Bijbel en cultuur Voor de derde keer enkele opmerkingen bij het actuele debat over vrouw in het ambt

09-12-2016 14:35

BIJBEL EN CULTUUR

Voor de derde keer enkele opmerkingen bij het actuele debat over vrouw in het ambt

 

In twee eerdere artikelen heb ik gereageerd op de discussie over vrouw in het ambt dat op dit moment vooral in de GKV gevoerd wordt. Een opmerkelijke reactie daarbij komt van ds Matthijs Haak die predikant is van de GKV in Dordtrecht. In het tweede artikel dat ik schreef, liet ik al doorschemeren dat ik een bepaalde verbondenheid met hem voel.

 

Verbondenheid

 

Het is een verbondenheid die veel mensen waarschijnlijk verbaast. Dezelfde verbondenheid voel ik ook met iemand als dr S. Paas terwijl we op fundamentele punten verschillen. Waarin ligt nu die verbondenheid?  Op het punt dat zowel Haak als Paas steeds weer heel sterk benadrukken dat we kerk zijn in de wereld van 2016. Dat we midden in de cultuur van vandaag in Nederland staan. De HERE roept ons dan ook om juist in deze tijd christen te zijn en de mens van deze tijd met het evangelie te bereiken. Dat betekent dat we ons niet moeten en zelfs niet mogen opsluiten in het verleden. We zijn geroepen om in de taal en de cultuur van deze tijd het evangelie uit te dragen. We zijn het aan de broeders en zusters in de kerk en heel in het bijzonder ook aan de jeugd in de kerk verplicht om de wereld van vandaag te kennen. Om op de vragen die er in onze tijd leven en op het gevoel dat er in onze tijd is antwoord vanuit Gods Woord te geven. We komen er niet met te denken en te zeggen dat we terug moeten naar hoe het 40 jaar geleden was. We laten gemeenteleden in de kou staan als we doen alsof we leven in de wereld van toen. We hebben de roeping van de HERE gekregen om met het evangelie van Jezus Christus midden in de wereld van vandaag en van de toekomst te staan voor zover de HERE die geeft.  Als we dat niet doen dan zijn of worden we alleen conservatief. Dan worden we een museum waar in het leven vanuit de Geest door Christus gaat ontbreken. Dan verzaken we onze roeping om juist met het Woord in de wereld te staan en in eigen tijd te laten zien wat het evangelie te zeggen heeft voor de mensen van onze eigen tijd. Zonder maar iets van Gods Woord te hoeven af te doen. Maar om juist in de taal van onze tijd te laten zien hoe actueel, hoe veelzeggend, hoe beslissend het evangelie is voor de mens van vandaag en morgen. De HERE is de eeuwige God die Zijn Woord gegeven heeft, dat het licht is, voor mensen van alle tijden en culturen.  Wat is het nodig dat we juist in kerken waar we vast willen houden aan de Bijbel als Gods onfeilbare Woord daar werk van maken. Door eigentijds te spreken, te preken en in te gaan op het gevoel en meningen van eigen tijd. De passie om christen te zijn in onze eigen tijd en zo te leven deel ik met bijvoorbeeld Matthijs Haak.  Toch is er tussen ons ook een steeds groter wordende afstand. Dat heeft o.a. te maken met hoe je leeft vanuit  de band met Christus vanuit het Woord en in de cultuur van vandaag.  Daarbij gaat het dan om de verhouding tussen de Bijbel en de cultuur. Daarop kom ik zo uitgebreid terug.

 

Eerlijk

 

Iets anders wat ik in ds Haak waardeer is zijn eerlijkheid. Hij maakt in zijn artikel duidelijk dat hij vindt dat we eerlijk moeten zeggen dat niet de Bijbel maar de cultuur, de tijdgeest ons brengt tot de verandering van standpunt ten opzichte van vrouw in het ambt. Hij protesteert er daarom tegen dat nu het standpunt voor vrouw in het ambt Bijbels wordt genoemd en het 10 jaar geleden nog andersom was.

