7 PREKEN OVER DE EERSTE 7 DAGEN VAN ONZE GESCHIEDENIS

04-08-2015 07:37

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm  136: 1,4,5

Gez 1:1

Lezen van de wet

Psalm 119:34,35

Schriftlezing: Job 38:1-21

                      Openbaring 21:21-22:5

Gebed

Collecte

Psalm 33:3,5,6

Tekst: Genesis 1:3-5

Verkondiging van het evangelie

Psalm 104: 1,9,10

Dankgebed

Gez 145:2,3,4

Zegen

 

Broeders en zusters, jongens en meisjes, geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus

 

2009 is het Darwin jaar. Wie was Darwin? Darwin was een bioloog die veel onderzoek op de Galapagoseilanden gedaan heeft.  Hij is ook de man geweest die de beslissende stoot tot het ontwikkelen van de evolutietheorie gegeven heeft. Vanaf Darwin zeggen velen dat de schepping door evolutie ontstaan is en dat het ook wetenschappelijk bewezen is. Je ziet nu al een aantal maanden voor het Darwin jaar veel propaganda voor de evolutietheorie. De schepping zou er gekomen zijn door een oerknal en uit die oerknal zou de eerste levende cel ontstaan zijn. Vanuit die ene levende cel zou in een tijd van miljarden jaren er steeds ingewikkelder planten en dieren ontstaan zijn en uiteindelijk de mens. Zelfs in christelijke kring zie je weer al meer discussie over evolutie en schepping. Je ziet ook dat mensen onder de druk van de meerderheid en dat wat wetenschap genoemd wordt al meer gaan zeggen dat God waarschijnlijk door evolutie de schepping heeft laten ontstaan.

Het is goed om juist in zo’n tijd eens rustig te kijken wat de HERE zelf ons daarover vertelt. Daarom wil ik naast de preken over de vrucht van de Geest met jullie de komende tijd aan wat God op elke afzonderlijk dag bij de schepping in een aparte preek aandacht geven. Het is belangrijk voor ons om juist in onze tijd te zien wat de HERE ons in het eerste hoofdstuk van de Bijbel vertelt. Wat Hij daar over Zijn eigen werk zegt.

Als je het over Genesis 1 hebt hoor je vaak dat dit hoofdstuk in de Bijbel bedoeld is om te zeggen dat  de HERE de hemel en de aarde, de hele schepping gemaakt heeft. Er wordt dan snel bij gezegd dat het niet de bedoeling heeft om te vertellen hoe  God het gedaan heeft. Het zou vooral niet de bedoeling van de Heilige Geest zijn om ons te laten weten dat de HERE in 6 gewone dagen de aarde met alles wat erbij hoort gemaakt heeft.

Wat is nu het grote probleem met dit soort redeneringen? Dat die echt helemaal willekeurig zijn. De Heilige Geest zegt nergens in de Bijbel dat het Gods bedoeling is om in Genesis 1 alleen te vertellen dat  Hij alles geschapen heeft. Een van de belangrijkste regels voor de uitleg van de Bijbel is juist dat we die zo verklaren zoals de HERE Zijn Woord zelf gegeven heeft. Zoals we dat lezen in het geheel van de Bijbel. Dan zie je dat de HERE in Genesis 1 veel meer zegt dan dat  Hij alles gemaakt heeft. Hij vertelt ook hoe Hij het gedaan heeft.

Wat is nu een van de grootste problemen met wetenschappers die Genesis 1 niet willen aanvaarden zoals de Geest ons het gegeven heeft? Dat is dat ze volgens menselijke wetenschap bij het beginpunt van de schepping willen uitkomen. Dat moet menselijk te beredeneren zijn. Ze houden er geen rekening mee dat voor de HERE een menselijk te berekenen beginpunt niet nodig is. Wij zijn schepselen. Het is het geheim van de HERE, de enige God hoe Hij hemel en aarde met alles erop geschapen heeft. Hoe Hij dat in 6 dagen gedaan heeft. Zijn kracht en wijsheid gaan ver boven alle menselijke kennis uit. Dan moeten wij niet doen alsof wij God zijn en Hem in alles kunnen narekenen. Dan moeten we ook vanwege ons geloof in de ene  echte God, Vanwege ons volgen van Jezus Christus het vreemdelingschap aanvaarden als andere mensen ons voor onwetenschappelijk uitmaken als we de evolutie niet aanvaarden. Als we het evolutiegeloof blijven verwerpen al noemen mensen dit wetenschappelijk. Het is heel erg nodig dat we ons zoals Job die de HERE tot verantwoording riep ook op dit punt door God laten aanspreken en onze plaats kennen. Luister maar naar enkele verzen uit Job 38: “Waar was jij toen Ik de aarde grondvestte? Vertel het me, als je zoveel weet. Wie stelde haar grenzen vast? Jij weet het toch? Wie strekte het meetlint over haar uit? …..Waar is de weg naar de oorsprong van het licht, en de plaats van het donker – is die jou bekend, zodat je het naar zijn gebied kunt voeren en het pad naar zijn huis kunt vinden? Jij weet dat vast, want jij werd toen geboren, zoveel jaren liggen achter je!” vs 4,5,19-21

Laten we in diepe eerbied voor onze Schepper er naar luisteren hoe Hij de aarde voor bewoning klaargemaakt heeft. Laat het ons met ontzag voor Hem vervullen. Dan zoeken wij niet meer volgens onze gedachten en wat wij in de schepping vinden naar het beginpunt waaruit wij de schepping kunnen verklaren. Dan zien we dat dat niet volgens onze berekeningen werkt. Laten we nu vooral letten op de eerste dag.

 

Ik verkondig jullie het evangelie van Jezus Christus onder het thema:

 

 GOD SCHEPT OP DE EERSTE DAG HET LICHT

 

1.      Door Zijn Woord

2.      Het licht

3.      Op 1 dag

 

  1. Door Zijn Woord

 

Het eerste wat de HERE ons in de Bijbel vertelt is dat Hij de Schepper is. De Schepper van de hele kosmos. Alles wat wij in deze schepping zien is schepsel. Schepselen die ontstaan zijn op het moment dat de HERE vond dat ze er moesten komen. Geen enkele schepsel heeft zijn bestaan aan zichzelf te danken.

Na vers 1 richt de Heilige Geest onze aandacht op de aarde. We lezen in vers 2 dat leven op aarde nog niet mogelijk was. De aarde was woest en doods. Het was nog niet geordend. Het was nog een chaos waarin geen leven mogelijk was. De hele aarde was nog met water bedekt. We lezen dat het donker was boven het water. Maar zo blijft het niet want de Geest van God zweeft dan boven het water. Daarin laat de HERE zien dat Hij bezig is om de aarde tot het huis van de mens en al de andere schepselen op aarde te maken. Tot het huis waarover we met Psalm 8 kunnen jubelen: “HEER, onze Heer, hoe machtig is uw naam op heel de aarde.” Vs 2

Hoe doet de HERE dat nu? Dat laat Hij al zien op de eerste dag. We lezen namelijk in vers 3: “God zei: Er moet licht komen  en er waslicht.”

Hoe schept God dus? Door te spreken!  Door een bevel te geven, door Zijn Woord. Dat is genoeg om zo almachtig dat uit niets te laten komen wat Hij er wil hebben. De HERE heeft geen tijd van voorbereiding, van berekeningen, van het bij elkaar brengen van het nodige materiaal nodig. Zijn bevel is genoeg. Ook de Zoon Jezus Christus die later ook mens wordt is voluit bij het scheppingswerk betrokken. We lezen namelijk in Johannes 1 van Hem: “Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat.”

De hele schepping, ook wat op de eerste dag geschapen is, is uit niets geschapen. We lezen in de Bijbel zelf een verklaring over wat we in Genesis 1 lezen. De Geest vertelt ons namelijk in Hebreeen 11: “Door het geloof komen we tot het inzicht dat de wereld door het Woord van God geordend is, dat dus het zichtbare is ontstaan uit het niet-zichtbare.”

Hier schittert de grootheid van de enige God op een heerlijke manier. Hij was er alleen en alleen op Zijn bevelen ontstaat dat wat volgens menselijke berekeningen alleen in miljoenen of miljarden jaren mogelijk is. De HERE is God en niemand anders. Wij moeten niet in de val trappen dat we alles volgens de menselijke maat willen meten. Als de HERE gesproeken heeft en er meteen is wat Hij wil hebben, kan dat volgens ons menselijk verstand en wat we nu in schepping zien niet. Toch moeten we steeds weer bedenken dat de HERE de enige God is. Dat Hij de Almachtige is. Hij maakt hier in Genesis 1 ook duidelijk wat we hem later over Zichzelf horen zeggen: “Ach HEER, mijn God, u hebt met Uw grote kracht, met Uw machtige arm, de hemel en de aarde gemaakt. Voor U is niets onmogelijk.” Jer 32:17. Zie o.a. ook: Gen 18:14; Ex 15:11; Ps 86:9,10; Luc 1:37)

Het is zo goed en nodig om deze God, die jouw Vader wil zijn zo te kennen! Laten we toch ophouden om Hem en Zijn werk volgens mensenmaat te meten. Laten we Hem eren zoals Hij is. Zoals Hij zichzelf in de Bijbel aan ons bekend gemaakt heeft. De mens die zegt dat het onmogelijk is de HERE op een paar woorden het licht voluit in de schepping laat schijnen laat zien dat hij een dwaas is. Dat hij iemand is die tegen zijn Schepper in opstand komt.

De HERE is zo geweldig! Hij zegt: “Er moet licht komen.” Let er dan op dat er meteen daarna staat: “en er was licht”.  De Schepper laat zien dat het licht geen miljoenen lichtjaren nodig had om de aarde toen te bereiken en in het licht te zetten. Op Gods bevel is de aarde meteen verlicht. Psalm 33 laat ons ook de geweldige grootheid  van god zien. Als Hij zegt dat iets er moet wezen is het er ook meteen: “Door het Woord van de HEER is de hemel gemaakt. Door de adem van Zijn mond het leger van de sterren.  ……. Want Hij sprak en het was er, Hij gebood en daar stond het.” vs 6,9

De HERE zorgt voor de eerste levensvoorwaarde: het licht. De HERE heeft Zijn grootheid op de eerste dag zo duidelijk laten zien. Hij zal dat ook weer doen op de dag van de herschepping. Op de dag dat de Here Jezus de aarde definitief van alle gevolgen van de zonden zal verlossen. We lezen van die dag waarop alles nieuw wordt o.a: “Ik zal u een geheim onthullen: wij zullen niet allemaal eerst sterven – toch zullen wij allemaal veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk  wanneer de bazuin het einde inluidt. Wanneer de bazuin weerklinkt, zullen de doden worden opgewekt met een onvergankelijk lichaam en zullen ook wij veranderen.”1 Kor 15:51,52

De HERE os de Eeuwige en Almachtige die op het ogenblik van Zijn bevel laat ontstaan wat Hij wil. Wij hebben het Woord van god als onze lamp nodig om zo de werkelijkheid bij de schepping te kunnen zien. Om te kunnen zien wat er echt gebeurd is. Dan blijven er veel dingen die wij met ons verstand niet kunnen verklaren. Die we door menselijk onderzoek ook nooit zullen ontdekken. Dan zijn we niet eigenwijs maar vallen vol aanbidding voor de HERE neer. Voor hem die het op de aarde in een keer licht heeft laten worden. We letten nu op het licht dat de HERE gegeven heeft.

 

  1. Het licht

 

We hebben gelezen dat God op Zijn Woord het licht op de aarde liet schijnen. Hoe was dat nu mogelijk als je eraan denkt dat Hij pas op de vierde dag de zon, maan en sterren geschapen heeft?

Het is bij het antwoord op deze vraag weer zo belangrijk dat we niet met de menselijk maat gaan meten.  Dat we juist antwoord willen geven vanuit Gods Woord dat een eenheid is.   Als we dat doen, hoeft het voor ons geen probleem te blijven hoe het mogelijk was dat er al op de eerste drie dagen licht op de aarde was. En dat zonder zon, maan en sterren als lichtdragers.

Het is niet zo dat de zon de  bron van het echte licht is. De echte bron is God zelf. Hij heeft de zon niet nodig om aan ons op aarde licht te geven. De HERE zelf is de brond van alle licht! We zullen dat heel duidelijk zien als we op de nieuwe aarde, in het Nieuwe Jeruzalem zullen leven. We lezen namelijk van het licht op de nieuwe aarde in Openb 21 en 22: “De stad heen de maan niet nodig: over haar schijnt Gods luister, en het lam is haar licht.” (Openb 21:23)

“Het zal er geen nacht meer zijn en het licht van een lamp of de licht van de zon hebben ze niet nodig, want god de Heer, zal hun licht zijn.” (Openb 22:5)

Het is God zelf die op een andere manier dan wij gewend zijn op de eerste drie dagen voor het licht zorgt. We zien daarin de bijzondere zorg van God voor ons. De HERE zorgt er met Zijn liefdevolle zorg voor dat wij op deze wereld kunnen leven. Voor zichzelf heeft Hij het licht niet nodig. Hij is de bron van alle licht. Zelfs de diepste duisternis kan niets voor Hem verbergen. (Zie psalm 139:12) Het licht dat de HERE laat stralen geeft Hij aan ons om daarvan te kunnen leven. Geeft Hij Zijn schepping om te kunnen leven in het licht.

Als het licht er is, keurt de HERE het. We lezen in vers 4 dat Hij het ziet en dat het goed is. Het licht dat dan over de aarde schijnt is volgens Gods plan en bedoeling. Niets ontbreekt daaraan. Het is helemaal geschikt voor het doel waarvoor de HERE het heeft laten komen. De HERE os blij met Zijn eigen werk. Gods licht laat nu een deel van de dag de duisternis verdwijnen. God heeft nu een begin gemaakt met de afwisseling van donker en licht, van dag en nacht op aarde. Hij heeft het licht op de eerste dag in een dag gegeven. We letten daarop in de derde plaats.

 

  1. In 1 dag

 

Het licht dat God laat  komen wordt niet met het donker gemengd. Het is niet zo dat er iets tussen licht en donker ontstaat. God maakt echt scheiding tussen licht en donker. Hij is het die licht en donker bestuurt. Hij is de Koning. De HERE laat ook op een andere manier zien dat Hij de Koning is. Hij noemt de tijd waarin Hij het licht laat heersen dag en de tijd waarin het donker is nacht. Het feit dat God hieraan de namen van dag en nacht geeft, laat zien dat Hij boven dat staat wat Hij een naam geeft. We lezen daarvan op een prachtige manier in Psalm 104. Luister maar mee: “Als U het duister spreidt, valt de nacht, en alles wat leeft  in het woud  . De jonge leeuwen gaan uit op roof, brullend vragen zij God om voedsel. Bij zonsopgang trekken zij zich terug en liggen zich neer in hun legers. De mensen gaan aan het werk en arbeiden door tot de avond.” Vs 20-23  Zie ook Job 38:12

Je kunt hier ook denken aan Jozua 10 waar de HERE er voor zorgt dat de dag langer duurt of aan de duisternis die er drie uren midden op de dag was toen de Here Jezus aan het kruis hing.

Het is God die ervoor zorgt dat nacht en dag zich afwisselen. Dat de ene dag na de andere dag komt. N. Is het echt zo dat je vanaf de eerste dag in Genesis kunt gaan tellen?  Of hebben we hier met heel andere dagen te maken dan de dagen die we nu kennen? Mensen in onze tijd willen de dagen in Genesis vaak als tijdperken zien. Vooral de eerste drie dagen zou je volgens velen niet als gewone dagen kunnen zien want toen waren zon maan en sterren er nog niet. Zo zou er ruimte komen voor miljoenen of miljarden jaren. Zo zou het geloof in God, de Vader van onze Here Jezus Christus kunnen combineren met de evolutie. Dan zou je kunnen geloven in God gemaakt heeft. Dan zou je op die manier Genesis 1 in overeenstemming kunnen brengen met wat er nu in de wetenschap geleerd wordt.

