We kunnen dingen leren van het verleden. Maar we leven er niet in. We mogen ook niet in het verleden blijven hangen. Niet ons menselijke verleden geeft ons wijsheid. Het verleden was namelijk net zo zondi g als het heden en de toekomst zolang Christus nog niet is teruggekomen.

We hebben altijd weer oude en nieuwe schatten nodig die uit het Woord van God komen. Om juist vandaag en morgen de weg te gaan die de Geest ons door het Woord nu wijst. Wij leven vandaag in een tijd en omgeving waar ik en mijn vrijheid heel belangrijk zijn. Vrijheid is een soort norm geworden waaraan alles gemeten wordt. Vrijheid is in veel gevallen belangrijker geworden dan verantwoordelijkheid. Je moet over je eigen leven kunnen besluiten. Er is niet iemand aan wie je verantwoording hoeft af te leggen voor je leven. Hoe meer God uit het leven van mensen verdwijnt hoe meer je je eigen gang gaat. Je hebt geen licht van buiten nodig om te weten wat goed en verantwoordelijk is. Je beslist zelf. Dat moet ook kunnen. Je ziet dat heel duidelijk bij de discussie over het zogenaamde voltooide leven. Als jij vindt dat je leven klaar is en dat je in het vervolg geen zin hebt moet je er uit kunnen stappen. Als er dan mensen zijn die daartegen protesteren wordt er heel fel gereageerd. Omdat je iemand in zijn of haar eigen keuzevrijheid   beperkt. Je legt een ander op dat hij of zij niet zelf uit het leven mag stappen. Dat wordt als heel erg gezien. Dan wordt je al snel van onderdrukking beschuldigd. Als je wilt zien wat echte vrijheid is, is het belangrijk om te zien wat de werkelijkheid is. Is het zo dat je als mens echt alles weet om te zien wat echt goed voor je is? Is het zo dat je als mens kunt kiezen wat je nu wilt en dat als je dood gaat of zelf voor de dood kiest het voor altijd voorbij is? Is het zo dat je na je leven op aarde geen verantwoording hoeft af te leggen?  Zijn wij als mensen de  wezens op aarde en in het hele heelal die de wijsheid in pacht hebben? Zijn wij de wezens die door hun verstand, gevoel en ervaring het licht hebben dat echt het hoogste is? Zien wij in het licht dat de mens bij zich heeft het licht. Gaat bij ons als mensen echt het licht in het heelal op? Is het zo dat we alleen verantwoording aan onszelf hebben af te leggen? Dat na onze dood het gewoon voorbij is en we geen verantwoording van ons leven hebben af te leggen?

Op weg naar Goede Vrijdag en Pasen krijgen we ook op deze vragen antwoord. Vragen die ons leven van elke dag heel erg raken. Hoe denk je, hoe leef je, hoe praat je, wat is de werkelijkheid waarin je leeft. In onze tekst krijgen we belangrijke antwoorden wanneer de HERE de Knecht van de HERE belooft die in Christus meer dan 700 jaar later ook echt gekomen is. Laten we kijken naar wat de HERE ons in onze tekst vertelt over de werkelijkheid. Ik verkondig jullie het evangelie van Jezus Christus onder het volgende thema:

 

DE KNECHT VAN DE HERE WORDT DOOR VERACHTING HEEN HET LICHT VAN DE WERELD

 

1.            Hij roept verachting op

2.            Hij blijkt het Licht van de wereld

 

1.   Hij roept verachting op

 