In een eigen samenvatting van zijn langere artikel beschrijft hij het zo: “De GKv heeft altijd gezegd: Bijbels gezien kunnen vrouwen – hoe graag wij dat misschien ook zouden willen – geen ambtsdrager zijn. Maar nu zegt het rapport twee dingen: 1/ dat de praktijk onze bijbelse standpunten heeft ingehaald en 2/ dat er daarom een Bijbelse bezinning nodig is. Vervolgens wordt de Bijbel zo gelezen dat vrouwen tóch ambtsdrager kunnen zijn. Dat is niet geloofwaardig. De GKv zal eerlijker moeten zijn. Allereerst ten opzichte van zichzelf. Want waarom was het nog niet zo lang geleden ‘Bijbels’ dat vrouwen géén ambtsdrager konden zijn? De Bijbel is niet veranderd. We hebben van de Heer een andere houding ten opzichte van onze cultuur geleerd. Een cultuur die doordrenkt is van het christendom. Een cultuur waarin vrijheid en gelijkheid domineren. Als de GKv niet eerlijk spreekt over haar veranderde houding, heeft een gesprek over vrouw en ambt geen zin. Iedereen kan zeggen dat zijn of haar standpunt Bijbels is. Het wordt dan een touwtrek-wedstrijd met de Bijbel als touw.”[i] Tot zover ds Haak.

 

Een duidelijk voorbeeld van verandering van standpunt  zie je o.a.  bij een van de deputaten die nu voorstelt om de ambten voor de vrouw open te stellen. Dan denk ik nu aan prof E.A. de Boer. In 2006 is van hem het boekje ‘Zij aan zij’  verschenen.  In die tijd was voor hem wat we lezen in 1 Tim 2 nog wel duidelijk. Hij schrijft er dan o.a. over dat mensen die zeggen dat Paulus hier gebruik maakt van rabbijnse exegese toch met een verkeerd argument komen. Het is een lang citaat maar van waarde. Toen schreef prof de Boer deze behartenswaardige woorden:

“We dreigen te veel onderscheid te maken tussen Paulus, de rabbijnse geleerde, en de apostel, die zich door Christus geroepen weet. Er is alle ruimte in de gereformeerde schriftleer over de menselijkheid van de bijbelschrijvers te denken. Maar Paulus’ argumenten in 1 Tim 2:13,14 worden nergens in de rabbijnse literatuur op vergelijkbare wijze teruggevonden. Hoe kunnen we ooit bewijzen dat in dit speciale geval een bijzondere manier van redeneren te vinden is? Dat vind ik veelal het gevaar van een zwaar beroep op hoe het in de wereld van toen volgens onze kennis was. Hoe zeker is onze kennis van historische omstandigheden van zo lang geleden?

Daar tegenover staat Paulus’ besef apostel te zijn. Hij zette zichzelf in vers 7 stevig neer ten aanzien van het evangelie van de Middelaar:  ‘Om te verkondigen ben ik als apostel aangesteld. Ik spreek de waarheid, en lieg niet – ik ben aangesteld als leraar voor de heidenen om hun het geloof en de waarheid te onderwijzen’.  Met datzelfde gezag stelt hij in vers 8 ten aanzien van mannen: ‘Ik wil dit…!’ En vervolgt hij in vers 9 ten aanzien van vrouwen: ‘ook ik wil dat vrouwen…’ en  ‘Ik sta haar niet toe dat zij onderwijst…’ Als Paulus zich ten slotte zo sterk op de Schrift, op de eerste hoofdstukken van Genesis beroept, buig ik voor het gezag van de apostel. Hij schrijft immers over het hart van het evangelie en de missie van de kerk! En ik herinner mij de overeenkomsten met 1 Kor 14:34-36.”[ii]     

We zien hier de ommezwaai zoals die er binnen 10 jaar gekomen is.

 

Er zijn er in de GKV ook die heel concreet in de synodaal gereformeerde kerken in de moeite kwamen toen ze geconfronteerd  werden met de vrouw in het ambt en toen ongeveer 40 jaar geleden met open armen in de GKV ontvangen werden. Ik ben blij met de eerlijkheid. Ik ben blij dat duidelijk uitgesproken wordt dat er anders tegen de verhouding tussen het Woord van God en de cultuur aangekeken wordt dan bijvoorbeeld 40 jaar geleden. Dat dit de diepere oorzaak is voor de verandering van standpunt.  Ik ben ook dankbaar voor wat ds Haak duidelijk maakt dat de manier van denken in het rapport ook op allerlei andere punten gaat leiden tot verandering van standpunt. Bij het denken volgens de lijnen van het rapport  ‘Samen dienen’ is er ook geen echte tegenstand meer voor het aanvaarden van homoseksuele verhoudingen in liefde en trouw en verliest ook het huwelijk zijn unieke status.