Toch is deze gedachte niet mogelijk als we Gods hele Woord bij de uitleg van Genesis 1 betrekken. Het is namelijk de heilige Geest die in de Bijbel heel duidelijk de dagen zoals wij die kennen met de dagen in Genesis 1 gelijkstelt. Wij horen elke zondagmorgen de 10 geboden. Als die vanuit Exodus 20 gelezen worden horen we het vierde gebod zo: “Zes dagen lang zult u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw vee, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen. Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee en alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte Hij. Daarom heeft de HEER de sabbat gezegend en heilig verklaard.” Ex 20:9-11

Let er ook op dat de Geest in gen 1 geen enkel onderscheid tussen de eerste 3 dagen en de latere dagen maakt. Juist vanaf de 4e dag zijn de zon, maan en sterren er om o.a. dagen te kunnen tellen. Om met waarmee God op de eerste dag was begonnen ook op de vierde dag en daarna te kunnen verder gaan. We kunnen en mogen ook niet zeggen dat de dagen in Genesis 1 wel langere periodes zijn geweest omdat de profeten soms ook van een dag spreken en dan over een bepaalde langere periode spreken. Als de profeten het woord dag zo gebruiken gaat het nooit om een afwisseling of opeenvolging van dagen zoals in Genesis 1! Dan wordt er ook nooit over de opeenvolging van dag en nacht gesproken.

De eerste dag dat de HERE het licht over de aarde laat schijnen, is de eerste gewone dag in de gewone geschiedenis van de aarde. Het is dan ook opvallend dat God in de Hebreeuwse tekst bij de eerste dag niet het rangtelwoord eerste gebruikt maar het gewone woord een. Letterlijk lezen we in vers 5: “Het werd avond en het werd morgen. Een dag.”

Je ziet daarin juist de grootheid van God. De Here doet in een dag, een dag zoals wij die kennen, wat volgens ons onvoorstelbaar is. Wij staan sprakeloos van verbazing en verwondering. Dit is nu eens echt Goddelijk, dit gaat echt alle menselijk maatstaven te boven. Hier zien wat de HERE van Zichzelf zegt in Jesaja 40: “Met wie wil je God vergelijken, zegt de Heilige, aan wie ben ik gelijk te stellen. Kijk omhoog: wie heeft dit alles geschapen?” vs 25,26a

De ene God, de Vader van onze Here Jezus Christus die in een dag het licht voor de wereld gegeven heeft! Hij die door Zijn Woord de hele wereld en alles wat erop is geschapen heeft. Die god wil jouw Vader zijn.

Het is dezelfde God die er vandaag elke dag voor zorgt dat Zijn schepping blijft bestaan. Het is dezelfde God die al hebben wij Hem bij de zondeval verworpen toch jouw Vader en Verlosser wil zijn. Het is de God die zo groot en aanbiddelijk is dat Hij Zijn Zoon naar de wereld gestuurd heeft om in onze plaats te lijden zodat jij kind van God kan zijn. Het is dezelfde God die in Zijn grootheid vol liefde en teerheid is. Die jou en mij persoonlijk roept om als Zijn kinderen te leven. Die daarvoor om het lijden van Zijn Zoon aan jou Zijn Geest wil geven. Die geweldige God komt heel persoonlijk in liefde en genade naar je toe. Het is deze geweldige God die zo graag jou van jouw zonden wil verlossen. Wil verlossen van een leven waarin alleen Gods oordeel je wacht. Die daarom Zijn Zoon Jezus Christus in de plaats van de gelovigen de straf heeft laten dragen.

Als jij en ik ons in ons leven aan iemand kunnen toevertrouwen dan is het aan de Schepper van hemel en aarde. Aan Hem die in het donker van een verzondigd leven in jou hart het ware verlossende licht wil laten opgaan. Die aan jou Christus als het licht van de wereld geven. Hij is de God van wie we in 2 Kor 4:6 lezen: “De god die heeft gezegd: Uit de duisternis zallicht schijnen, heeft in ons hart het licht doen schijnen om ons te verlichten met de kennis van Zijn luister, die afstraalt van het gezicht van Jezus Christus.”

Die God wil jouw God zijn! Wat een houvast, wat een troost!. Dan wil ik die God ook nooit meer volgens menselijke maatstaven beoordelen, ook niet in Zijn werk. Dan wil Ik me juist aan Hem toevertrouwen. Zo’n God en vader krijg je nergens. Wie zich niet aan Christus toevertrouwt, blijft in de duisternis. Blijft onder Gods oordeel terwijl dat echt helemaal niet nodig is! Leef toch met Christus, met de Drie-enige God vol liefde in het licht!   Dan wil Ik die geweldige God en vader geloven op Zijn Woord wat mensen ook zeggen.

 

AMEN       

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ORDE VAN DIENST

 

Opening

Vrede/Zegengroet

Gez 1:1,2

Lezen van de wet

Tweede gebod voor de kinderen uitleggen

Psalm 19:1,6

Schriftlezing: Psalm 104:1-15

Collecte

Psalm 29

Tekst: Genesis 1:6-8

Preek

Gez 159 

Dankgebed

Psalm 147:3,7

Zegen

 

Gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

De HERE laat zien dat Hij de God is die leeft! Dat Hij de enig levende God is. Hij heeft dat op een heel bijzondere manier laten zien door in 6 dagen de aarde voor leven en bewoning van de mens klaar te maken. Hij is de God voor wie je alleen vol aanbidding en verwondering kunt neervallen. Hij is zo groot dat Hij de schepping op aarde in 6 dagen gemaakt heeft. Zo groot dat ons verstand dat zelfs niet kan verklaren. De Geest leert ons ook daardoor te zeggen: Hoe is het mogelijk! Wat is de Here God geweldig groot! 

De ellende is dat de zonde in de wereld gekomen is. De ellende is dat wij zijn gaan denken dat dingen alleen mogelijk zijn als wij het met ons verstand en onze onderzoeken kunnen beredeneren. Wij hebben het vanaf de zondeval zo moeilijk met wat we bijvoorbeeld in Efeze 3 lezen: “Aan Hem die door de kracht die in ons werkt bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij vragen of denken, aan hem komt de eer toe, in de kerk en in Christus Jezus, tot in alle generaties, tot in alle eeuwigheid.  Amen.”

We luisteren dan naar wat de Heilige Geest ons zegt. We luisteren dan naar de enige die er vanaf het begin als getuige bij was toen Hij de aarde bewoonbaar maakte voor de mens. Gelukkig is de mens die luistert naar wat God in Genesis 1 zegt en dat in zijn hart bewaart en het gelooft.  We zien iets van dat machtige scheppingswerk van God als we letten op Zijn werk op de tweede dag. Ik verkondig jullie het evangelie van Jezus Christus onder het thema 

 

 DE HERE SCHEPT OP DE TWEEDE DAG DE ATMOSFEER OM DE AARDE

 

  1. om scheiding tussen het water te maken
  2. om te laten zien wie de Gever van het water is
  3. om vol verwachting naar de hemel op te kijken

 

  1. om scheiding tussen het water te maken

 

Het ligt komt op de tweede dag weer op en breekt het donker. Na de eerste gewone nacht in de geschiedenis van de aarde komt het licht weer door het donker heen. De HERE laat zien dat het licht op de eerste dag geen toevallig verschijnsel was. Niet maar voor een keer. De HERE regeert ook over het licht en laat het terugkomen. Hij zorgt voor de afwisseling van nacht en dag. Elke dag als het licht weer doorbreekt is dat een teken van Gods liefde en trouw. Mag dat ook een bewijs zijn van Zijn liefde en trouw voor jou persoonlijk. Elke dag dat je na het donker het licht weer zien, zegt de HERE tegen jou: Ik de God die leeft wil ook vandaag weer voor jou zorgen. We lezen dit in Klaagliederen 3:22,23 zo: “genadig is de HEER: wij zijn nog in leven! Zijn ontferming kent geen grenzen. Elke morgen schenkt Hij nieuwe weldaden. – Veelvuldig blijkt Uw trouw!”   

Het licht schijnt op de aarde. Het schijnt over de grote watermassa’s die de hele aarde bedekken. Nergens is er een stukje grond te zien dat boven het water uitsteekt. De watervloed die over de aarde ligt is groot en diep. De aarde is voor heel veel schepselen en ook voor de mens nog niet geschikt om op te leven. De Here God gaat op de tweede dag verder met Zijn werk om de aarde bewoonbaar te maken. Het water dat nog teveel op aarde is voor het leven zoals God dat wil, haalt Hij nu van de aarde weg.

Al het vocht, al de damp, al de regen en de sneeuw die vanuit de lucht naar de aarde komt, was toen deel van het water dat op de aarde zelf was. Dat was een geweldige hoeveelheid! Volgens onze mensenmaat was het voor God veel te veel om al dat water van de aarde zelf in de dampkring te brengen. Om zo de dampkring, de atmosfeer rond de aarde te laten ontstaan. Het is de HERE die de dampkring, de atmosfeer. De lucht, het gewelf, het uitspansel om de aarde op de tweede dag geschapen heeft. Het woord dat voor gewelf of in de vertaling van 1951: uitspansel gebruikt wordt, wijst erop dat de HERE het rond de aarde uitgespannen heeft. Hij heeft om de aarde iets gemaakt waarin het water dat Hij van de aarde gehaald heeft weer dienst doet. Weer dienstbaar is voor het leven op aarde. De atmosfeer met daarin het water dat van de aarde komt is onmisbaar voor het leven op aarde. Als het hierover gaat, hoor je mensen zeggen: “Hier kun je nu aan zien dat we niets met de Bijbel kunnen als het om het ontstaan van de aarde gaat.  Het is maar een heel primitief beeld om over een gewelf of een uitspansel te praten. Wetenschappelijk gezien is het helemaal niet zo dat er een soort koepel om de aarde te zien is.”

Broeders en zusters, jongens en meisjes, laat je door zulke woorden niet van de wijs brengen. Waarom niet?  Omdat het er de HERE helemaal niet om gaat om aan ons te vertellen hoe de lucht, de atmosfeer om de aarde precies samengesteld is. De heilige Geest spreekt hier niet de taal van de wetenschap van de 21e eeuw. Hij spreekt de taal de de mens van alle tijden kan begrijpen. De taal zoals wij dingen vanaf de aarde zien. Dat is helemaal niet vreemd. Dat is ook niet verkeerd. Iedereen doet dat. Een professor die onderwijs in sterrenkunde geeft en met zijn gezin op vakantie gaat, zegt op een bepaalde avond tegen zijn kinderen: Zullen we mogenochtend vroeg opstaan? Dan kunnen we zien hoe mooi de zon opkomt. Dan spreekt die professor in de taal zoals wij de dingen elke dag zien gebeuren terwijl hij heel goed weet dat de zon niet opkomt.  We gebruiken heel vaak de taal van de ervaring, zoals wij het zien vanaf de plaats waar we zijn. Dat is ook de taal die de Heilige Geest vaak in de Bijbel gebruikt zodat mensen van alle tijden het kunnen begrijpen. De HERE spreekt in Zijn Woord de taal van de Vader die in liefde met Zijn kinderen omgaat. Die niets liever wil dan dat wij Zijn Woord begrijpen. Wat wij boven ons zien. Waar wij de wolken zien. Waar we de zon zien schijnen (zie vs 15) die ruimte wordt hier het gewelf genoemd. Die ruimte die we boven ons zien en waarin ook een deel van het water zit dat eerst op aarde was en nu weer het nodig vocht aan de aarde geeft heeft God op de tweede dag geschapen.

Door veel onderzoek van de ruimte ontdekken we al meer hoe geweldig alles op elkaar afgestemd is. Hoe alles erop gericht is om het leven op aarde te laten functioneren. Alles is zo op elkaar afgestemd dat de ruimte, dat het heelal blijft bestaan. God heeft dat allemaal gemaakt en houdt het vandaag nog in Zijn hand. Hij houdt het in stand. Zo groot is God en Hij alleen.

De Here God maakt op de tweede dag scheiding tussen het water dat op aarde is. Hij laat als de Almachtige in een dag een onnoemelijke hoeveelheid water van de aarde naar de atmosfeer om de aarde gaan. Om zo de aarde bewoonbaar voor de schepselen zoals Hij ze bedoeld heeft te maken. Het is belangrijk om te zien dat de HERE dit gedaan heeft en dat Hij nog altijd over dat water regeert. Hij het laat regen, Hij van dat vocht in de lucht geeft wanneer en waar Hij wil. Het is ook in Gods hand om dat water weer te laten terugkomen en zo het leven op aarde aarde te vernietigen omdat de mens in opstand tegen Hem leeft. We hebben in de geschiedenis gezien hoe de HERE dat kan doen. Hoe Hij ervoor kan zorgen dat ook de hoogste bergen weer onder het water verdwijnen. Hij heeft dat laten zien toen de wereldbevolking die al uit miljoenen mensen bestond zich op 8 mensen na tegenover Hem stelden. Toen de wereldbevolking niet meer wilde luisteren naar de Schepper van de wereld. Naar de enige God die ook de enige is die ons van het oordeel kan verlossen.                 

Er is nog maar een gezin dat in liefde en eerbied voor de HERE leeft. Die zo leven dat ze deel hebben aan de vergeving van de zonden die Christus later gaat verdienen. Er is dan onder de miljoenen nog maar een gezin dat in vrede met God leeft. Dat is het gezin van Noach. De HERE komt in de tijd van Noach met Zijn straf. De HERE regeert zo dat in 40 dagen er heel veel water dat op de tweede dag naar de dampkring gegaan is weer terug op aarde komt. Dat zorgt ervoor dat het leven op aarde voor de mens en voor de dieren op het land onmogelijk wordt. We lezen daarvan in Genesis 7:11,12: “In het zeshonderdste jaar van Nochs leven, op de zeventiende dag  van de tweede maand, braken alle bronnen  van de machtige oervloed open en werden de sluizen van de hemel opengezet. Veertig dagen en veertig nachten  lang zou het op aarde stortregenen.”

Als het regent en je kijkt naar boven zie soms prachtige kleuren. De regenboog zie je ineens aan de hemel. Dan herinnert de HERE je aan Zijn trouw, aan Zijn belofte. De belofte dat Hij de hele wereld niet meer onder water zal zetten en zo het leven op aarde zal laten verdwijnen. Je kunt dat lezen in Gen 9:12-17. Toch gebeurt het ook nu nog dat op bepaalde plekken zoveel water komt dat het heel veel ellende en verdriet brengt. Denk ook maar aan de tsunami. Dan zie je weer dat Zijn oordelen nog altijd over de wereld gaan. Als gevolg van de zonde die wij als mensen de wereld ingebracht hebben. Dan klinkt in die oordelen ook de roep van hem als Vader:  Let op Mij, erken Mij als de enige God en Verlosser. Vlucht met je hele leven  naar Christus dan ben jij vrij van het eeuwige oordeel en de eeuwige straf. Dan ben je vrij van Gods definitieve oordeel  over een wereld die in zonde ligt. Een oordeel dat komt als de Here jezus op de wolken terugkomt en dat dan niet door water maar door vuur komt. We lezen dat in 2 Petrus 3:5-7: “Ze gaan er dan willens en wetens aan voorbij dat er in het begin al eens een hemel is geweest en een aarde die door Gods Woord gevormd was uit water en door middel van water, en dat de toenmalige wereld vergaan is toen ze door water werd overspoeld. Maar de tegenwoordige hemel en aarde worden door datzelfde woord bewaard om op de dag van het oordeel, waarop de goddelozen ten onder zullen gaan, te worden prijsgegeven aan het vuur.”

De HERE laat op de tweede dag ook zien dat Hij Heer over het water is. We zijn dan gekomen bij het tweede punt.

 

2.      Om te laten zien wie het water dat nodig is moet geven.

 

God heeft het gewelf, de lucht gemaakt. Hij heeft er het water gebracht waarmee Hij in de geschiedenis de nodige regen geeft. Ook voor de zondeval was er regen nodig om de gewassen op de aarde te laten groeien. We lezen daarover in Gen 2:4,5: “In de tijd dat God, de HEER, aarde en hemel maakte, groeide er op de aarde nog geen enkele struik en was er geen enkele plant opgeschoten, want God, de HEER, had het nog niet laten regenen op de aarde, en er waren geen mensen  om het land te bewerken, wel was er water dat uit de aarde opwelde en de aardbodem overal bevloeide.”

Zonder dat er regen uit de lucht naar de aarde komt, verdampt er alleen maar water en wordt alles droog. Dan verdwijnt het leven. Je hoeft alleen maar te denken aan beelden op de tv over droogte op de wereld en welke verschrikkelijke gevolgen dat heeft. Dan zijn het eerst de dieren en de planten die doodgaan. De heilige Geest zegt het in Psalm 104 zo: “U bevloeit de bergen vanuit Uw hoge zalen, de aarde wordt verzadigd en vruchtbaar; gras laat U groeien voor het vee en gewassen die de mens moet verbouwen.”