 Twee weken geleden hebben we bij het avondmaal aandacht gegeven aan de eerste vier verzen van het eerste lied over de Knecht van de HERE in Jesaja 42. We krijgen in hoofdstuk 49 met de tweede profetie over de Knecht van de HERE te maken. We zagen al bij Jesaja 42 dat het hier om de aankondiging van de komst van de Here Jezus gaat. Het is Christus zelf die bijvoorbeeld in Mattheus 12:15-21 laat zien dat Hij de beloofde Knecht van de HERE is.   De Heilige Geest  laat ook op andere plaatsen zien dat het bij de Knecht van de HERE hier om Jezus Christus gaat. Ik noem nog een voorbeeld. Dat is de geschiedenis die we in Handelingen 8 lezen. Het is Filippus die dan de kamerling uit Ethiopië ontmoet. Deze kamerling leest op dat moment Jesaja 53. Dat is het vierde lied, de vierde profetie over de knecht van de HERE. Deze kamerling vraagt dan aan Filippus: “van wie zegt de profeet dit? Van zichzelf of van iemand anders?” In reactie op die vraag lezen we dan: “En Filippus opende zijn mond, en uitgaande van het Schriftwoord, predikte hij hem Jezus.” Vs 34,35

Als je dat een keer ziet dan zie je ook in Jesaja 49 de Here Jezus oplichten. Dan zie je het geweldige dat de HERE wat Hij meer dan 700 jaar eerder gezegd heeft ook zo duidelijk uitvoert. De HERe is de God die echt doet wat Hij beloofd heeft. Laten we even kijken naar een paar dingen die eigenlijk net voor onze tekst staan. Bedenk dan weer dat dit meer dan 700 jaar voordat de here jezus geboren is, gezegd is.

De Here roept ons er bij. Niet alleen Israël. De hele wereld. De kustlanden en de natiën zijn alle volken buiten het volk Israël. Wij worden opgeroepen om op te letten. Je ziet dat dat de Knecht van de HERE, dat de grote Verlosser vanaf het allereerste begin van Zijn bestaan als mens  door God geroepen is om dit werk te gaan doen.  Het is vanaf het allereerste begin het bijzondere werk van God.  Je ziet hier al voor je de latere maagdelijke geboorte van de Here Jezus. Dan lezen we: “van de schoot van mijn moeder heeft Hij mijn naam vermeld.”

We zien 700 jaar later dat het de HERE is die voor de geboorte van de Here Jezus zowel aan Maria als Jozef  laat weten hoe het kind dat de Geest in Maria verwekt heeft, moet gaan heten: Jezus.

In vers 3 komt er wel iets dat voor ons voor vragen stelt. Dat is dat de daar lezen dat de HERE zegt:  “U bent mijn knecht, Israël, waarin Ik Mij zal verheerlijken.” Hoe kan het nu dat de knecht hier Israël genoemd wordt?  Gaat het hier dan toch niet om de Here Jezus?  Je ziet al meteen in vers 4 dat de Knecht die hier Israël  genoemd wordt niet dezelfde is als het volk Israël.  Ook in vers 6 is dat heel duidelijk. Kijk maar met mij mee in vers 6: “Het is Mij te gering, dat U Mij tot een knecht zou zijn om de stammen van Jakob weer op te richten en de bewaarden van israël terug te brengen.”

Waarom wordt de Knecht van de HERE dan toch Israël genoemd? Omdat de mensen die op Hem gaan vertrouwen samen dat echte volk van God zullen zijn. Het echte Israël of ze nu een bloedband met Abraham hebben of niet. We lezen dat later ook duidelijk in Galaten 3:29: “Indien u nu van Christus bent, dan bent u zaad van Abraham en naar de belofte erfgenamen.”

Die reddende Knecht van de HERE wordt hier beloofd en komt ook echt naar de aarde. Hij staat in dienst van de HERE. De HERE noemt zich in vers 7 “Israëls Verlosser, zijn Heilige”.

De HERE gebruikt hier voor Zijn Verlosser zijn het woord Goël. Dat betekent dat Hij de redder is die Zijn volk weer terugbrengt in de oude goede situatie. In de situatie zoals die er in het paradijs was. In volle vrede met hem en de hele schepping. Hij is echt die ene geweldige God. Hij is de heilige. Dat betekent dat Hij echt boven alles en iedereen en boven de hele schepping, boven alles wat we in het heelal zien uitstijgt. Hij is de Heilige, Hij is God en Hij alleen. Hij is het die juist de Knecht die komt moed in spreekt. Dat zie je in vers 7. Dat is ook nodig want de Knecht die komt zal in de praktijk van het leven  “de diep verachte” zijn.  