De verhouding tussen de Bijbel als het Woord van God en de cultuur is nu juist het punt waarop ds Haak en ik duidelijk met mekaar verschillen. Dat is ook de oorzaak waarom mijn weg en die van de GKV ruim een jaar gelden van elkaar scheidde. Daarover nu nog iets meer.

 

Bijbel en cultuur

 

Ik geef hier enkele gedeelten uit het artikel van Haak weer waarin duidelijk wordt hoe hij over de verhouding tussen Bijbel en cultuur is gaan denken:

“Toch hebben de deputaten naar mijn mening een groot geloofwaardigheidsprobleem. De winst die ze boeken in dit eerlijke rapport had op dit cruciale punt groter kunnen en moeten uitvallen. Dat had gekund als de deputaten ronduit hadden toegegeven dat beslissend is hoe je als kerk in je cultuur staat; een cultuur die is opgekomen in een door het christendom doordrenkte maatschappij waarin de aandacht voor het ik en bijbehorende gelijkheid en vrijheid voor iedereen bepalend is.[iii] Eerlijk was geweest om toe te geven dat ons inmiddels duidelijk is geworden dat een manier van Bijbel lezen meer bepalend is, dat de context waarin geschreven is en gelezen wordt, en de cultuur waarin geschreven en geleefd wordt van grotere invloed is dan we tot op heden hadden aangenomen. En dan met het accent op de cultuur waarin we vandaag leven en lezen.”

 

“Het tweede is dat ik me meer ging realiseren dat de tijd/cultuur waarin je leeft niet gelijk onder een (theologisch) oordeel hoeft te staan (‘Gij geheel anders’!). Zo simpel is het niet: onze westerse cultuur met bijbehorende vrijheid, gelijkheid en autonomie is niet los te zien van ontwikkelingen waarin het christendom een belangrijke rol speelde.[xviii] Dank God voor zoveel goeds daarin (waarmee – moet ik dat nog zeggen? – niet gezegd is dat daarmee alles ‘dus’ goed is in onze cultuur).”[iii]

 

Dat de cultuur invloed op ons heeft, is heel duidelijk. We ademen de lucht van de tijdgeest elke dag in.  Dat is waar. Een van mijn grote bezwaren tegen wat haak hier schrijft is dat de cultuur zoals we die nu meemaken een soort eigen kracht en openbaring naast de Bijbel wordt. Er zou door de invloed van het christelijke geloof een cultuur zijn ontstaan die door de Geest een soort zelfstandige werking naar het goede zou zijn. Het christelijke geloof zou daarin krachten gebracht hebben die zo doorwerken dat we die moeten volgen als een soort voortgaande openbaring.

Een van de belangrijke vragen is of je zo over de cultuur kunt spreken. Of je zo over een cultuur kunt spreken die in het verleden sterk door het christelijke geloof beïnvloed is. Ik meen van niet. Ik noem twee redenen waarvan de laatste voor mij beslissend is.

1.       Bij Haak wordt de cultuur die wij hier in Nederland in 2016 hebben op een voetstuk geplaatst. Er zijn meer culturen die sterk door het christelijke geloof gestempeld zijn maar niet tot dezelfde gevolgtrekkingen komen. Als we denken aan de cultuur in het oosten van Europa en in Rusland dan komen daar ondanks de beïnvloeding van het christelijke geloof andere dingen uit.    De cultuur van ons in het westen van Europa wordt zo wel verheven boven de rest van de wereld. Hier klinkt voor mij toch te veel een superioriteitsgevoel door.  Alsof wij de christelijke en beschaafde cultuur en wereld zijn.

2.       Mijn belangrijkste bezwaar is dat de cultuur een soort eigen kracht krijgt.  Als ik dan de Bijbel lees als het zuivere Woord van God dan zie en lees ik iets heel anders. Ik noem een paar dingen:

a.       De HERE heeft het volk Israël opgezocht en Zijn wet als een geweldig voorrecht aan dit volk gegeven. Hij zorgde er voor zelfs met direct ingrijpen dat het bestaan van Israël gestempeld werd door het leven met Hem. De cultuur van dit volk werd door Gods Woord en ingrijpen diep beïnvloed door Zijn Woord.    De Geest zorgde onder dat volk ook altijd voor mensen die in liefde aan de HERE en Zijn Woord verbonden waren.  Betekende dat nu dat er een soort kracht kwam waardoor de cultuur zich met een eigen kracht de goede kant op ontwikkelde?