Als de HERE vanuit de hemel geen regen laat komen, groeit er niets. Dan is er geen eten. Dan is er op het einde geen drinken en sterft alles.

Het is voor ons leven belangrijk om in te zien dat de atmosfeer en de regen die vanuit de wolken komt geen krachten, geen goden maar ook geen natuurkrachten op zichzelf zijn. Ze zijn door de enige God gemaakt en Hij houdt het als de Schepper nog altijd in Zijn hand. Dat was voor Israel belangrijk om te weten. Om dat te geloven. Want steeds was er voor Israel weer de verleiding om samen met de volken om hen heen te denken dat niet de HERE maar andere goden over de vruchtbaarheid gingen. Dat andere goden dan de HERE regen gaven en dat je die naast de HERE ook moest vereren. De mening van de volken om Israel heen, de mening die vanuit de wereld op Israel in het geloofsisolement afkwam, was: dat je in meer goden moest geloven. Een van die goden was dan de regengod. Er is ook een tijd in de geschiedenis van het verbondsvolk dat ze officieel de regengod Baal vereerden. Dat is in de tijd van koning Achab. Dan laat de HERE juist aan de koning en het volk zien dat Hij de enige God is. Dat Hij het ook is die regen en vruchtbaarheid geeft en niemand anders. Hij zorgt er dan voor dat het in israel meer als 3 jaar droog blijft. Geen druppel regen valt. Die zogenaamde Baal kan er niets aan doen. Hij is niets anders dan een droog drogbeeld zonder macht. De HERE laat dan op de berg karmel zien dat Hij de enige God is. Dat Hij de God is die leeft. De HERE beschikt over de regen en verder niemand. Zie 1 Kon 16:29-18:46.

Vandaag krijgen we als kerk van Christus vooral te maken met mensen die regen alleen als een natuurverschijnsel zien. Regen zou er alleen maar komen doordat bepaalde weerpatronen optreden. Daaraan kun je nu eenmaal niets doen. Als je er alleen zo over praat, ga je de schepping ontgoddelijken. Dan ben je bezig om jezelf te bedriegen. Dan doe je of God geen deel van de werkelijkheid is. Terwijl Hij zelfs de hele schepping in Zijn hand heeft en regeert. Je hoort mensen soms ook zeggen dat God wel alles gemaakt heeft. Maar nu grijpt God niet meer in. Alles gaat nu volgens de geschapen natuurwetten.  Je zou niet mogen spreken over Gods regering en dat Hij bepaalt wanneer en waar de regen valt.

Dat is zo heel anders dan wat we in Gods Woord lezen. De HERE had vanaf het allereerste begin beheer over het water. Ook over het water in de lucht. Hij heeft scheiding onder het water aangebracht en regeert nog elke dag over het water. Dat leert ons juist aan Hem heel eerbiedig om regen te vragen als we het nodig hebben. Het leert ons heel eerbiedig aan Hem vragen of er een tijdje geen regen zal vallen als het  heel erg nat is. Zo leren we om er ook zo over te praten dat het de HERE is die de nodige regen geeft. Het is niet overgeestelijk als je zo praat. Het is niets anders als zo spreken zoals het in werkelijkheid is. Het is spreken overeenkomstig de echte wetenschap. Dat zijn de nuchtere feiten. Dat is de werkelijkheid. Wie God door Christus komen in de wereld als zijn Vader kent, ziet de werkelijkheid. Die wil die werkelijkheid ook uitdragen en mensen laten zien hoe de dingen echt zijn. Je wil de Schepper dan ook de eer geven die hem toekomt. Dan leer je als iemand die Gods liefde in Christus kent om Hem te loven en te prijzen ook voor het leven dat Hij water dat Hij vanuit de lucht laat komen, geeft. Het leert ons als Christus’gemeente naar de hemel op te kijken. Vol verwachting. We zien dat in de derde plaats.

 

3.      Om vol verwachting naar de hemel op te kijken

 

De HERE heeft Zijn bevel gegeven. Er is scheiding tussen het water gekomen. Dan lezen we aan het begin van vers 7: “En zo gebeurde het”. Het is dus gebeurd zoals God het wilde. Het valt op dat we over het werk van God op de tweede dag niet lezen dat het goed was. We lezen dat bij de andere dagen wel. Toch moeten we daaruit geen negatieve conclusie trekken. Het is niet zo dat het werk van God op de tweede dag niet goed was. Het gaat hier namelijk om Gods scheppingswerk. We lezen ook van de tweede dag dat het zo gegaan is zoals de HERE het wilde. Als je dan weet dat de HERE goed! Bij Hem niets is dat gebrekkig of verkeerd is, weet je dat ook dit werk goed was. Daar komt nog iets bij. Want als de HERE Zijn hele scheppingswerk van al die dagen overziet, zegt Hij: “Hij zag dat het zeer goed was.” 1 :31

De Here God geeft dan aan het door Hem gemaakte gewelf  een naam. We lezen in vers 8: “Hij noemde het geweld hemel”.  Waaraan moeten we dan denken? We lezen in de Bijbel over verschillende hemels. Paulus spreekt over de derde hemel. (2 Kor 12:2). We lezen in 1 Kon 8 uit de mond van koning Salomo: “Zou God werkelijk op aarde kunnen wonen? Zelfs de hoogste heml kan U niet bevatten, laat staan dit huis dat ik voor U gebouwd heb.” Vs 27

We moeten bij het woord hemel als het over de tweede scheppingsdag gaat dus denken aan wat we zien als we naar boven kijken. Als we naar de blauwe lucht en de wolken kijken. Het laat ons dus wel zien dat we omhoog moeten kijken. Het laat ons ook zien dat onze God en Schepper ver boven ons staat en ver boven ons woont. Hij is zelfs meer dan de lucht, dan de hemel die we zien. Hij is zelf meer als het heelal zoals we dat kunnen door onze sterkste telescopen. Als je daaraan denkt, kom je ook bij Psalm 115: “De hemel is de hemel van de HEER, de aarde heeft Hij aan de mensen gegeven.”   

Wij zijn kleine en nietige schepselen die moeten leren om hun verwachting op de HERE te stellen. Die echt vol verwachting naar boven kijken. Om op te zien naar God die in de hoogste hemel als Zijn paleis woont. Die zelfs nog altijd meer is dan Zijn prachtigste woonplaats. Hij laat Zijn grootheid en heerlijkheid in alles wat van de hemel naar de aarde komt. Hij laat Zijn grootheid zien het het onweer (Ps 29), in de hagel, in de sneeuw, in de ijzel, in de regen.

Hij heeft Zijn majesteit en liefde het heerlijkst laten zien door Zijn Zoon van vanuit de hemel naar de aarde te sturen.  Voor jou te sturen als de Verlosser die jij zo nodig hebt om niet in de droogte van de zonden voor altijd om te komen. Hij heeft Zijn Zoon vanuit de hemel gestuurd om jou door die innige liefdesband met Christus jou een plaats in het Nieuwe Jeruzalem te geven. Op de nieuwe aarde. Hij heeft Zijn Zoon van de hemel gestuurd om Zijn schepping te redden en te herstellen. Zonder leven met Christus ontgaat je die toekomst.  Dan is er de eeuwige dood, de nooit meer eindigende ellende in je bestaan.

Zo nodig als wij de regen op aarde hebben voor ons levensonderhoud, zo nodig hebben we Christus en het werk van de Heilige Geest om onze verwachting niet op deze wereld te stellen. Maar op Christus die in de hemel woont. Om onze verwachting op God te stellen. Als je zo leert te leven zie je in elke wolk en elke druppel regen de persoonlijke zorg van je hemelse Vader. Hoe heerlijk is Zijn naam op aarde!

 

AMEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm 24:1,2

Lezing van de wet

Psalm 95:1,2,3

Schriftlezing: Marcus 4:35-41

                      Openbaring 21:1-8

Gebed

Collecte

Gez 1:3,4,5,6

Tekst: Genesis 1: 9-13

Verkondiging van het evangelie

Psalm 89:3,4,5

Dankgebed

Psalm 33:3,8

Zegen

 

Geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

De HERE zoekt ons. Hij zoekt Zijn volk. Hij heeft daarvoor Zijn Zoon als de Verlosser naar de wereld gestuurd. Hij wil een nieuwe hemel en aarde waarop Hij samen met Zijn geredde volk woont.

Wat hebben deze dingen nu met Gods scheppingswerk in Genesis 1 te maken? Wat heeft het te maken met Gods werk op de derde dag? Dat zie je bijvoorbeeld in Jesaja 45. Je ziet daar hoe de HERE die eeuwige verlossing van Zijn volk met de schepping verbindt. We lezen in vers 17,18: “Maar israel wordt door de HEER gered, Hij brengt redding voor eeuwig. Jullie staan niet te schande en worden niet gehoond, in alle eeuwigheid niet. Dit zegt de HEER, die de hemel geschapen heeft – hij is God! – die de aarde gemaakt en gevormd heeft en die haar heeft gegrondvest – niet als chaos schiep Hij de aarde, maar om te bewonen heeft Hij haar gevormd: Ik ben de HEER, er is geen ander.”

Gods werk van verlossing heeft als doel dat de gelovigen voor altijd op de nieuwe hemel en aarde zullen leven. Het gaat de HERE er om dat Zijn volk op een aarde leeft waar het voor altijd goed is. Waar het altijd goed is om te wonen. Van die nieuwe aarde lees je in Jes 11: “Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel Mijn heilige berg. Want kennis van de HEER vervult de aarde, zoals het water de bodem van de zee bedekt.” Vs 9

Het gaat op de derde dag van de schepping er juist om dat de HERE verder gaat om de aarde voor de mens bewoonbaar te maken. Door land en zee te scheiden en en bomen en planten te laten groeien. Ik verkondig jullie het evangelie van Jezus Christus onder het thema:

 

GOD MAAKT OP DE DERDE DAG LEVENSRUIMTE VOOR DE MENS

 

  1. door het water op de aarde bij elkaar te brengen
  2. door het droge te laten ontstaan
  3. door bomen en planten te scheppen

 

  1. door het water op de aarde bij elkaar te brengen

 

De derde dag is gekomen. Het heerlijk dag straalt voor de derde keer over de aarde. Het is nog zo dat de hele aarde onder water staat. Op de tweede dag heeft de HERE een groot deel van het water op de aarde in de atmosfeer rond de aarde gebracht. Toch staat alles nog onder WATER.

Weer klinkt de machtige stem van God. Hij geeft aan het water het bevel dat het naar een plaats moet stromen. Let erop dat hier gesproken wordt over een plaats. Dat betekent niet dat er na de derde dag geen rivieren en beken waren. Bepaalde delen van het water laat de HERE juist door rivieren  naar de zee stromen of bepaalde delen van het land bevochtigen. Je leest dat ook in Gen 2. Je leest daar o.a. in vers 10: “Er ontspringt in Eden een rivier die de tuin bevloeit. Verderop vertakt ze zich in vier stromen.”

Er waren dus rivieren maar de rest van het water stroomt naar een plaats. Zo laat de Geest zien dat de zee geen bedreiging voor het land en voor wie er op het land leven, is. De zee wordt aan een grens gebonden. De zee is geen zelfstandige macht die als een soort god zijn eigen gang kan gaan. Zo dachten de heidense volken rond Israel er wel over. De zee is niet de ontembare woeste zee die zomaar in een geweldige vijand kan veranderen waar niemand tegenop kan. De zee die God zijn plaats gegeven had was voor de zondeval geen bedreiging voor het land en voor wat daarop groeide en leefde.

Dit werd anders toen de mens tegen God in opstand kwam. Het is onze schuld als mensen dat de harmonie in de schepping, ook de vreedzame harmonie tussen land en zee verdwenen is. Mensen moeten zich nu tegen stormen en overstromingen beschermen. Vissers en andere mensen op zee verdrinken nu soms vanwege het geweld van de zee. Denk ook aan een tsunami.Dat is ook allemaal gevolg van onze zonden. Het herinnert ons aan onze schuld tegenover God. Het laat ons zien hoe nodig we Christus hebben als de drager van onze zonden. Hoe nodig we Hem hebben in ons leven om op weg te zijn naar het herstel van die heerlijke harmonie op de nieuwe hemel en aarde.

De HERE laat ons op de derde dag zien dat Hij de Heer over het water en de zee is. Hij is echt de Heer, de Koning, de Beheerser van de hele aarde. We lezen dat in Psalm 95 zo: “De HEER is een machtige God, een machtige koning, boven alle goden verheven.  Hij houdt in zijn hand de diepten der aarde, de toppen van de bergen behoren hem toe,  van hem is de zee, door hem gemaakt, en ook het droge, door zijn handen gevormd.” Vs 3-5

De HERE is na de zondeval nog altijd de Heer over de zee. De zee waarvan we in Psalm 104 lezen: “U stelde een grens die zij niet overschrijden, nooit weer zullen zij de aarde bedekken. U leidt het water van de bronnen door beken,tussen de bergen beweegt het zich voort.”vs 9,10

Ook wanneer nu de zee een bedreiging voor het land vormt, loopt het de HERE niet uit de hand. De zee moet nog altijd naar het bevel van de Here God luisteren. Dat is heel duidelijk als de Here Jezus op aarde is. Hij laat zien dat de storm en de zee die spoken niets meer dan een schepselen is. We lezen in Markus 4 hoe de Here Jezus met  Zijn leerlingen in een schip zijn. De storm steekt op. Jezus ligt dan in de boot te slapen terwijl de leerlingen al hoe banger worden. Ze maken dan de Here Jezus wakker. Wat er dan gebeurt lezen we in Marcus 4 zo: “Toen hij wakker geworden was, sprak hij de wind bestraffend toe en zei tegen het meer: ‘Zwijg! Wees stil!’ De wind ging liggen en het meer kwam helemaal tot rust.  Hij zei tegen hen: ‘Waarom hebben jullie zo weinig moed? Geloven jullie nog steeds niet?’ Ze werden bevangen door grote schrik en zeiden tegen elkaar: ‘Wie is hij toch, dat zelfs de wind en het meer hem gehoorzamen?’ vs 39-41

Dit mag ons vandaag tot die heerlijke jubel brengen: Jezus Christus onze Verlosser is God! God die mens geworden is.

God brengt het water naar een plaats. Dat betekent dat de ene zee die er toen kwam geen werelddelen van elkaar gescheiden heeft. Wie op het land was, kon overal komen. Mensen en dieren worden niet van elkaar gescheiden door de zee. Zelfs vandaag kunnen we nog altijd zien dat de HERE het land als een geheel geschapen heeft. Als we vandaag de wereld delen in elkaar zouden kunnen schuiven, passen ze als een goede puzzel precies in elkaar. Later is door grote krachten het land in stukken uit elkaar gedreven. Toen zijn de werelddelen ontstaan. Op de nieuwe aarde zal de zee geen scheiding meer maken. Zal de zee er in zijn bedreigende en verdelende kracht niet meer zijn. We lezen in Openbaring 21:1: “Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer.”

Het water dat er dan is, is vol rust. Het zorgt voor grote vruchtbaarheid. We lezen daarvan in Openbaring 22:2: “In het midden van het plein van de stad en aan weerskanten van de rivier stond een levensboom, die twaalf vruchten gaf, elke maand zijn eigen vrucht. De bladeren van de boom brachten de volken genezing.”

We mogen naar die heerlijke wereld uitzien. Ook dat heeft Christus met Zijn verlossingswerk voor de gelovigen van alle tijden verdiend. Die toekomst ligt klaar voor de kinderen van God.

We letten nu op het ontstaan van het land waarop wij als mensen leven.

 

  1. Door het droge te laten ontstaan

 

Je ziet in Gen 1 steeds dat God scheiding maakt. Op de eerste dag maakt Hij scheiding tussen licht en donker. Op de tweede dag tussen het water op en boven de aarde. Op de derde dag maakt Hij scheiding tussen zee en land. Hij brengt de zee naar een plaats. De HERE werkt zo dat er ook hoger en lagere gedeelten ontstaan. Daardoor komt een groot deel van het land boven het water te liggen. Zo ontstaat er wat we bijvoorbeeld in Ex 20:4 lezen: “Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde.” (Zie o.a. ook: Ps 146:6; Openb 10:6; 14:7) Het water onder de aarde is het water dat lager liggend land bedekt.