De Knecht van de HERE komt naar de aarde en toch zal Hij diep veracht worden. Ook door de kerkmensen in die tijd. Ook bij het verbondsvolk. Hij wordt in de kerk verafschuwt. Bijna de hele kerk zal zich tegen Hem keren!  Het komt zelfs zover dat de Here  Jezus door soldaten in dienst van de hoogste joodse rechtbank gevangen genomen wordt. Het komt zelfs zover dat de afschuw van de Here Jezus er vanaf spat. Hij wordt veroordeeld als Godslasteraar.  Hij wordt zo diep veracht dat ze Hem dood willen hebben. Dat ze Hem aan het kruis willen hebben als de meest vernederende straf die er toen was. De straf die uitsprak dat het leven van de mens die aan het kruis hing echt zo waardeloos en zo verachtelijk was dat hij hier tentoongesteld en gedood moet worden. Het volk schreeuwt het uit: “Kruisig Hem”!  Het zijn niet alleen de Joden, het is niet alleen de kerk die hier aan meedoet. Die verachting zegt de Geest in onze tekst zal ook komen van heersers. De Knecht van de HERE die namens de HERE komt. Die zelfs de Zoon van God is wordt door menselijke heersers niet erkent. Hij wordt behandeld als een man die echt niet voorstelt en niets waard is. Pilatus en Herodes zetten zich niet voor Christus in. Ze onderwerpen zich niet aan Hem als de Koning van de koningen. Nee, ze gaan mee met het populisme van de Joden. Het populisme in plaats van de stem van de HERe geeft bij hen door doorslag. Zo ziet Pilatus de onschuld van de Here Jezus maar geeft hij hem toch over om gekruisigd te worden. Kerk en wereld keren zich tegenover Gods grote Knecht en behandelen hem als iemand die niets voorstelt.

Dat is echt verschrikkelijk!  Dat is iets wat wij de Here Jezus hebben aangedaan!  Wij! We kunnen dat niet afschuiven op de Joden in de tijd van Jesaja of in de tijd van de Here Jezus.  We kunnen het ook niet afschuiven op Pilatus en Herodes als heersers toen. Het is namelijk net zo goed onze schuld. Wij horen ook bij die mensen die de Here Jezus uit onszelf zouden verachten. Wij horen ook bij die mensen waarover de Knecht die beloofd wordt in vers 4 klaagt: “Tevergeefs heb ik mij afgemat, voor niets en vruchteloos mijn kracht verbruikt.” Het is heel echt voor mijn en jouw zonden, voor de dingen die wij deden, dachten, zeiden, voelden tegen Gods wil in dat de Here Jezus als een verachte werd behandeld. Dat Hij zo de straf moest dragen. Om mij en jou moest de Here Jezus zich laten vernederen, laten slaan, laten spugen, laten veroordelen, aan het kruis laten slaan. Echt veracht tot het diepste toe. Om mij, om jou!  Het is mijn en jouw schuld. Bedenk dat als je in jezelf die gevoelens, die woorden, die daden voelt opkomen waarvan je weet dat ze niet goed zijn. Juist de verachting die de Here Jezus moest ondergaan als de Knecht, de slaaf, het sloofje van alle mensen waar je maar mee kunt doen wat je wilt. Juist dat laat zien hoe diep Gods liefde, hoe diep de liefde van Christus voor zondaren is. Hoe Zijn hart uitgaat naar Zijn uitverkoren kinderen die het van zichzelf voor 0% verdiend hebben. Hij is veracht en wij hebben Hem niet geacht! En toch is Hij de belangrijkste van alles en iedereen. We zien dat in het tweede punt.