Beslist niet!  Hoe groot en diep is de afval steeds weer. Hoe sterk bepaalde dat steeds weer de cultuur en het volksbestaan.  Wanneer het zuivere Woord van God niet meer met het hart werd gevolg kwam er afval van de HERE! Dan werd de cultuur juist de verkeerde kant opgestuurd. Is er enige reden om te denken dat wij het nu beter zouden doen?

b.       In het verlengde van wat we in het eerste punt zagen, zien we het ook in het Nieuwe Testament.  Zelfs in de gemeenten die ontstaan door de verkondiging van het evangelie! Dat is ook van belang voor het laatste waar we in dit artikel bij stilstaan. Als je eens denkt aan de brieven die Christus aan de zeven gemeente in het boek Openbaring schrijft, lees je daar ook intens vermaan. Dan lees je van afval nadat er eerst de eerste liefde was zoals in de gemeente van Efeze. Dan lees je van dwaalleer en een leven dat los komt van het Woord van de HERE. Dan is er geen cultuur die doorwerkt. Dan wordt teruggeroepen naar de gehoorzaamheid aan het door God gegeven Woord!    

Als het al zo in de kerk is en met de kerkcultuur dan is dat zeker zo met de algemene cultuur.  Je leest ook steeds weer dat we onszelf en ook de wereld om ons heen moeten toetsen aan het Woord van God.  De cultuur zelf wordt nergens een normatief iets voor Christus’ kerk.  Het gaat om het Woord van God dat een lamp is en moet blijven in deze donkere wereld. Denk bijvoorbeeld aan 2 Petrus 1: “En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is, en u doet er goed aan daarop acht te slaan als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw hart.  Dit moet u allereerst weten, dat geen enkele profetie van de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat;  want de profetie is destijds niet voortgebracht door de wil van een mens, maar heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken.“

We hebben altijd weer wat in ons leven speelt en hoe er in de cultuur om ons heen gedacht, gesproken en gehandeld wordt te toetsen aan Gods Woord dat ook het Woord van Christus is.  Zo leren we in het licht van Christus te leven.  De Geest leert ons juist door het Woord Christus kennen zoals Hij is. Wij hebben dan ook wat er in de wereld om ons heen speelt daaraan te toetsen. Je ziet dat bijvoorbeeld in Kol 2:  “Zoals u dan Christus Jezus, de Heere, hebt aangenomen, wandel in Hem,

 geworteld en opgebouwd in Hem, en bevestigd in het geloof, zoals u onderwezen bent; wees daarin overvloedig, met dankzegging. Pas op dat niemand u als buit meesleept door de filosofie en inhoudsloze verleiding, volgens de overlevering van de mensen, volgens de grondbeginselen van de wereld, maar niet volgens Christus. Want in Hem woont heel de volheid van de Godheid lichamelijk.” Vs 6-9.

De cultuur wordt ons in de Schrift niet voorgesteld als een zelfstandig iets waarin Gods openbaring tot ons komt. De cultuur moet juist getoetst worden aan het door God gegeven Woord en we moeten ons inzetten om de cultuur als dat mogelijk is al meer in overeenstemming met Gods Woord te brengen. Al meer volgens de wil van Koning Christus zoals we die vanuit het Woord kennen. Juist in Christus en in Zijn Woord ligt het antwoord vanuit de kerk aan de wereld. Ook aan elkaar in Christus’ kerk.

In de gedachten van ds Haak wordt volgens mij kracht en de macht van zonde veel te weinig in rekening gebracht. Het van nature niet volgens Gods wil willen leven geldt ook voor de cultuur. Als die niet meer gedragen wordt door levend geloof, door de levende band met Christus als Heer zal het juist de verkeerde kant op bewegen. Dat zien we in de westerse wereld voor onze ogen gebeuren.