We lezen op de derde dag ook hoe de HERE als de Schepper en de Koning namen geeft. De HERE noemt het water dat op een plaats samengekomen is zee en de grond die droogvalt land. Dat maakt duidelijk dat de HERE niet alleen scheiding maakt maar ook de grenzen die Hij  gemaakt heeft, bewaakt. Hij zorgt ervoor dat er echt veilige levensruimte voor de mens op aarde komt. We lezen dit op een prachtige manier in Jeremia 5:22: “Hebben jullie geen ontzag voor mij? – spreekt de HEER. Beven jullie niet voor mij? Ik heb met zand de zee aan banden gelegd, haar een vaste grens gesteld. Haar golven donderen, maar tevergeefs, ze bruisen onstuimig, maar worden gestuit.”

Je ziet hier hoe dit machtige werk van God bedoeld is om ont ontzag voor de HERE de Schepper van zee en land te leren. Om zo vol eerbied voor God te beven. Die dit op een dag met Zijn almacht gedaan heeft. Wat is de HERE groot in kracht.

Als je ziet hoe de HERE levensruimte voor de mens gemaakt heeft, is het ook goed om er op te letten hoe Hij dat na de zondeval steeds weer voor Zijn volk doet. Hij is het die Abraham uitkiest en aan hem de belofte geeft dat zijn nakomelingen in het land Kanaan als hun eigen land zullen wonen. Wanneer de HERE Zijn volk uit Egypte bevrijdt heeft brengt Hij ze in het beloofde land. Op weg naar dat land laat de HERE dan zien dat Hij nog altijd die God is die zee en land van elkaar kan scheiden. Als het volk voor de Rietzee staat en de vijand bijna bij ze is, is het de HERE die een droog pad door de zee maakt. Hij maakt door Zijn reddingswerk levensruimte voor Zijn volk. Hij gebruikt daarna Zijn macht door de scheiding die Hij gemaakt heeft weer ongedaan te maken. De Egyptenaren verdrinken dan in het water dat terugkomt. Het is de HERE die Zijn volk in Kanaan brengt en er voor zorgt dat de Kanaanieten overwonnen worden. Dat er ruimte voor Zijn volk is. Dat ze een land krijgen waarin ze in vrijheid de God van de hele wereld kunnen aanbidden.

Het is de HERE in de hemel  die Zijn Zoon Jezus Christus naar de aarde gestuurd heeft om voor de gelovigen te verdienen dat ze eens de hele aarde zullen bezitten. Daarover met Christus zullen regeren. Dan is de hele aarde de veilige levensruimte voor Gods volk. Het land krijgt ook een prachtige bedekking waartussen mens en dier mogen leven. We zien dat in de derde plaats.

 

  1. Door bomen en planten te scheppen

 

   De derde dag is met de zesde dag een bijzondere dag onder de zes dagen waarin God alles maakte. Het is namelijk samen met de zesde dag een dag waarop de HERE twee verschillende dingen schept. Als je naar de opbouw van Gods scheppingswerk kijkt zie je ook dat de HERE een God van orde is.

Dag 1  God schept het licht.                                          Dag 4   God schept de lichtdragers

Dag 2  God maakt scheiding tussen                              Dag 5   God schept de waterdieren en

           water  onder en boven in de lucht                                   vogels. Lucht en water worden

                                                                                                    bevolkt.

Dag 3  God maakt scheiding tussen water en land        Dag 6   God schept de dieren op het

                                                                                                    land.

           God schept bomen en planten                                          God schept de mens

 

De Schepper zorgt ervoor dat bomen en planten op het land komen. Let erop dat de HERE niet in een lang proces bomen en planten laat groeien. Hij benadrukt juist dat het land zelf de kracht niet heeft om het plantenleven te laten ontstaan. Het land zelf kan niet voor deze rijke natuur zorgen. Het is de HERE die uit de aarde plotseling in een dag bomen en planten laat komen. Planten en bomen die zaad en vruchten dragen. De eerste volledige planten en bomen komen er. De HERE zorgt ervoor dat ze meteen zaden en vruchten dragen waardoor ze zich kunnen voortplanten. Zo zullen er op aarde steeds weer nieuwe planten en bomen komen. De HERE schept niet het zaad maar bomen en planten die zaad dragen. Je ziet hier al hoe de schepping in die eerste dagen op een heel bijzondere manier ontstaat. Op een manier die boven onze menselijke wetenschappelijke kennis uitgaat. Als mensen op dat moment de bomen die er stonden vanuit onze kennis zouden bekijken, zouden ze denken dat die veel ouder waren dan een aantal uren.  De HERE laat zien dat hij de Schepper is die boven de menselijke maatstaven uitgaat. Hij is God en Hij alleen.

De HERE is bezig om de aarde voor Zijn beelddrager gereed te maken. Een paar dagen later maakt Hij de mens die op het droge gaat leven. Het voedsel dat de mens nodig heeft om te leven is er dan ook al. Want wat is het voedsel dat de mens voor de zondeval mag eten? We lezen dat in vers 29: “Ook zei God: Hierbij geef Ik jullie alle zaaddragende planten en vruchtbomen op de aarde; dat zal jullie voedsel zijn.”

De HERE zorgt als de volmaakte Vader voor de mens die Zijn kind is. Zo zal het altijd zijn en blijven voor Gods volk. Zo is en blijft het voor jou als je je leven aan Christus als je Redder en Koning toevertrouwt. Zo is en blijft het voor iedereen die Christus als het levende brood eet, in Hem gelooft, met Hem leeft. Voor wie met verdriet over eigen zonden bij Christus vergeving zoekt. Die krijgt juist uit liefde alleen een overvloed van leven door Christus. Omdat Christus voor ons de ellende de eeuwige honger doorstaan en gedragen heeft. Wij hebben verdiend dat er voor ons geen levensruimte, geen voedsel waarvan je geniet is. Als je bij Christus je leven niet zoekt, al heb je alles wat je hart hier op aarde wil hebben, dan nog ga je op weg naar de eeuwige armoede. Naar de eeuwige gevangenis. Maar wie steeds weer naar Christus gaat, krijgt de aarde als de erfenis. Dan is er voor je een overvloed van leven op een arde zo goed en zo mooi. Dan mag je leven in het Nieuwe Jeruzalem waar het hele jaar door vruchten te eten zijn. Gods onverdiende genade is voor wie gelooft zo geweldig groot. Dan krijg je een levensruimte voor altijd zo wijds, zo prachtig. Dan kom je als mens echt tot je doel door Gods genade. Je komt dan voor eeuwig, voor altijd en altijd tot een heerlijk leven.

 

AMEN   

 

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm 74:8,10,11

Lezing van de wet

Psalm 147:2,7

Schriftlezing: Openbaring 6:12-17

Gebed

Collecte

Gez 159

Tekst: Genesis 1:14-19

Verkondiging van het evangelie

Psalm 8:3,4,5,6

Dankgebed

Gez 149

Zegen

 

Broeders en zusters, jongens en meisjes, geliefde gemeente van onze Here Jezus Christus

 

Als je Genesis 1 leest, valt het op hoe uitgebreid ons verteld wordt wat er op de vierde dag gebeurd is. De rede is niet dat er net als op de derde dag van twee scheppingsdaden op een dag sprake is. Het gaat om het scheppen van de hemellichamen: maan, zon en sterren. Ze ontstaan weer door het eenvoudige bevel van God. De HERE is niet lang bezig om te bedenken wat Hij moet maken. Hij is geen jaren bezig om daarvoor het materiaal te bij elkaar te brengen. Nee, Hij zegt dat zon, maan en sterren er moeten komen en ze zijn er.

Toch wordt het heel uitgebreid in Genesis 1 beschreven. Dat is niet voor niets zo. Je ziet hier dat de HERE de God is die de hele geschiedenis overziet. Hij wist welke verleidingen er op Zijn volk zouden afkomen. Een van de grote verleiding voor Israel was dat de zon, maan en sterren niet alleen als schepsels gezien zouden worden. Maar als goden. Of als machten die toch op een of andere manier ons leven bepalen. Denk aan horoscopen. De Egyptenaren hebben in de geschiedenis de zonnegod Re vereerd. Om Israel heen is de god Isjtar vereerd en daaruit is de verering van de koningin van de hemel voortgekomen. De zon, maan en sterren hebben grote aantrekkingskracht om ze als meer dan schepselen te zien. Veel mensen denken ook in onze tijd dat de stand van zon, maan en sterren bij hun geboorte een beslissende invloed op hun leven hebben.

De HERE laat daar tegenover in Genesis 1 juist zien dat de lichtdragers aan de hemel niets meer dan schepselen zijn. Dat die geen enkele macht over ons als mensen hebben. We zien in het vervolg hoe belangrijk het ook voor ons is wat we in onze tekst lezen.

Ik verkondig jullie het evangelie van Jezus Christus onder het thema:

 

GOD SCHEPT OP DE VIERDE DAG DE HEMELLICHAMEN

 

  1. Om scheiding tussen nacht en dag te maken
  2. Om vaste tijden te geven

 

  1. Om scheiding tussen nacht en dag te maken

 

Het is nu de vierde keer dat het heerlijke licht de duisternis doorbreekt en over de aarde schijnt. Het licht is er. Terwijl het licht is begint de HERE weer te spreken. Zijn machtige stem klinkt over de aarde. Zijn machtige stem die dingen laat ontstaan die er nog niet zijn. Plotseling is er wat de HERE door Zijn bevel wil hebben. We lezen daarover later in de Bijbel o.a. “Er staat immers geschreven: Ik heb je een vader van vele volken gemaakt. En hij is dit ten overstaan van God, op wie hij vertrouwde, die de doden levend maakt en in het leven roept wat niet bestaat.” Rom 4:17

Weer gaat Gods almachtige roepstem over de aarde. Hij geeft het bevel dat de lichtdragers, zon maan en sterren ontstaan. Dat ze hun plek in het heelal krijgen. De HERE  zegt dat dit terwijl het al licht op aarde is. Dat laat ons zien dat de HERE de lichtdragers voor het licht op aarde niet nodig heeft. We hebben al in de preek over de eerste dag gezien dat op de nieuwe aarde de lichtdragers daar niet voor het licht zorgen. We lezen in Openbaring 22:5: “Het zal er geen nacht meer zijn en het licht van een lamp of de licht van de zon hebben ze niet nodig, want God, de Heer, zal hun licht zijn.”

De HERE schept op de vierde dag lichtdragers om daarin Zijn grootheid te laten zien. Om ons tot verwondering over Hem de enige God en Schepper te brengen. Dan zien we Zijn grootheid en onze kleinheid. Dat wordt prachtig verwoord in Psalm 8: “Zie ik de hemel, het werk van uw vingers, de maan en de sterren door u daar bevestigd, wat is dan de sterveling dat U aan hem denkt, het mensenkind dat U naar hem omziet.” Vs 4,5

De lichtdragers krijgen van God een plaats aan het hemelgewelf. Ze krijgen daar hun plaats waar wij ze vandaag zien. Als wij omhoog kijken zien we de lichtdragers boven ons. Het ene hemellichaam lijkt voor ons dan groter of kleiner. Daarom spreekt vers 16 over het grootste en het kleinere licht. De Geest maakt de Bijbel niet zo tot een wetenschappelijk boek dat we daaruit moeten leren hoe groot zon en maan in werkelijkheid zijn. Het gaat erom hoe wij het vanaf de aarde zien.

Juist doordat de Heilige Geest in  Gen 1 laat zien dat er al licht was voordat er lichtdragers waren  wordt benadrukt dat de lichtdragers schepselen zijn. Deze lichtdragers dragen niet het eeuwige licht. Het is God alleen van wie we in 1 Tim 6:16 lezen: “Hij alleen is onsterfelijk en hij woont in een ontoegankelijk licht; geen mens heeft  Hem ooit gezien of kan hem zien. Aan Hem zij de eer en de eeuwige kracht. Amen.”

Het is geweldig belangrijk voor Israel en voor ons vandaag dat de hemellichamen geen goden zijn en geen goddelijke macht hebben. We hoeven ons niet op horoscopen te richten. We hoeven niet bang te zijn voor krachten die van de maan of de zon vanuit een bepaalde stand zouden uitgaan. We staan vrij als we ons aan Christus en aan de HERE de Schepper toevertrouwen.

De HERE waarschuwt er ook heel duidelijk tegen om zo naar de hemellichamen te kijken alsof het zelfstandige machten zijn. Luister maar naar Deut 4:19: “En als u omhoog kijkt en de zon, de maan en de sterren ziet, al die lichten aan de hemel, laat u er dan niet toe verleiden daarvoor neer te knielenen te vereren wat de HERE, uw God, voor andere volken op  aarde heeft bestemd.”

De HERE spot zelfs met mensen die hun toekomst uit de sterren willen lezen. Hoor maar:

“Wat heb je je afgetobd met talloze raadgevers! Laten zij die naar sterren staren, die de hemel kunnen uitleggen, die je per maand laten weten wat je overkomen zal, laten zij nu aantreden, laten zij je redden!” Jes 47:13

Als het volk in de tijd van Jeremia van de HERE afvalt, horen we de volgende waarschuwing van de Schepper aan Zijn volk: “Volg andere volken niet na, raak niet van slag door tekenen aan de hemel, ook al jagen die de hele wereld schrik aan. De gebruiken van de volken zijn niets waard. Jer 10:2.

Je ziet hier heel duidelijk dat het echt zonde is als we ons door horoscopen en astrologen laten beïnvloeden. Wat deze mensen zeggen en schrijven is niets anders dan onzin. Daar hoor je ver van weg te blijven. Het is afgoderij want als je je daarmee bezig houdt trekt het je vertrouwen weg bij de HERE. Op wie we voor de volle 100% hebben en kunnen vertrouwen. Christus is ook werkelijk de enige die ons kan en wil verlossen van alle ellende en schuld. Hij is de enige Verlosser! Niemand anders kan jou en mij van de schuld van onze zonden verlossen. Niemand anders kan ons het leven geven dat echt volmaakt is. Juist door Christus raakt je hart en leven helemaal op de Drie-enige God gericht.  Niemand anders dan de HERE heeft de hele schepping en ook alle hemellichamen, alles wat er in het heelal is in Zijn hand. Bij niemand anders kan ik het eeuwige leven vinden dan bij de HERE. Alleen in Zijn handen is mijn leven veilig.

De hemellichamen die zo geweldig groot zijn, zijn in Gods hand. Zelfs zo dat als Hij er voor wil zorgen dat een dag anders verloopt dan dat het volgens de natuurwetten zou gebeuren, doet Hij dat. Hij kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat een dag langer dan 24 uur duurt. We lezen daarvan in Joz 10:13,14: “En de zon stond stilen de maan bleef staan, tot Israël zijn vijanden had afgestraft. Dit staat opgetekend in het Boek van de oprechte. De zon bleef een volle dag boven aan de hemel staan voordat ze onderging.  Het is voor noch na die dag ooit voorgekomen dat de HEER op die manier gehoor gaf aan de bede van een mens, maar de HEER streed dan ook voor Israël.”

We zien dit ook later bij Hiskia als de HERE hem belooft dat hij nog 15 jaar zal leven. Het teken voor die belofte is dan: “Ik laat de schaduw op de zonnewijzer van Achaz tien graden achteruitgaan in plaats van vooruit.’ En de schaduw ging tien graden achteruit.” Jes 38:8

De tijdelijkheid van zon, maan en sterren zien we duidelijk wanneer de Geest ons vertelt over wat er gaat gebeuren als de Here Jezus op de wolken terugkomt. Dan zullen zon, maan en sterren vergaan. We lezen  in Openbaring 6: “Ik zag, toen het zesde zegel verbroken werd, hoe er een zware aardbeving kwam. De zon werd zwart als een rouwkleed en de maan werd bloedrood.  De sterren vielen op de aarde, zoals late vijgen die door een stormwind van de boom worden gerukt.” Vs 12,13  (Zie ook Jes 13:10; Matt 24:29; Luc 21:25-33)

Als je deze dingen hoort, kun je denken dat Gods scheppingswerk voor niets er gekomen is. Dan lijkt het alsof het voor altijd donker gaat worden in de toekomst. Dat Gods werk op de eerste en vierde dag vernietigd gaat worden. Het lijkt alsof de koning van de duisternis, de duivel de overwinning dan behaalt. Juist als je zo gaat denken zie je het geweldige werk van God. Zijn werk is niet tevergeefs! De Vader heeft juist Zijn Zoon naar de wereld gestuurd om Zijn uitverkoren volk van die eeuwige duisternis te redden. Om de wereld te redden van ondergang en altijd ellende en donkerheid. Wie Christus volgt, wie Hem als het Licht van de wereld kent en in Zijn licht wil leven. Wie daarom de zonden, dat donkere in eigen leven haat en aan God belijdt. Die ziet dat Christus echt licht en vrolijkheid in je leven brengt. Dan wordt je leven ook als het moeilijk is vol van licht. Dan ben je op weg naar de stad waar de maan, zon en sterren er niet meer zijn. Dan ben je op weg naar de stad waar het licht van God en de Verlosser Jezus Christus zo schijnen: “De stad heeft het licht van de zon en de maan niet nodig: over haar schijnt Gods luister, en het lam is haar licht.  De volken zullen in haar licht leven en de koningen op aarde betuigen daar hun lof.” Open 21:23  

Het resultaat daarvan is: “ Het zal er geen nacht meer zijn”. 22:5

Eewig straalt het licht van Gods heerlijkheid, liefde en verlossing. Het heerlijke resultaat van Christus verlossingswerk.