        

 

2.   Hij blijkt het Licht van de wereld

 

De Knecht van de HERE wordt door de mensen, door de wereld veracht. Dat zie je in het leven van de Here Jezus voor je. Zo gaat het ook echt. Juist dan laat de HERE hier in de profetie al zien dat deze verachting niet betekent dat Christus niet door God hooggeacht wordt. De Heilige Geest laat hier in de profetie al zien wie Christus die komt echt is. Hij is zo groot, zo geweldig dat het te min is dat Hij alleen het volk Israël zou komen redden. Het zou te weinig eer voor de Knecht van de HERE zijn als Hij de Koning van Israël zou zijn. Als Hij alle Israëlieten uit vreemde landen zou terughalen naar het land Kanaän en daar Israël tot  de grootste wereldmacht voor altijd zou maken. Dat past niet bij de grootheid van de beloofde Knecht van de HERE. De Knecht die komt en in Christus gekomen is, is van belang voor de hele wereld, voor alle mensen, voor mensen uit alle volken en stammen. De Knecht die hier beloofd wordt is door God aangesteld als het Licht voor de volken.   Dus over de hele wereld.

Dus het licht voor iedereen. Wil je dat aanvaarden of blijf je liever blind en bijziend.  Wanneer ga je echt de werkelijkheid zien? Wanneer krijg je geen tunnelvisie waardoor je niet verder kijkt wat volgens ons als mensen mogelijk is? Hoe leer je nu echt zien wat goed en kwaad is zonder daarbij afhankelijk te zijn van tegenstrijdige gevoelens, gedachten en inzichten van mensen?  Door te letten op Christus! Hij is namelijk het licht dat God voor alle mensen, voor de hele wereld ook echt gegeven heeft! We lezen later ook in de Bijbel heel duidelijk dat Christus zelf heel duidelijk de man is die hier in Jesaja 49 beloofd is. Een heel duidelijk voorbeeld is wat we in Johannes 8 lezen:

“Jezus​ dan sprak opnieuw tot hen en zei: Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.” Vs 12 HSV

Jezus Christus is het Licht van de wereld. Je moet bij hem zijn om te zien wat echt is. Je moet bij Hem zijn om van het donkere, om van een tunnelvisie die je in het ongeluk brengt, gered te worden. Hij laat ons in Zijn Woord het licht zien! Als we willen weten wat echt is dan moeten we terug naar het Woord van God dat ook het Woord van Christus is. In dat Woord gaat het licht op en zien we ook wat bij onszelf, wat in meningen en gevoelens het donkere is. Om daar afstand van te nemen. Wat is het belangrijk dat we ons al meer het Woord van God eigen maken om de goede weg voor ons leven te zien, om je eigen zonden ook te zien en die als het donkere in je leven weg te doen. Zo wordt dan waarheid in je leven wat we lezen in Psalm 119: “Uw woord is een ​lamp​ voor mijn voet

en een licht op mijn pad.  ……. Het openen van uw woorden verspreidt licht,

het geeft de onverstandigen inzicht. Vs 105,130

Christus en Zijn Woord als het Licht hebben we ook heel erg nodig. Ook in onze tijd. Steeds weer zie je dat mensen om ons heen, in ons eigen land ons de duisternis als iets goeds voorhouden. Dat zie je bijvoorbeeld in een boekje dat voor weinig geld in verband met de Boekenweek aangeprezen een aangeboden wordt. In dat boekje lees je op de flap  iets dat in onze cultuur breed leeft:  “De oudste val die we in onze christelijke cultuur via de literatuur kennen is de zondeval. Eva wordt verleid door de duivel, vermomd als slang, om te eten van de boom der kennis van goed en kwaad. Zij schendt het gebod van de Vader en de mensheid verliest voorgoed de onschuld van de onwetenden. Dankzij de ongehoorzaamheid van de eerste vrouw wordt de mens daadwerkelijk mens, een zondig en sterfelijk wezen, dat zich schaamt als het iets doet wat verboden is.” Connie Palmen   De zonde van de vrouw 2017 

Je leest hier dat we pas echt mens werden door de zondeval. De zondeval zou iets goeds zijn geweest. Je ziet hoe mensen van het donkere houden na de zondeval. Dat verklaart ook altijd weer de tegenstand tegen het echte evangelie, tegen Christus als het Licht van de wereld. De HERE zegt in onze tekst dat Hij Zijn Knecht als het Licht van de wereld naar de aarde zal sturen. Hij heeft dat in Zijn genade en trouw gedaan. Dan komt het er ook in jouw en mijn persoonlijke leven, ook in ons leven als gemeente op aan dat we echt met Christus als het Licht van de wereld leven. Dat dit niet alleen woorden zijn maar ook de manier waarop wij in deze wereld persoonlijk en als gemeente leven. Daarom hebben we ook 1 Johannes 2 gelezen. Toets jouw leven, laten we als gemeente ons leven ook toetsen aan bijvoorbeeld deze woorden van de Geest die het echte licht laten zien:

“Geliefden, ik schrijf u geen nieuw gebod, maar een oud gebod, dat gij van den beginne gehad hebt. Dit oude gebod is het woord, dat gij gehoord hebt. Toch schrijf ik u een nieuw gebod, want – wat waarheid is in Hem en in u – de duisternis gaat voorbij en het waarachtige licht schijnt reeds. Wie zegt in het licht te zijn en zijn broeder haat, die is in de duisternis tot nu toe. Wie zijn broeder liefheeft, blijft in het licht en in hem is niets aanstotelijks; maar wie zijn broeder haat, is in de duisternis en wandelt in de duisternis, en hij weet niet waar hij heengaat, want de duisternis heeft zijn ogen verblind.” Vs 7-11

Leven met Christus als het Licht van de wereld leert om het licht dat in Christus schijnt in alle verhoudingen van je leven uit te stralen. Dus in de gemeente en ook daarbuiten. Echt geloven, je echt bekeren is leven in en vanuit Christus als het licht van de wereld. Om aan andere mensen in ons leven te laten zien dat wij niet meer bij de duisternis, bij wantrouwen, bij leugens, bij egoïsme etc. willen horen. Laten zien door het werk van de Geest hoe goed dat leven in het Licht is.

Wie zo leeft heeft echt hoop en toekomst. Juist omdat je met Christus die het Licht van de wereld is verbonden bent. Dan komen we weer bij onze tekst. Bij het laatste deel van vers 7. Jesaja profeteert dat als de Here Jezus komt Hij diep veracht zal worden. Dat is gebeurd maar daar blijft het niet bij! Gods plan gaat verder.  De Here Jezus is ook door de heersers, de koningen van deze wereld verachtelijk behandeld.   Maar wat gaat er gebeuren zegt de geest in onze tekst? Dit: “Koningen zullen dit zien en opstaan; vorsten, en zich nederbuigen, ter wille van de Here, die getrouw is, de ​Heilige​ Israëls, die u verkoren heeft.”

De heersers van de wereld kunnen Christus in het graf brengen omdat het volgens Gods plan is maar ze kunnen Hem er niet houden! Hij staat op uit de dood, Hij gaat als de Koning van de koningen naar de hemel. Zo komt Hij eens terug. Dan moet iedereen voor hem buigen ook de machtigste man of vrouw op aarde. Christus is koning en niemand kan tegen Hem op!  Ze zullen allemaal voor Hem moeten buigen. Ook dat lezen we later in de Bijbel. Wat gebeurt er ook als Christus terugkomt? Dit: “En de stad heeft de zon en de maan niet van node, dat die haar beschijnen, want de heerlijkheid Gods verlicht haar en haar ​lamp​ is het Lam. En de volken zullen bij haar licht wandelen en de koningen der aarde brengen hun heerlijkheid in haar; en haar ​poorten​ zullen nooit gesloten worden des daags, want daar zal geen nacht zijn; en de heerlijkheid en de eer der volken zullen in haar gebracht worden. En in haar zal niets onreins binnenkomen, en niemand, die gruwel en leugen doet, maar alleen zij, die geschreven zijn in het ​boek​ des levens van het Lam.” Openbaring 21:23-27

Christus is  in Jesaja 49 beloofd en zo is Hij gekomen. Hij is het Licht van de wereld, Hij is de Koning van de koningen. In Zijn licht staan en in Zijn dienst willen staan is het wat toekomst en verlossing geeft. Zoek je licht, je wijsheid bij Hem en leef zo op de weg die Hij wijst. De enige weg naar het leven zo goed en zo licht!

 

AMEN