 

Gemeente als antwoord

 

Ds Haak meent dat de gemeente het antwoord op de cultuur van vandaag en morgen  is. . Hij beschrijft het zelf zo:  “ Het gaat helemaal niet om meegaan in de cultuur (deputaten, zie hierboven). Dat is waar de discussie vaak over gaat in onze kerken. Maar zo worden we geframed en loopt ieder gesprek vast. Het gaat erom dat je in de cultuur van vandaag leeft en daarin het antwoord bént aan de cultuur; het antwoord dat Jezus geeft. Het antwoord in bijvoorbeeld de zaken die hierboven aan de orde komen. Het nieuwe gebouw dat nodig is, is deze geloofsovertuiging. Dat we op alle fronten waarin onze cultuur zich beweegt, zeggen: zo zijn wij ook en daarin laten wij ons door Jezus aanspreken. Zó worden we anders omdat we anders – vanuit Jezus – naar onszelf leren kijken.    ….. Minstens moet dit erbij: waarom is het zo goed en belangrijk dat vrouwen ambtsdrager zijn? Omdat de gemeente en de buitenstaander dan kan zien dat God vrouwen tot hun recht laat komen in de gaven die Hij hen geeft. En dat vrouwen niet optreden om hun gelijkheid op te eisen zoals in onze cultuur het geval kan zijn. Een vrouw in de gemeente verkondigt het gelijk – het recht – van Jezus. Zo wordt de Heer geprezen. Dat kan in onze tijd niet anders dan door mannen en door vrouwen. Tenzij, natuurlijk, we een ‘taal’ willen spreken die niemand van onze tijd nog kent, de ‘alleen-de-man-taal’. Desnoods, negatief gezegd is het hierom belangrijk: om daarmee christenen en de buitenstaanders de mond te snoeren (‘wij/jullie discrimineren!’) zodat ieder erkent dat Gód in ons midden is. Door vrouwen ambtsdrager te laten zijn, zijn we Jezus’ antwoord aan onze cultuur. Voor sommige gelovigen misschien wennen; voor velen een ‘woord’ dat men goed zal verstaan. (Net zoals we een predikant die open is over z’n eigen twijfel vandaag niet ontslaan maar juist onder de aandacht brengen: hij spreekt de (onzekerheids)taal van vandaag en is zo het antwoord dat Jezus geeft.[xx] En ga maar door in het bedenken van voorbeelden)”[iv]

 

Ik kan het niet anders zien als dat er eerst iets aan de Schrift toegevoegd is. Namelijk dat tegen het Woord van de Geest in vrouwen  in alle ambten moeten kunnen dienen. De gemeente wordt op deze manier de plaats waar we verder schrijven aan Gods openbaring. Wat de cultuur als goed en rechtvaardig ervaart, wordt in ieder geval minimaal norm naast de Schrift. Dat is iets heel anders dan vanuit de Schrift zoeken naar antwoorden op vragen en zaken die in onze tijd spelen en nog niet op dezelfde manier in de tijd van de Bijbel. Al met al moet je concluderen dat we op een verschillende manier de Schrift lezen. Ik wil mij laten leren door de Geest. Door het Woord dat Hij gegeven heeft en waarvan Hij zegt dat het voor 100% betrouwbaar is voor alle tijden. Het Woord is zelf het antwoord, Christus die het Woord is, is het antwoord. Het door God gegeven Woord is ook in decultuur van vandaag het antwoord van God op de cultuur en de kerk heeft de taak om in leer en leven dat Woord door te geven als Gods antwoord.  Laten we goed beseffen dat dit een groot verschil is met de opmerking dat de  gemeente het antwoord is. De gemeente heeft juist in diepe afhankelijkheid en toegerust door de Geest Gods Woord in de cultuur hebben te verkondigen ook als dat voor onze cultuur een aanstoot en een ergernis is. Gods orde die Hij ons in Zijn Woord laat zien is goed voor de wereld, voor elke cultuur.   

  

 

Ds Rob Visser

 

     



[i] Matthijs Haak Korte samenvatting ‘Bijbelse’ vrouwelijke ambtsdragers. Verandert de GKv?:   https://jmhaak.com/2016/11/21/korte-samenvatting-bijbelse-vrouwelijke-ambtsdragers-verandert-de-gkv/

[ii] E.A. de Boer 2006 Zij aan zij  p. 94  Barneveld De Vuurbaak    

[iii] Matthijs Haak  ‘Bijbelse’ vrouwelijke ambtsdragers. Gedachten bij het deputatenrapport GKv:  https://jmhaak.com/2016/11/13/bijbelse-vrouwelijke-ambtsdragers-gedachten-bij-het-deputatenrapport-gkv/

[iv] Matthijs Haak  ‘Bijbelse’ vrouwelijke ambtsdragers. Gedachten bij het deputatenrapport GKv:  https://jmhaak.com/2016/11/13/bijbelse-vrouwelijke-ambtsdragers-gedachten-bij-het-deputatenrapport-gkv/