We gaan nu naar het tweede punt.

 

  1. Om vaste tijden te geven

 

Zon, maan en sterren verschijnen aan de hemel. De HERE heeft aan hen de functie gegeven om op aarde voor licht te zorgen. Dat vervangt nu het licht waarmee God op de eerste drie dagen voor licht gezorgd heeft. De lichtdragers moeten nu elke dag voor licht zorgen en zorgen voor de afwisseling van nacht en dag. Toch is dat niet de enige functie die de lichtdragers krijgen. De tweede functie die er heel nauw mee samenhangt is: “Ze moeten de seizoenen aangeven en de dagen en de jaren.” Vs 14

De hemellichamen zorgen ervoor dat de tijd meetbaar wordt. Dat je aan de zon kan zien hoe laat het is. Het zorgt ervoor dat mensen de tijd kunnen berekenen en met elkaar vaste afspraken kunnen maken,

Vaste perioden kunnen nu ook geteld worden o.a. door de stand van de maan. De tijd wordt nu op verschillende manieren meetbaar. De hemellichamen zorgen ervoor dat er zo gerekend kan worden dat we kunnen spreken van dagen, weken, maanden, jaren. Dat we ook op vaste tijden bepaalde feesten kunnen vieren. Zoals de HERE bepaalde feesten later ook aan Zijn volk voorschreef. Bijvoorbeeld het sabbatsjaar en het jubeljaar. Zo zijn de hemellichamen ook tekenen van Gods trouw. Van God die elke dag regeert. Hij blijft de zon, maan en sterren in de geschiedenis als tekenen in Zijn hand gebruiken. Hij gebruikt het als teken als Abraham de HERE aan Zijn belofte herinnert. Dat uit hem een groot volk zal voortkomen. Abraham vraagt zich af of zijn knecht Eliezer dan zijn erfgenaam moet zijn waaruit dat beloofde volk zal groeien. Dan laat de HERE weten dat dat volk echt door de bloedband aan Abraham verbonden zal zijn. Dan gebeurt het volgende: “Daarop leidde hij Abram naar buiten. ‘Kijk eens naar de hemel,’ zei hij, ‘en tel de sterren, als je dat kunt.’ En hij verzekerde hem: ‘Zo zal het ook zijn met jouw nakomelingen.” Gen 15:5

Als je naar de hemel kijkt bij een heldere nacht. Als je dan de sterren wilt tellen, raak je gauw in de war. Steeds zie je weer een ster waar je die eerst niet zag. Al die sterren heeft de HERE gemaakt. Alleen maar op Zijn bevel. Wat is de HERE machtig dat al die sterren, ook die zo geweldig groot zijn door Hem en niemand anders gemaakt zijn. Het zijn tekens van Zijn macht, Zijn grootheid, van Zijn trouw. Zelfs die hemellichamen zijn in Gods hand als kleine speeltjes. Zelfs zo dat we in Jes 40 lezen: “Met wie wil je mij vergelijken, zegt de Heilige,

aan wie ben ik gelijk te stellen? Kijk omhoog: wie heeft dit alles geschapen? Hij laat het leger sterren voltallig uitrukken, hij roept ze bij hun naam, een voor een; door zijn kracht en onmetelijke grootheid ontbreekt er niet één.” Vs 25,26

De HERE die de Almachtige en Betrouwbare is, laat aan Abraham zien hoe groot het volk zal zijn dat uit hem zal voortkomen. Geweldig groot!

De HERE gebruikt ook een ster om mensen op de door God vastgestelde tijd te laten zien waar de beloofde Verlosser geboren is. Hij gebruikt als de Schepper en Onderhouder van de wereld een ster om de wijzen uit het Oosten naar de Here Jezus te brengen. Om ze tot aanbidding van Christus te brengen. Als de wijzen in Jeruzalem komen, zeggen ze o.a.: ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om hem eer te bewijzen.” Matt 2:2.

Als ze bij koning Herodes weggaan, zien we het volgende gebeuren: “Nadat ze geluisterd hadden naar wat de koning hun opdroeg, gingen ze op weg, en nu ging de ster die ze hadden zien opgaan voor hen uit, totdat hij stil bleef staan boven de plaats waar het kind was.  Toen ze dat zagen, werden ze vervuld van diepe vreugde.”Matt 2:9

De HERE gebruikt een ster om aan te wijzen wie als het Licht van de wereld op aarde gekomen is. Het is dan ook levensbelangrijk dat we de Here Jezus erkennen als de beloofde Verlosser. Als God die mens geworden is. Dat we vanuit het feest van de verlossing steeds weer ons hart op Christus richten. Steeds in Zijn licht willen staan. Dat we niet meer in de duisternis van ons eigen hart willen blijven. Dat als we de zon, maan en sterren zien ons dat dichter bij de Vader van onze Here Jezus Christus brengt. Dan kunnen we met vertrouwen de toekomst in. Dan is het niet nodig om bang te zijn als het om de terugkeer van de Here Jezus gaat. De terugkeer van Hem zal op de door God vastgestelde tijd plaatsvinden. Ook dan zullen de hemellichamen zoals de HERE die op de vierde dag geschapen heeft, als teken gebruikt worden.

Als de dag gekomen is dat de Here Jezus terugkomt, zullen we dat ook zien aan de zon, maan en sterren. De Heiland zegt het zelf zo in Lukas 21: “Dan zullen er tekenen zijn aan de zon en de maan en de sterren, en op aarde zullen de volken sidderen van angst voor het gebulder en het geweld van de zee;  de mensen worden onmachtig van angst voor wat er met de wereld zal gebeuren, want de hemelse machten zullen wankelen.  Maar dan zullen ze op een wolk de Mensenzoon zien komen, bekleed met macht en grote luister.”vs 25-27   

Wanneer de Schepper van hemel en aarde laat zien, ook aan de hemellichamen,  dat Jezus terugkomt. Dan hoef je niet bang te zijn. Wie in liefde heeft leren beven voor Gods grootheid en heiligheid. Wie met zelfverloochening met liefdevolle eerbied zijn of haar leven bij Christus gezocht heeft mag weten dat het licht van Gods verlossing voor altijd om je leven is. Ook als het laatste oordeel komt. Als jij bij Christus de vergeving van je zonden echt gezocht hebt, kun je op die dag blij zijn. Omdat je dan leeft in het verlossende en daarom hartverwarmende licht van Christus. Leef in het licht van Hem die als de morgenster je leven wil verlichten. Vanuit je hart. Dan leer je uitzien naar die geweldige dag dat Jezus terugkomt. Dan weet je dat het oordeel voor jou door Christus is weggedragen.  Dan leer je uitzien naar de dag dat zon, maan en sterren verdwenen zijn. De dag waarop het heerlijke licht naar ons toekomt vanuit Christus zelf. Dan leer je uitzien naar de dag dat het geen nacht meer wordt. Dan leer je om je eigen te maken wat we lezen in Openb 22:16,17: “Ik, Jezus, heb mijn engel gestuurd om jullie deze dingen bekend te maken voor de gemeenten. Ik ben de telg van David, zijn nakomeling, de stralende morgenster.’ De Geest en de bruid zeggen: ‘Kom!’ Laat wie luistert zeggen: ‘Kom!’ Laat wie dorst heeft komen; laat wie dat wil vrij drinken van het water dat leven geeft.”

 

AMEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm 8:1,5,6

Lezen van de wet

Gebed om schuldbelijdenis

Gez 146

Schriftlezing: Psalm 104:24-35

                       Lukas 5:1-11

Gebed

Collecte

Psalm 104:7,8,9

Tekst: Genesis 1:20-23

Verkondiging van het evangelie

Psalm 148:3,5

Dankgebed

Lied 444

Zegen

 

God is groot. Niemand is meer dan de Drie-enige God. Wie Gods werk echt ziet, raakt diep onder de indruk. Je leest dat bijvoorbeeld in Jes 40: “Wie heeft de wateren met holle hand omvat, de hemel gemeten met een ellenmaat? Wie heeft het stof van de aarde met een maatlepel afgepast? Wie heeft de bergen gewogen op een weegschaal, de heuvels met balans en gewichten? Wie heeft de geest van de HEER gemeten? Heeft iemand Hem ooit raad gegeven?” vs 12,13

Het antwoord is op al de vragen: niemand! Alles wat je ziet in de schepping. Ook wat je in de lucht ziet, ook wat je in het water ziet, is Gods werk! Hij heeft het met Zijn eigen handen gemaakt zoals een pottenbakker dat doet. Het is de HERE die het in Zijn Goddelijke liefde en almacht met Zijn eigen handen gevormd heeft.

Ook het water is in Zijn hand. Ook wat je in de lucht ziet is in Zijn hand. De HERE heeft op de derde dag een geweldige hoeveelheid bomen en planten op het land gemaakt. In een bijna ontelbare verscheidenheid aan kleuren en vormen. Bomen, struiken, planten bloemen. Prachtig. Je ziet er God heerlijkheid en grootheid in. Luister ook maar wat de Here Jezus zegt in Matt 6: “En wat maken jullie je zorgen over kleding? Kijk eens naar de lelies, kijk hoe ze groeien op het veld. Ze werken niet en weven niet. Ik zeg jullie: zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed als een van hen.” Vs 28,29.

De HERE gaat nu verder met Zijn geweldige werk. Hij laat nog meer van Zijn grootheid zien. Nog meer dan wat Hij in de eerste 4 scheppingsdagen al heeft laten zien. Op de aarde zijn nog geen schepselen die bewegen. Die in hun bewegingen laten zien dat ze levende wezens zijn. Het water en de lucht krijgen op de vijfde dag hun bewoners. Een bevolking die in de lucht of in het water in zijn element is. Ik verkondig jullie het evangelie van Jezus Christus onder het volgende thema:

 

GOD SCHEPT OP DE VIJFDE DAG DE BEWONERS VAN WATER EN LUCHT

 

  1. Ze zijn schepselen van God
  2. Ze krijgen Gods zegen
  3. Ze zijn schepselen van God

 

De aarde wordt al meer een plaats waarop gewoond kan worden. Je ziet hoe de woestheid en leegheid verdwijnt. Alles komt op zijn plaats en wordt een prachtig geheel. De zorgt ervoor dat Zijn werk op de tweede dag zijn bewoners krijgt. Toen heeft de HERE de lucht om de aarde laten ontstaan en nu op de vijfde dag zijn er op Zijn Woord plotseling de vogels die je in de lucht ziet vliegen. Hij zorgt ervoor dat in het water dat op de derde dag zijn plaats gekregen heeft er op Zijn Woord ineens vissen en andere waterdieren leven. Het wemelt in de zee van leven!

De HERE schept  op de vijfde dag iets dat helemaal nieuw is. Het gaat om schepselen die zelf de kracht hebben om te bewegen, om zich te verplaatsen. Het zijn schepselen die zelf besluiten waar ze naartoe gaan. Het is ook daarom dat ze in vers 21:levende wezens genoemd worden. Letterlijk wordt hier van levende zielen gesproken. Dat wijst erop dat we hier net als bij de mens met schepselen te maken hebben die niet zoals planten en bomen aan de aarde vastzitten. Toch blijft er een groot verschil tussen dier en mens. De ziel van een mens is wat anders dan dat een dier een levende ziel is. De mens is als beeld van God geschapen en een dier niet. Daarom is de mens van een andere orde. Je ziet dat heel duidelijk in Prediker 3. De Heilige Geest laat ons daar zien dat zowel de dieren als de mensen sterven. Als je niet verder dan deze wereld kijkt zou je zeggen dat hetzelfde lot mens en dier treft. Dat de mens niet meer is dan het hoogste dier.

Toch is dat zeker niet zo! We lezen in Prediker 3: “Wie zal ooit weten of de adem van een mens naar boven opstijgt en die van een dier naar de aarde?” vs 21. Je ziet het niet maar het is wel zo! We lezen aan het einde van het boek Prediker namelijk over de mens die sterft: “Wanneer het stof terugkeert naar de aarde, weer wordt zoals het was, wanneer de de adem van het leven weer naar God gaat.” Vs 7. (Zie bijv ook: Dan 12:2; Joh 5:28,29)

We lezen in ons vertaling over zeemonsters. Je moet hier denken aan heel grote dieren in het water. Het gaat hier niet om monsters die een bedreiging voor andere schepselen vormen.

De HERE schept nu vogels en waterdieren. Hij doet dat echt op een Goddelijke manier. Hij doet dat in Goddelijk overvloed. Het wemelt ervan. Je ziet overal de vogels en de vissen. In een keer schept de HERE op Zijn Woord dieren en vogels in geweldig veel soorten en in grote aantallen. De HERE schept niet een soort vis, een soort zeedier en een soort vogel. Waaruit zich in miljoenen jaren dan allerlei soorten moeten ontwikkelen. De HERE schept op de vijfde dag in Goddelijke grootheid heel veel soorten vissen, vogels en waterdieren. Binnen die soorten kunnen onder Gods zegen dan nog allerlei variaties ontstaan. Maar er vindt geen evolutie plaats over de soortgrens die Vader in de hemel bepaald heeft. Dat zien we ook vandaag duidelijk in de natuur. Die grens kun je soms in de natuur ook heel duidelijk zien. Als je een paard met een ezel laat paren, wordt daaruit een muilezel geboren. Die muilezel kan dan niet met een muilezel paren want dan treedt er onvruchtbaarheid op. Een muilezel kan zelf geen muilezel voortbrengen.

Je ziet Gods grootheid niet alleen in de vele soorten die Hij geschapen heeft. Je ziet het ook daarin dat hij heel kleine dieren gemaakt heeft en ook heel grote. Wie goed op de schepping let, op het werk van God raakt onder de indruk. Dan ga je jubelen zoals in Psalm 104: “Hoe talrijk zijn Uw werken, HEER. Alles hebt U met wijsheid gemaakt, vol van Uw schepselen is de aarde. Zie hoe wijd de zee zich uitstrekt. Daar wemelt het, zonder tal, van dieren klein en groot.” vs 24,25.  

Het prachtige is dat er vrede heerst als God de dieren schept. De dieren vallen elkaar niet aan. Ze eten elkaar niet op. Gods vrede heerst tussen al Gods schepselen. Er is echte vrede en harmonie in Gods schepping. Je ziet dat ook als de HERE op de zesde dag vertelt wat het voedsel voor de dieren is. Dan horen we in Gen 1:30: “Aan de dieren die in het wild leven, aan de vogels van de hemel en aan de levende wezens die op de aarde rondkruipen, geef Ik de groene planten tot voedsel. Zo gebeurde het.”

Die vrede is door dat wij gezondigd hebben nu niet meer zo op aarde aanwezig. Die machtige vrede zal er op de nieuwe aarde weer zijn en daarin mag ieder die echt met Christus geleefd heeft dan ook delen. Wie bij Christus zijn leven zoekt, wie eigen onrust en schuld met verdriet aan de HERE belijdt,  mag eens op de nieuwe aarde die geweldige vrede meemaken. Die vrede die God in Jesaja 65:25 zo belooft: “Wolf en lam zullen samen weiden, een leeuw en een rund eten beide stro en een slang zal zich voeden met stof. Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op Mijn heilige berg – zegt de HEER.”

Ik hoop hierop volgende week nog uitgebreider terug te komen.

De HERE schept de aarde en alles daarop in volle vrede en harmonie. Zijn vrede beheerst alles. Ieder schepsel heeft zijn eigen goede plaats in Gods schepping gekregen.

De HERE houdt in de geschiedenis de vogels en de waterdieren altijd in Zijn hand. Een paar voorbeelden  daarvan zijn:

Het volk Israel is in de woestijn. Dan laat de HERE zien dat Hij voor die miljoenen mensen in de woestijn kan zorgen. Het volk klaagt erover dat ze geen vlees hebben om te eten. De HERE zegt dan o.a. tegen het ontevreden en ongelovige volk: “Zorg ervoor dat u morgen rein bent, dan krijgt u vlees te eten. U hebt immers bij de HEER geklaagd dat u geen vlees hebt en dat u het in Egypte zo goed had? Welnu de HEER zal u vlees geven – en vlees eten zult u! Niet zomaar een dag, niet twee dagen, niet vijf of tien of twintig dagen, maar een volle maand, tot het u de neus uit komt en u er misselijk van wordt. Want u ebt de HEER, die in uw midden is, geminacht door erover te klagen dat u uit Egypte bent weggegaan.” Num 11:18-20.

Dan komt er een geweldige zwerm kwartels die in de woestijn de Israëlieten in handen vallen. De HERE laat ook de vogels doen wat Hij wil.

We zien het ook bij de profeet Elia. Elia heeft in Gods naam een tijd van grote droogte aangekondigd. Gods straf omdat het Tienstammenrijk onder leiding van koning Achab de Baal dient. Van die afgod verwachten ze regen en vruchtbaarheid. Elia is voor Achab staatsvijand nummer 1. Elia moet vluchten maar de HERE zorgt voor Zijn knecht. Dan lezen we in 1 Koningen 17:6: “De raven brachten hem daar ’s ochtends en ’s avonds brood en vlees, en water dronk hij uit de rivier.” De HERE stuurt raven om Zijn profeet in leven te houden.

De Here Jezus laat zien dat Hij de Verlosser, dat Hij God is. Hij doet dat o.a. door te laten zien dat zelfs de vissen naar Hem moeten luisteren. De vissen moeten in hun gehoorzaamheid aan Hem aan Zijn leerlingen laten zien dat Hij God is. Dat gebeurd wanneer de Here Jezus met Petrus en de andere leerlingen op het meer van Genneseret vaart. Het is voor elke visserman daar duidelijk dat je overdag hier niet moet vissen want dan vang je toch bijna niets. Dan is het de Here Jezus die dan terwijl het dag is zegt dat ze het net moeten uitgooien. Petrus zegt dat het niets zal opleveren.  Toch moeten ze het doen zegt de Here Jezus. Het resultaat is overweldigend. Wanneer de vangst in twee boten wordt gedaan dreigen ze allebei te zinken. We lezen dat in Lukas 5. Christus is ook de Heer over de vissen. Dat laat Hij ook zien na Zijn opstanding. In de nacht hebben Petrus en de anderen niets gevangen. De tijd om te vissen is voorbij. Dan zegt de Here Jezus vanaf het strand dat ze het net nog een keer aan de rechterkant moeten uitgooien. Het resultaat is weer geweldig: een vangst van 153 vissen. Joh 21:11. De Zoon van God die ook de Schepper is, regeert nog altijd. Alles is in Zijn hand.

De HERE houdt alles in Zijn hand  en is door Christus’ werk op weg naar de nieuwe schepping. De schepping die weer vol van overvloed zal zijn. Ook een overvloed in het water dat er zijn zal. Een overvloed van leven. We lezen daarvan profetisch in Ezechiel 47:8,9: “ Hij zei tegen mij: Dit water stroomt door de oostelijke landstreek, dan naar beneden de Jordaanvallei in, en mondt uit in de Dode Zee. Wanneer het de zee in stroomt wordt het water zoet. Het zal er wemelen van levende wezens, overal waar de rivier stroomt komt leven, er zal vis zijn in overvloed. Als dit water in de Dode Zee aankomt wordt het water daar zoet; overal waar de rivier stroomt komt leven.”

De HERE maakt ons nog een keer duidelijk dat alle vogels en waterdieren schepsels zijn door op de grote zeedieren te wijzen. In onze vertaling lezen we zeemonsters. Dat geeft de indruk van een of ander gewelddadig dier. Daar gaat het hier niet om. Het gaat om grote waterdieren zoals een nijlpaard, een krokodil en een walvis. Die grote zeedieren werden in de wereld van Israel vaak gezien als ontembare krachten. Zij werden vaak als goden of halfgoden vereerd. De HERE laat zien dat ze niets anders dan schepselen zijn. Gods volk mag weten dat ook de grote zeedieren en ook de vergoddelijkte vormen daarvan zoals de Leviathan en Rahab geen goddelijke kracht hebben. Zie ook Psalm 74:12-14; 104:26

Wat er ook voor een machtige dieren in het water bestaan. Al hebben sommige na de zondeval een grote bedreigende kracht gekregen toch kunnen ze niets tegenover de HERE, tegenover de Schepper doen. Zo laat de HERE zien dat Hij echt boven Zijn schepping staat. Bij Hem ben je echt veilig. Wie zich in diepe afhankelijkheid aan Christus toevertrouwt, wordt door de HERE onaantastbaar gemaakt voor de grootste vijandige macht. Zelfs uiteindelijk onaantastbaar voor de duivel en zijn kracht. De Drie-enige God is de Schepper en de enige God. Alles dieren heeft Hij geschapen en zijn nog elke dag voor hun leven van hem afhankelijk. We zien dit in het tweede punt:

 

  1. Ze krijgen Gods zegen

 Zhepselen zijn.ls goden of halfgoden vereerd. De HERE laat zien dat ze niets anders dan  grote zeedieren te wijzen. t moeten ui                        

Wanneer de HERE de dieren in de zee ziet, de vissen er ziet zwemmen en ziet hoe de vogels in de lucht in hun element zijn, is dat goed in Zijn ogen. Alles zoals Hij het graag wilde. Wanneer we dat gelezen hebben, horen we iets wat we nog niet eerder in Genesis 1 gezien hebben: “God zegende ze met de woorden: Wees vruchtbaar en word taltijk en vul het water van de zee. En ook de vogels moeten talrijk worden, overal op aarde.”

Het is opvallend dat we nu voor de eerste keer van Gods zegen horen. Dat is zo nu het om levende wezens gaat. God heeft nu schepselen gemaakt met meer zelfstandigheid op deze wereld. Het vruchtbaar zijn van planten en het voortleven van planten en bomen heeft nog meer iets passiefs. Bij de dieren is er meer bewegelijkheid, meer verplaatsing, meer zichtbare actie. Bij de dieren komen ze naar elkaar toe in een bewuste daad om te paren. Om zo kleintjes te verwekken.

Het is ook daarom dat de HERE hier aan de dieren de opdracht geeft om voort te planten. Om zich te vermeerderen op deze wereld. De hele aarde en de hele zee moet vol worden van dieren die in hun leven van Gods grootheid getuigen.

Wat is hierbij nu de functie van Gods zegen? Die zegen laat zien dat geen dier zonder de  HERE  de kracht en de vruchtbaarheid heeft om voor nageslacht te zorgen. Dieren zijn voor hun ontstaan van God als hun Schepper afhankelijk. Ook bij het verwekken van het volgende geslacht. Het is dus niet zo dat de HERE na het scheppen van de schepselen ze aan zichzelf over laat. Ook voor de zondeval was ieder schepsel volledig van Gods zegen afhankelijk. Ook toen was het de Heilige Geest die voor kleintjes zorgde. Zoals we daarvan lezen in Psalm 104:30: “Zend Uw adem (Geest) en zij worden geschapen, zo geeft U de aarde een nieuw gelaat.”

Gods opdracht om meer te worden, wordt door Zijn zegen gedragen. Het wordt door Zijn zegen mogelijk gemaakt. Als er meer dieren in het water komen en er meer vogels in de lucht vliegen zie je hoe de Schepper met Zijn zegen zorgt.

Ook voor ons vandaag is wat we hier lezen belangrijk. De Heilige Geest wil ook vandaag jouw ogen voor Gods werk en grootheid openmaken. Als je de vogels bij jullie in de tuin ziet, als je ze in de bomen ziet zitten. Of bij de plek waar je voer hebt neergelegd. Als je vogels ziet vliegen. Als je in een vijver, of in een rivier of in de zee vissen of andere waterdieren ziet. Als je een krokodil, nijlpaard of walvis in een natuurfilm ziet. Als je deze dingen ziet, zie je niet alleen een dier. Dan zie je het werk van God! Dan zie je weer een bewijs dat de HERE de levende God is. Het is zo belangrijk dat we zo naar de natuur leren kijken. Zo naar de dieren leren kijken. Met ogen die daarvoor door de Heilige Geest zijn opengemaakt. Dan zie ik om mij een overal die heerlijke bewijzen dat de hemelse Vader er is en werkt.

Dan is elke vis, elke vogel, ieder dier voor mij een heerlijke belofte. Ik mag dan weten dat Christus met Zijn werk ook verdiend heeft dat Gods schepping in volle heerlijkheid hersteld zal worden. Wie bij Christus als arme zondaar vergeving gezocht heeft, mag weten dat hij eens door Christus werk op de nieuwe aarde die wemelt van levn mag leven. Dan hoef je zelfs voor de krokodil niet bang te zijn. Dan mag ik nu al weten dat ik eens met heel Gods volk, zelfs met de hele schepping, ook met de dieren God en het Lam zal loven en danken. Met alles wat in mij is.

Als je nu met je leven de HERE niet echt wil loven en volgen. Als ik nu mijn zondige ik niet wil verloochenen. Als jij met je hele leven je niet aan Christus wil toevertrouwen als de Verzoener van je zonden ben je dommer dan een dier.

Mijn broeder en zuster, jongens en meisjes, laat de schepping je ogen en je hart op de HERE richten. Op Jezus Christus en jou leren je leven bij hem te zoeken. Dan mag je nu al zeker weten dat als de Here Jezus terugkomt je deel uitmaakt van het koor waarvan we lezen in Openbaring 5:13,14: “Elk schepsel in de hemel, op aarde, onder de aarde en in de zee, alles en iedereen hoorde ik zeggen: Aan Hem die op de troon zit en aan het Lam komen de dank, de eer, de lof en de macht toe, tot in eeuwigheid. De vier wezens antwoordden: Amen, en de oudsten wierpen zich in aanbidding neer.” 

Jij plaatst jezelf door ongeloof en het zoeken van menselijke wijsheid toch niet buiten dat koor?!

 

AMEN        

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm 115: 6,7,8

Geloofsbelijdenis van Nicea

Gez 123:1,5

Schriftlezing: Psalm 8

                      Openbaring 21:9-22

Gebed

Collecte

Psalm 8:1,2,3,4

Tekst:  Genesis 1:24-31

Verkondiging van het evangelie

Psalm 17:2,7

Dankgebed

Gez 134:1,6

Zegen

 

Gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes

 

Je ziet hoog in de lucht een vliegtuig. Je ziet welke kant het vliegtuig opgaat. Mensen kunnen met allerlei apparaten makkelijk berekenen waar dat vliegtuig over een minuut zal zijn. Als je weet hoe hard die vliegt en als hij dezelfde kant op blijft vliegen. Maar als je zo naar dat vliegtuig kijkt en je gebruikt je instrumenten weet je niet waar het vliegtuig een half uur geleden was. Dan weet je ook niet waar het vliegtuig opgestegen is. Als je dat wilt weten moet je bij de piloot zijn.

Zo is het ook met de schepping. Wij kunnen van wat nu in de schepping zien, allerlei berekeningen maken en dan weten we hoe het morgen en overmorgen zal zijn. Wij weten wanneer morgen en overmorgen de zon opkomt, wij weten wanneer het eb en vloed wordt.  Maar als we volgens wat we nu zien, gaan terugrekenen komen we in problemen. Dan komen we er niet uit. De oorzaak daarvan is dat de HERE als de grote piloot, als de Schepper het op Zijn tijd en Zijn manier gedaan heeft. Hij heeft de schepping gemaakt. Als je wilt weten hoe en wanneer Hij dat gedaan heeft moet je bij Hem zijn. Dan moet je zijn bij wat Hij daarvan Goddelijk betrouwbaar vertelt. Zo is het ook met de schepping van de landdieren en de mens waarop we vanmiddag gaan letten.

De HERE laat het licht weer opgaan. Hij gaat verder met Zijn scheppende werk. Hij laat horen dat de landdieren er nu moeten komen. Ineens zijn er de wilde dieren, is er het vee dat op de aarde rondloopt. Er kruipen ineens dieren over de grond. Allerlei soorten. Een prachtige verscheidenheid die spreekt van de grootheid van de HERE. De HERE schept in grote heerlijkheid koninklijk en Goddelijk. Dit doet niemand hem na. Niemand kan Hem daarin narekenen. Het is Goddelijk ondoorgrondelijk en machtig. De HERE zorgt ervoor dat die heerlijke verscheidenheid aan dieren zomaar op Zijn Woord uit de aarde tevoorschijn komen. Wat zou het een prachtig gezicht geweest zijn als we dat met eigen ogen hadden mogen zien. Je leest het in vers 24,25.

Waarover gaat het als hier gesproken wordt over: wilde dieren, vee en kruipende dieren. Het vee zijn de dieren die wij als mensen bij ons kunnen houden. Dieren die graag in de buurt van mensen leven. De kruipende dieren zijn de dieren die hun lichaam dicht bij de grond hebben. De wilde dieren zijn de dieren die graag hun eigen weg zoeken. Die in het wild leven. Die dieren zijn niet geschapen om altijd dicht bij de mensen te leven. Het gaat hier bij wilde dieren niet om roofdieren maar om dieren die in de natuur op zichzelf leven. Ze waren voor de mens en voor andere dieren toen niet gevaarlijk. Als de HERE al de dieren in harmonie en vrede met elkaar geschapen heeft, komt de HERE met Zijn laatste scheppingswoord. Hij schept de mens als kroon op Zijn schepping. Wij horen hierover het evangelie van Christus. Ik verkondig dat jullie onder het thema:

 

 GOD SCHEPT OP DE ZESDE DAG DE MENS ALS ZIJN BEELDDRAGER

 

  1. De mens als beeld van God
  2. De taak van de mens als beeld van God
  3. Mens en dieren ontvangen Gods zorg

 

  1. De mens als beeld van God

 

Net als op de derde dag zien we op de zesde dag twee scheppingsdaden van God. Hij heeft eerste de landdieren tot leven laten komen. Nu komt er de tweede scheppingsdaad: het maken van de mens. We hebben hier te maken met een heel bijzondere scheppingsdaad. De HERE doet het nu op een andere manier dan tot dan toe. Het speciale zie je als je er op let dat de HERE nu niet alleen maar spreekt. We lezen bij het scheppen van de mens eerst: “God zei: Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn , die op ons lijken”. De woorden die hier meteen opvallen zijn: Wij, evenbeeld, lijken op.

Je ziet ook in hoofdstuk twee dat de HERE op een heel bijzondere manier bij de schepping van de mens betrokken is. In Gen 2 vertelt de HERE meer details over de schepping van de mens. Hoe intiem Hij daarbij betrokken is. We lezen dan in vers 7: “Toen maakte God, de HEER, de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde en blies hem levensadem in de neus.”      

Wat zien we hier allemaal gebeuren? De HERE spreekt zichzelf aan als Hij de mens maakt. Hij spreekt over Wij. Daarmee laat de HERE al op de eerste bladzijde van de Bijbel zien dat Hij uit meer personen bestaat. Het gaat hier maar niet om een majesteitsmeervoud zoals onze koningin kan gebruiken: Wij Beatrix koningin van Nederland enz.  Zo’n manier van spreken bestond in Het hebreeuws niet. De HERE laat zien dat Hij de ene God is die uit meer Personen bestaat. Hij is zo geweldig dat Hij ver boven onze gedachten uitstijgt. (Jes 55:8,9)

We lezen het woord wij of  Ons  wel vaker in het Oude Testament. Gen 3:22; 11:7; Jes 6:8. Het is dan ook helemaal terecht dat we in art 9 van de Nederlandse geloofsbelijdenis belijden: “Daaruit blijkt dat er meer dan een persoon in de Godheid is, want Hij zegt:  Laat Ons mensen maken naar Ons beeld; en Hij wijst daarna de eenheid aan, als Hij zegt: God schiep. Weliswaar zegt Hij niet hoeveel Personen er zijn, maar wat voor ons enigszins  duister is in het Oude Testament, dat is zeer helder in het Nieuwe.”

Wat betekent het nu dat de mens als Gods evenbeeld gemaakt is? Hierbij is belangrijk wat we lezen in Psalm 115: Moge de HEER u zegenen, hij die hemel en aarde gemaakt heeft. De hemel is de hemel van de HEER, de aarde heeft Hij aan de mensen gegeven.” Vs 15,16

De HERE is dus de God en Koning die vanuit de hemel regeert. Hij is de  Koning. Hij heeft de mens als Zijn evenbeeld gemaakt om juist in de mens zichtbaar op aarde te zijn. De mens is gemaakt om wie God is en hoe Hij is uit te stralen. Niet in lichamelijk opzicht. Het is niet oz dat je kunt zeggen als je de mens ziet weet je hoe God er uit ziet. De mens moet juist in de manier waarop hij zich gedraagt en hoe hij over de aarde regeert laten zien hoe God is. Zo maakt God de mens tot onderkoning. Zij zijn Zijn ambassadeurs op aarde. Dat geldt zowel voor mannen als vrouwen. Zij moeten juist samen het beeld van God op deze aarde uitstralen. We zien dat duidelijk in vers 27: “God schiep de mens als Zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep Hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep Hij de mensen.” Wij kunnen als mensen, als mannen en vrouwen pas echt tot ontplooiing, tot ons doel komen als we als beeld van God op aarde leven.

De HERE heeft de mens als Zijn kind gemaakt (Luk 3:38!) en Hij heeft het zo gedaan dat Zijn kind ook echt als Zijn beeld kan leven. Zo zijn we gemaakt. Zo zijn we nu niet meer door eigen schuld. Doordat wij de band met Vader in de hemel verbroken hebben. Wij moeten weer zo worden! Dat wil de Here God ons in het geloof weer geven. Hij wil je door de Geest leren om een nieuwe mens te worden. Een ander, een nieuw mens waarover we in Efeze 4:24 lezen: “en dat u de nieuwe mens moet aantrekken, die naar Gods wil geschapen is in waarachtige rechtvaardigheid en heiligheid.”

Het probleem met ons vandaag is dat we niet meer in het paradijs leven. Dat wij uit onszelf de band met God verbroken hebben. Dat we het nog zo vaak in eigen kracht willen doen. Zelfs als gelovigen. Want dan denken we zo vaak dat we zo gegroeid zijn in het leven met Christus dat God nu wel tevreden over ons moet zijn. Laten we altijd bedenken dat echte groei in het geloof  je dichter bij de HERE brengt. Je daardoor ook al meer laat zien dat dat er nog veel mankeert aan jouw en mijn beeld van God zijn. Dat groei in geloof je nooit laat denken dat je het al wel aardig afbrengt bij God. Echte groei in het geloof  brengt je al dichter bij God, leert je al meer zien hoe je Gods genade en vergeving nodig hebt, leert je juist al meer nederig te zijn en daarin je blijdschap te vinden. Om zo te groeien in het beeld van God zijn. Dan willen we kinderen van God zijn en niet van de zonde. Zie Joh 8:44. We verdienen allemaal na de zondeval om in het lot van de duivel, de eeuwige verdoemenis te delen.

Het grote wonder is dat God, de Schepper, Zijn schepping en zelfs de doodschuldige mens niet aan het beeld zijn van de duivel overlaat. De HERE wil in Zijn onpeilbare liefde in jou juist het beeld van Hem herstellen. Hij is na de zondeval niet alleen de God die zegt: Jij moet mijn beeld zijn maar je bent het niet zoals Ik dat wil een daarom straf Ik je. Dan zou onze schuld en straf alleen maar groeien. Het heerlijke is dat de HERE Zijn Zoon gestuurd heeft. Dat de Zoon Jezus Christus mens geworden is. Hij de zondeloze Jezus Christus was en is Gods evenbeeld zoals de HERE dat wil. Zijn leven op aarde was een en al leven volgens de wil van Vader in de hemel. Zo heeft Hij in de zondige wereld op een onnavolgbare manier laten zien wie en hoe God is. Hij heeft met Zijn werk tot aan het kruis verdiend dat de Geest in ons verandering wil brengen. Ons tot nieuwe mensen wil maken waardoor wij weer als beeld van God en niet als beeld van de duivel willen leven. Om ons te geven dat we weer leren om beeld van God te zijn. Op deze aarde nog gebrekkig. Op deze aarde nog als mensen die daarin moeten groeien maar eens in de hemel en op de nieuwe aarde in volle glorie. Daarvoor is het gelovige kind van God bestemd: “Wie Hij al van tevoren heeft uitgekozen, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om het beeld te worden van Zijn Zoon”. Rom 8:29

Wie beeld van Christus is, is door hem ook beeld van God. Zie Kol 1:15

Ik ben nu een van mijzelf zondig mens die persoonlijk de schuld draag voor al die keren dat ik het beeld van God op deze wereld niet heb laten zien. Als ik daarom met verdriet daarover naar Christus ga, wil de Geest in mij weer werken om mij als beeld van god te leren leven. Dan is er bij Christus vergeving voor al die keren dat ik niet zo geleefd heb. Dan mag ik weten dat als ik met mijn zonden naar de Vader vlucht Hij mij weer als Zijn kind aanneemt. Mij al meer door de heilige Geest tot Zijn beeld wil vernieuwen. Dit heeft Hij al bij je doop belooft. Dan leer je om als beeld van God op aarde te leven. Dan ga je je taak in je leven zien. We letten daarop in de tweede plaats

 

  1. De taak van de mens als beeld van God

 

Het gaat er bij het beeld van God zijn om hoe je leeft, hoe je de dingen doet en zegt. Dus hoe je leeft. Dat zie je ook duidelijk als je er op let dat het beeld van God zijn ook een opdracht is. We lezen dat in vers 26 en 28. De mens krijgt als beeld van God de opdracht om over de hele aarde te heersen. Het gaat daarbij niet om een heersen met geweld. Het gaat om een regeren vanuit de liefde van God en met liefde voor Gods hele schepping. Om zo de schepping juist aan Gods voeten te leggen.

Dat is de heerlijkheid van de mens zoals die door God gemaakt is. De Geest vertelt ons daarover in Psalm 8: “Wat is de sterveling dat U aan hem denkt, het mensenkind dat U naar hem omziet? U hebt Hem bijna een god gemaakt, hem gekroond met glans en glorie, hem toevertrouwd het werk van Uw handen en alles aan Zijn voeten gelegd.” vs 5-7

De mens die God en zichzelf kent denkt groot van God en klein van zichzelf. Hij ziet dat hij van God een grote taak op deze wereld gekregen heeft. Hij wil daarom letten op God om die taak te kunnen doen en om te weten wat hij moet doen. Beeld van God zijn betekent dat de mens zich richt op het doel dat God met jouw leven en met heel de schepping heeft. Wat die taak dan concreet inhoud lezen we in Gen 2:15: “God, de HEER, bracht de mens  dus in de tuin van eden , om die te bewerken en erover te waken.” Erover te waken betekent hier dat hij verantwoordelijk is voor het bewaren van Gods goede schepping. Hij moet met die schepping goed omgaan. Dat de mens de aarde moet bewerken en bewaren laat zien hoe we over de aarde moeten heersen. De HERE roept ons op om de aarde te onderzoeken en de mogelijkheden die er in de schepping liggen te ontwikkelen. Om de mogelijkheden die God in de aarde gelegd heeft al meer te gebruiken zonder om daarmee Gods schepping aan te tasten. De heerlijkheid die God in de schepping gelegd heeft moet bewaard blijven. Je ziet hier dat juist voor ons als gelovigen, als volk van God het milieu en het daarmee goed omgaan heel belangrijk is. Verantwoord omgaan met energie, bestrijden van vervuiling moet juist ook vanuit de band met Christus voor ons belangrijk zijn. Het gaat namelijk om Gods schepping. Het is onze taak om het in cultuur brengen van de schepping en het bewaren Gods schepping steeds in harmonie te willen doen.

De HERE roept ons om onze talenten op deze wereld te ontwikkelen. Daarom past het bijvoorbeeld niet bij een christenstudent om te zeggen dat je je ervoor inzet om een 6 te halen want waarom zou je harder werken. Dat is toch genoeg. Het gaat als het goed is er voor een kind van God niet om dat je beter dan een ander moet zijn maar wel erom om jezelf zo goed mogelijk te ontwikkelen om je taak op deze wereld zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren. Dat je de talenten die je van God gekregen hebt ook gebruikt en ontwikkeld in de omstandigheden waarin God je een plaats geeft. Dat laatste dat je het doet in het kader waarin God je een plaats gegeven heeft is in onze tijd van heel veel belang. Het gaat is niet in de eerste plaats waarvoor ik als mens kies maar wel welke plaats God mij in het leven geeft.

Daarbij hoort bijvoorbeeld de opdracht om kinderen te krijgen. Kinderen krijgen is geen last maar een zegen van de HERE. Juist in onze tijd is het zo nodig om elkaar vanuit Gods eigen Woord erbij te bepalen dat kinderen een cadeau van de HERE zijn in je leven. Een zegen van hem die we uit Zijn hand graag willen ontvangen. Om zo ook op de wereld steeds weer mensen te laten leven die aan de schepping laten zien wie God is, die Zijn beeld willen zijn. Als de HERE ons dan kinderen gegeven heeft, heeft Hij ons ook de taak gegeven om vader en en moeder te zijn. Dan is het niet zo dat je dan moet roepen: ik moet mijn talenten ontwikkelen en dus heb ik weinig tijd om als vader en moeder voor de kinderen te zorgen. De HERE heeft je dan als eerste taak gegeven om vader en moeder te zijn en je daarin te ontwikkelen. We leven in een tijd dat in de politiek geroepen wordt dat alle moeders eigenlijk aan het werk moeten, alsof zorgen voor de kinderen geen geweldig werk en een geweldige bijdrage aan de toekomst van de samenleving!  We leven in een tijd dat vrouwen die thuis voor de kinderen zorgen en daarbij nog een belastingvoordeel krijgen afgedaan worden als vrouwen die gebruik maken van een aanrechtsubsidie. Laat de wereld maar praten en moeders doe met liefde uw taak als moeder die je van God gekregen heb. De wereld verklaart je misschien voor gek omdat je volgens hun je talenten niet ontwikkeld maar weet dat de HERE er juist blij over is.

Een groot probleem met het uitvoeren van onze taak als beeld van God is dat de zonde de wereld en ons leven is binnengekomen. Wij hebben door te zondigen er voor gezorgd dat de verhoudingen op de wereld verstoord geraakt zijn. Het heersen over de dieren is veel moeilijker geworden. Door de zondeval zijn bepaalde dieren roofdieren geworden. Ze zijn voor ons een groot gevaar geworden. De Here Jezus laat zien dat door Zijn werk die verhouding van harmonie tussen dier en mens er weer helemaal zal komen. Die verhouding zal weer vol vrede zijn op de nieuwe aarde. Dan is er geen geweld meer nodig voor de mens om over alle dieren als evenbeeld van God te heersen. Je ziet dat voor je als de Here Jezus de verzoekingen van de duivel in de woestijn weerstaan heeft. Dan zie je dat als de duivel moet wijken de paradijstoestand weer hersteld wordt. We lezen dan namelijk in Marcus 1:13: “En Hij werd in de woestijn veertig dagen verzocht door de satan en Hij was bij de wilde dieren, en de engelen dienden Hem.”

Christus die het beeld van God is brengt de vrede tussen de schepselen terug. Hij zorgt er voor dat de mens als evenbeeld van God echt weer voluit koning kan zijn. Door het werk wordt eens op de nieuwe aarde volle werkelijkheid wat de Heilige Geest in Jesaja 11 profeteert: “Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer;

kalf en leeuw zullen samen weiden en een kleine jongen zal ze hoeden.  Een koe en een beer grazen samen, hun jongen liggen bijeen; een leeuw en een rund eten beide stro.  Bij het hol van een adder speelt een zuigeling, een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang.”

vers 6-8. Zie ook Hosea 2:17

Je ziet hoe belangrijk het is dat jij jouw leven bij Christus zoekt.  Dat je al meer als beeld van God op aarde wilt leven. Je al meer in dienst van God volgens Zijn opdracht wilt leven. Dan zul je bij je sterven niet samen met de duivel in de hel wonen maar juist als beeld van God weer gaan heersen. Heersen samen met Christus. Samen met Hem die uit onnoemelijke liefde zich dan voor jou gegeven heeft om je weer in je oorspronkelijke positie te herstellen. Zie 2 Tim 2:12; Openb 5:10; 20:4,6; 22:5.

De HERE is goed. Hij zorgt in Zijn goedheid voor Zijn schepping. We zien daarvan iets in het laatste punt.

 

  1. Mens en dier ontvangen Gods zorg

 

De HERE en niemand anders heeft mens en dier geschapen. Hij heeft dat in een geweldige harmonie gedaan. Er ontbreekt echt niets. De Geest laat dat zien in vers 31. De HERE overziet dan alles wat Hij gemaakt heeft. Alles in die zes dagen. Dan is Gods onfeilbare, goddelijke oordeel dat het zeer goed  was. Tot op de zesde dag lazen we steeds dat het goed was. Nu zegt de HERE:  zeer goed. Hij is nu klaar met Zijn scheppingswerk. Alles wat Hij wilde scheppen heeft Hij geschapen. Alles beantwoord aan Zijn doel.

Hierbij hoort ook dat de HERE meteen voor mens en dier zorgt. Alles staat voor ze klaar. Hij heeft de tafel voor ze gedekt. De mens kan eten van de planten die zaad dragen. Je kunt hier denken aan koren. De mens kan meteen gaan eten van de vruchten die aan de bomen hangen. Er is meer dan genoeg. De dieren krijgen de groene planten om van te eten. Ook daarvan is genoeg. Alles is op elkaar afgestemd in volle harmonie. Gods schepping met daarop de mens als koning is geweldig!

Eens zal die heerlijkheid en vrede terugkomen. Dat zal gebeuren wanneer de vrouw van het Lam, de vrouw van Christus vanuit de hemel zal neerdalen. Dan komt de kerk van alle eeuwen, de nieuwe mensheid die van alle zonden schoongewassen is terug op aarde. Dan is alles wat aan de zonde herinnerd voor altijd van de aarde verdwenen. Dan wordt Gods schepping heerlijk hersteld. De bruid, de vrouw van het Lam is dan het Nieuwe Jeruzalem dat in al haar pracht, de pracht die Christus haar gegeven heeft, dan op de nieuwe aarde neerdaalt. We hebben daarvan gelezen in Openbaring 21. Alles schittert dan van Gods heerlijkheid. De nieuwe mensheid laat dan zien wie de enige God, de Schepper, Verlosser en Herschepper is. Het nieuwe Jeruzalem schittert, straalt van Gods heerlijkheid. Openb 21:11

Dan is de schepping voor altijd bevrijdt van de macht van dood en verderf. Bevrijdt van de vergankelijkheid. Dan is de hele schepping blij dat de heerlijkheid van de kinderen van God gekomen is. Zie Rom 8:20-22. Wij zijn met heel Gods schepping naar die tijd onderweg. Ga op die weg! Wil toch niet je eigen baas zijn en blijven. Dan ga je namelijk niet op weg naar het nieuwe Jeruzalem maar naar de hel, naar de eeuwige dood. Ga in diepe liefde voor Christus op weg naar het leven. Dan kun je op weg met diepe blijdschap in je hart zingen: “HEER, onze Heer, hoe machtig is Uw naam op heel de aarde.” Ps 8:2,10. Je leert dat met nog meer overtuiging zingen als je de machtige heerlijkheid van God en het Lam op de nieuwe aarde met eigen ogen zult zien.

 

AMEN

         

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ORDE VAN DIENST

 

Votum

Vrede/Zegengroet

Psalm 92:1,2,3

Gebed voor de opening van het Woord

Schriftlezing: Exodus 20:8-11

Psalm 84:1,2

Schriftlezing: Hebreen 4

Lied 328

Tekst: Genesis 2:1-3

Verkondiging van het evangelie

Gez 179a

Dankgebed

Collecte

Psalm 104:9,10

Zegen

 

Gemeente van onze Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes.

 

De HERE heeft de aarde in 6 dagen bewoonbaar gemaakt. Als laatste heeft Hij de mens als Zijn vertegenwoordiger gemaakt. De mens krijgt de taak om Gods onderkoning op aarde te zijn. Om namens God over de aarde te regeren.

Dan kijkt de Here God naar alles wat Hij geschapen heeft. Dan legt Hij daarop Zijn Goddelijke, volmaakte goedkeuring. Hij ziet dat het allemaal  “zeer goed” is. Gen 1:31. Daarna lezen dan in Gen 2:1,2: “Zo werden hemel en aarde in al hun rijkdom voltooid. Op de zevende dag had God Zijn werk voltooid, op die dag rustte Hij van Zijn werk dat Hij gedaan had.”

De vraag kan dan opkomen of op de zesde dag Gods scheppingswerk nog niet klaar was. Heeft de HERE op de zevende dag nog iets bij Zijn werk van de eerste zes dagen gevoegd? Als het er om gaat dat alles er was wat de HERE er wilde hebben. Als het er om gaat dat alles zo geworden was zoals dat volgens Gods heilige bedoeling er moest zijn, moeten we zeggen dat de HERE er op de zevende dag  niets aan toegevoegd heeft.

Op een andere manier heeft de Schepper wel iets toegevoegd. Hij heeft op de zevende dag laten zien dat het genieten van de schepping echt bij het leven hoort. Bij het leven in Gods schepping hoort ook wat we lezen in Psalm 104: “De luister van de HEER moge eeuwig duren, laat de HEER Zich verheugen in Zijn werken.” Vs 31

De HERE laat zien hoe blij Hij met Zijn scheppingswerk is. Hij laat dat zien als Hij op de zevende dag rust. We horen ook daarin het evangelie van Jezus Christus. Ik verkondig jullie het evangelie onder het thema:

 

 GOD HEEFT ZIJN SCHEPPING TOT HAAR DOEL GEBRACHT DOOR TE RUSTEN OP DE ZEVENDE DAG.

 

  1. God rust
  2. God zegent en heiligt de zevende dag

 

 

 

  1. God rust

 

God heeft in zes dagen de wereld geschapen. Alles wat je ziet is door Hem gemaakt.  Ook alles wat je door de sterkste telescopen ziet. Alles wat je ziet en dat wat je niet kunt zien maar er toch is, is Gods werk. De schepping toen was zelfs nog indrukwekkender dan zoals wij het vandaag zien. Gods heerlijkheid schitterde op aarde toen nog duidelijker en heerlijker dan nu. Er was toen nog geen dier en plant uitgestorven. De vloek die er door ons opstaan tegen God gekomen is, was er toen nog niet. De vloek die vanwege onze zonden ook dood en moeite in de natuur gegeven heeft. Het is daarom dat de hele schepping nu uitkijkt en verlangt naar de terugkeer van de Here Jezus. Bij Jezus terugkeer zal de hele schepping weer in volle heerlijkheid hersteld worden. We lezen daarvan in Romeinen 8:20-22: “Want de schepping is ten prooi aan zinloosheid, niet uit eigen wil, maar door hem die haar daaraan heeft onderworpen. Maar ze heeft hoop gekregen,  omdat ook de schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen geschonken wordt.  Wij weten dat de hele schepping nog altijd als in barensweeën zucht en lijdt.”

De HERE heeft na zes dagen van scheppingswerk een aarde gemaakt in volle harmonie. In de hele kosmos heerst Gods vrede en harmonie. Hemel en aarde en alles wat er bij hoort is een prachtig geheel. Alles is goed. De hemel als de woonplaats van God en Zijn engelen. De aarde als de woonplaats van de mens en alles wat de HERE onder het gezag van de mens geplaatst heeft.

Als je leest dat toen alles zeer goed was, betekent dit ook dat de duivel toen nog een goede engel was. Er was in de hele schepping toen geen vijandschap tegen de HERE en Zijn werk. De opstand van een deel van de engelen (zie 2 Petr 2:4; Judas 6) moet na de 7e dag en voor de zondeval hebben plaatsgevonden. Op de zevende dag is echt alles  zeer goed. Alles werk samen om Gods grootheid in de schepping te laten zien.

De zevende dag breekt aan. Het licht breekt weer door het donker. Er komt nu een dag die anders is dan de zes dagen er voor. De dagen hiervoor was God bezig om de aarde bewoonbaar te maken voor de mens. Dat is op de zevende dag voorbij. Op de zevende dag komt er geen nieuw scheppingswerk. Het typerende van de zevende dag is dat God rust. Juist in de rust die God op die dag neemt kom Zijn  scheppingswerk  tot haar doel. De HERE kan nu genieten van het volmaakte dat Hij gemaakt heeft. Hij rust en geniet van wat Hij zelf gemaakt heeft.

Gods rusten op de zevende dag betekent niet dat Hij niets deed. Hij is op de zevende dag niet met een nieuw werk begonnen. Toch werkt de HERE op de zevende dag en al de dagen die daarna komen. De HERE kijkt op de zevende dag en dagen die daarna komen niet werkeloos toe. Bij de HERE is er geen leegheid in Zijn bestaan. De Here Jezus zegt dit duidelijk als Hij op de zevende dag een zieke man gezond maakt. We lezen dan in Joh 5:17: “‘Mijn Vader werkt aan één stuk door, en daarom doe ik dat ook.”

De HERE is op de zevende dag niet met een nieuw werk begonnen maar Hij zorgt ook dan er wel voor dat Zijn hele schepping blijft bestaan. Niets blijft er bestaan zonder Zijn zorg en regering. Zo is het ook op de zevende dag.  Zo is het elke sabbat en zondag. De HERE geniet juist op de zevende dag van Zijn prachtige scheppingswerk.

Wat we tot nu toe gehoord hebben, is heel belangrijk voor ons leven hier en nu. In punt twee zien we straks hoe belangrijk onze tekst is voor het leven op de zondag. De HERE heeft het rusten elke zevende dag als scheppingsorde aan ons gegeven. Maar daarover  zo verder in punt  2.

We hebben al gezien dat als God rust het niet betekent dat Hij niets doet. Dat laat ons zien dat we de zondag niet gekregen hebben om alleen maar op bed te liggen. De HERE heeft de rustdag niet gegeven om alleen maar lui te zijn. Het is juist de dag waarop we rusten om van het werk van God te genieten. Een dag waarop we ons dagelijkse werk achter ons laten. Een dag ook waarop we voor mensen in ziekte en nood blijven zorgen. Een waarop we ophouden om ons gewone werk te doen en die we gebruiken om intensief naar Zijn Woord te luisteren. Om te horen wie de HERE is. Om samen te horen wat Zijn grote daden zijn. Om de boodschap van God in je hart te bewaren en te overdenken. Ook een dag om vanuit het luisteren naar Gods stem te zien en te lezen hoe geweldig dat scheppingswerk van God is. Het is een dag om de rust die je hebt te gebruiken om je met hart en mond te verwonderen over Gods werk. Een dag waarop je in alle rust Gods werk, Christus werk van verlossing viert.

Zelfs zo dat je op de zondagen de HERE en het werk dat Hij gedaan heeft op een speciale manier proeft. Juist dan heb je de rust om je helemaal te wijden aan de oproep in Psalm 34: “Proef, en geniet de goedheid van de HEER, gelukkig de mens die bij Hem schuilt.” Vs 9 Als je zo de zondag besteedt is elke rustdag echt een feest. Een feest dat de HERE elke dag op de tijd die Hij vastgesteld heeft aan de mensen wil geven. We zien dat in punt 2.

 

  1. God zegent en heiligt de zevende dag

 

Wat de HERE op de zevende dag gedaan heeft, heeft niet alleen betekenis voor die dag toen. Dat zien we in vers 3. De HERE doet met de zevende dag iets dat Hij niet met de andere dagen gedaan heeft. Hij zegent de zevende dag en verklaart die heilig.

Gods zegen over deze dag betekent dat Zijn Goddelijke vreugde juist op deze dag neerkomt. Het is een dag die in alles van Gods voldoening over Zijn scheppingswerk spreekt. Gods zegen over deze zevende dag komt nu op elke zevende dag die aanbreekt terug. Zijn zegen betekent dat Hij het mogelijk maakt dat er elke week een rustdag gehouden kan worden.

De HERE heeft de zevende dag en de rustdagen die daarna gekomen zijn, de zaterdagen voor Christus en de zondagen na Christus opstanding heilig verklaart. Het woord heilig betekent dat iets apart gezet wordt. Het krijgt een speciale betekenis. Zo krijgt de wekelijkse rustdag een speciale plaats onder de dagen. De HERE weet wat goed is voor de mens. Daarom geeft Hij vanaf de schepping voor ons een week van 7 dagen. Met daarin 1 rustdag om als beeld van God van Gods werk te genieten. Een waarop je in alle rust naar de HERE kunt luisteren en Zijn woorden overdenken om Hem al meer en inniger te leren kennen.

Je ziet hier dat de HERE de rustdag eens in de week al vanaf het allereerste begin heeft ingesteld. Vanaf de eerste week op aarde. We horen dat ook elke zondag heel duidelijk als we naar de 10 geboden luisteren. Als de HERE ons dan voorhoudt om op die ene rustdag in de week ons op een bijzondere manier aan Hem te wijden lezen we als grond daarvoor: “want  in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee en alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte Hij. Daarom heeft de HEER de sabbat gezegend en heilig verklaart.” Vs 11.

Als het om de rust gaat op die ene dag in de week hebben we met Gods eigen orde te maken. De orde die Hij ons vanaf de schepping gegeven heeft. De HERE wil dat er op die ene dag elke week gerust wordt. De dag waarop we in alle rust naar Zijn werk kijken, over Zijn werk horen en het overdenken. Toch komt er vandaag  dan wel een vraag op. Waarom moesten de mensen in de tijd van het Oude Testament op de zevende dag rusten en waarom doen wij het op de eerste dag? Waarom toen op de zaterdag en nu op de zondag?

De rede voor die verandering is dat de Here Jezus op de eerste dag van de week uit de dood is opgestaan. Vader in de hemel heeft op die eerste dag van de week laten zien dat Hij het offer van Christus voor de gelovigen aangenomen heeft. Hij heeft dat laten zien voor het oog van de hele wereld. Hij heeft in het opwekken uit de dood van de Here Jezus laten zien dat Christus de volle prijs voor de zonden betaald heeft. De overwinning op dood en zonden is door Christus voor de volle 100% behaald. Voor wie gelooft is de eeuwige rust dan vast en zeker.

Onder leiding van de Heilige Geest is de kerk van Christus toen gaan rusten op de eerste dag van de week. De ongelovige Joden zijn het blijven doen op de zaterdag, de gelovigen die door Christus verlost zijn, zijn het gaan doen op de dag van Christus openlijke overwinning. Daarmee is de rustdag elke week als scheppingsorde van God niet weg. De orde van de Schepper elke week blijft maar alleen de dag is veranderd. We horen in het Nieuwe testament dat de dag die voor Christus kerk elke week apart gezet is de eerste dag van de week geworden is.

De gemeente van Korinthe krijgt van Paulus de volgende opdracht: “laat ieder van u elke eerste dag van de week naar vermogen iets opzijleggen. Dan hoeft er bij mijn komst geen geld meer te worden ingezameld.” 1 Kor 16:2.

Het is juist op de eerste dag van de week dat de gelovigen in Troas bij elkaar komen om het avondmaal te vieren. Om ook samen naar het evangelie te luisteren: “Op de eerste dag van de week kwamen we bijeen voor het breken van het brood. Paulus, die van plan was om de volgende dag verder te reizen, hield een toespraak voor de leerlingen die tot midden in de nacht duurde.”  Hand 20:7

We weten dat voor de kerk van Christus in de eerste eeuwen de zondag de speciale dag was. Ze noemde de zondag de dag van de Here. De apostel Johannes spreekt al over de zondag als de dag van de Here: “Op de dag van de Heer raakte ik in vervoering. Ik hoorde achter me een luide stem, die klonk als een bazuin.” Openbaring 1:10.

De scheiding tussen de joden die Christus niet wilde volgen en de kerk van Christus die bestond uit Joden en heidenen werd juist zichtbaar doordat ze op verschillende dagen de rustdag hielden en samen kwamen.

Het heerlijke van de rustdag die de HERE ons elke week gegeven heeft is dat het een feestdag is. Een feest waarop ons hart en onze gedachten op de HERE onze Schepper gericht zijn. De HERE vraagt dan onze aandacht voor Hem, voor Zijn werk waardoor Hij ook vandaag voor het hele heelal zorgt. Hij zorgt voor het kleinste plantje, het kleinste diertje en ook voor de olifant en de walvis. De HERE zorgt ook nu voor elke ademhaling in je leven. Als Hij zou ophouden met zorgen viel je nu dood neer. De rustdag vraagt je aandacht ook voor al die keren dat de HERE Zijn volk uit ellende,uit de ellende die we zelf veroorzaakt en verdiend  hebben  gered heeft. De rustdag vraagt onze aandacht om in alle rust te horen Hij de weg naar de verlossing voor zondaren opengehouden heeft. Hoe Hij op weg ging naar het heerlijke herstel van Zijn schepping. Het vraagt jouw hart om er op te letten dat God Zijn eigen Zoon gegeven heeft voor Zijn uitverkoren kinderen. De rustdag vraag jouw leven om gericht te zijn op het eren en aanbidden van de enige God. Het grote doel waarop de wekelijkse rustdag gericht is, is wat we lezen in Fil  2:10,11: “opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader.”

Wij mogen en moeten op iedere eerste dag van de week rusten om in alle rust ons aan de Drie-enige God en  Zijn werk te wijden. Dat is echt een feest. Het is een dag waarop we ons er in kunnen oefenen om God intensief te dienen en intensief naar hem te luisteren. Op die dag kunnen we samen met anderen op een bijzondere manier de nabijheid van God zoeken. Als je in liefde tot Christus leeft is dat geen last maar een lust. Iets heerlijks waarnaar je leert uitzien. Zo was het ook voor de gelovigen in het Oude Testament. Luister maar naar wat de Heilige Geest in Jesaja 58 zegt: “Wanneer je je voeten rust gunt op sabbat en geen handel drijft op mijn heilige dag, wanneer je de sabbat als een dag van vreugde ziet, de dag van de HEER als een heilige dag, wanneer je hem in ere houdt door niet je gang te gaan,  geen handel te drijven of zaken te bespreken,  dan vind je vreugde in de HEER. Ik zal je laten rijden over de hoogten van de aarde en je laten genieten van het land dat ik je voorvader Jakob in bezit heb gegeven.” Vs 13,14

De rustdag is een heerlijk teken van de tijd dat elke dag een dag is waarop we heel dicht bij de HERE zullen zijn. De tijd dat hemel en aarde niet meer van elkaar gescheiden zullen zijn. Het is een teken voor Gods volk dat eigen schuld belijdt en bij Christus vergeving zoekt dat eens de dagen komen dat er nooit meer problemen en onrust zal zijn. Eens komt de tijd dat de grote rustdag komt die nooit meer onderbroken zal worden. Dan zal er geen nacht meer zijn. Openb 22:5. Zij die niet voor deze wereld geleefd hebben en hun leven en werk in dienst van Christus hebben willen stellen zullen dan in eeuwige rust en vrede leven. Zie ook Openb 14:8.

De gevolgen van de zonden zijn dan voor wie nu met Christus leeft voor altijd verdwenen. Wie  de rustdag niet wil gebruiken om op de HERE gericht te zijn, zal die eeuwige rust niet ontvangen. Wat mis je dan veel want wie in die rust komt, zal de hele aarde erven. Dan gaat Gods volk de rust binnen waarvan we in Hebreen 4 gelezen hebben. Sabbat en zondag waren daarvan dan tekens. De intocht in Kanaan was daarvan een teken. Als de eeuwige sabbat gekomen is, blijft er geen sabbatsrust meer voor het volk van God over. Dan is die definitieve rust gekomen. Gods doel met Zijn volk is bereikt.

Wie dat in geloof hoort, wordt overweldigd door Gods werk. Let op dat werk met je hele hart! Om met een hart vol liefde voor Christus in gehoorzame liefde de zondag als rustdag te houden. Als een feestelijke dag! Om ook op zondag zo te leven dat de HERE tegen jou niet hoeft te zeggen: “‘Nooit zullen ze binnengaan in mijn rust.” Hebr 4:5

Het is geweldig dat de HERE vanaf de eerste zevende dag de rustdag geheiligd heeft, apart gezet heeft! Laat dat jou en mij er toe aanzetten om te doen wat we in Hebr 4:11 gelezen hebben: “Laten we dus alles op alles zetten om te kunnen binnengaan in die rust, en zo voorkomen dat ook maar iemand dit voorbeeld van ongehoorzaamheid volgt en te gronde gaat.”

 

AMEN